-
41 in eer en aanzien leven
in eer en aanzien levenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in eer en aanzien leven
-
42 men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > men moet geen oude schoenen weggooien eer men nieuwe heeft
-
43 met de eer gaan strijken
met de eer gaan strijkencarry off the palm/take the credit (for)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met de eer gaan strijken
-
44 naar eer en geweten antwoorden
naar eer en geweten antwoordenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar eer en geweten antwoorden
-
45 naar eer en geweten
naar eer en gewetenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > naar eer en geweten
-
46 op mijn (woord van) eer
op mijn (woord van) eerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op mijn (woord van) eer
-
47 op mijn woord van eer
op mijn woord van eerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > op mijn woord van eer
-
48 tot meerdere eer en glorie
tot meerdere eer en glorieVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tot meerdere eer en glorie
-
49 voor de eer bedanken
voor de eer bedankenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor de eer bedanken
-
50 ze heeft haar eer verloren
ze heeft haar eer verlorenshe lost her honour/virtueVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ze heeft haar eer verloren
-
51 zijn eer ophouden
zijn eer ophoudenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zijn eer ophouden
-
52 met eer overladen
v. plaster -
53 eervol
♦voorbeelden:de eervolle verliezers • the worthy losersII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 zich eervol gedragen/onderscheiden • conduct oneself honourably, distinguish oneselfeervol uit de strijd komen • come through the battle with honour -
54 ere
-
55 aanranden
1 assault♦voorbeelden:iemand in zijn eer/zijn goede naam aanranden • injure someone's honour/reputation -
56 aantasten
2 [aanvallen] attack♦voorbeelden:die geruchten tasten onze goede naam aan • those rumours tarnish our good nameiemand in zijn eer aantasten • injure someone's honour -
57 begraven
1 bury♦voorbeelden:dood en begraven zijn • be dead and goneergens begraven liggen • be buried somewherezich in zijn boeken begraven • bury oneself in one's bookshij is met militaire eer begraven • he was buried with full military honours -
58 behalen
♦voorbeelden:een diploma behalen • obtain a certificatede overwinning behalen • be victorious100 % winst behalen • make a 100 % profitdaar is geen eer aan te behalen • that's not worth bothering with -
59 beschouwen
♦voorbeelden:iets als zijn plicht beschouwen • consider something (as) one's dutyals verloren beschouwen • give up (for lost)ik beschouw dit als een eer • I regard this as an honoureen brief als niet geschreven beschouwen • disregard a letter -
60 bezinnen
〈wederkerend werkwoord; zich bezinnen〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
-eer — is a suffix first recorded in the 17c, replacing an earlier (French) form ier. One of its first occurrences is in mountaineer (first used in Shakespeare s The Tempest, 1610, in the meaning ‘one who lives in the mountains’). In more recent use, it … Modern English usage
EER — may refer to: Energy efficiency ratio, or COP, a measure to assess heat pumps and air conditioners Energy efficiency rating, a score out of six stars applied to housing in the Australian Capital Territory East of England Regiment, a British army… … Wikipedia
-eer — suffix meaning one who (operates, produces, deals in); anglicized form of Fr. ier, from L. arius, iarius; Cf. ARY (Cf. ary) … Etymology dictionary
-eer — [ir] [Fr ier < L arius] suffix 1. forming nouns a) a person or thing that has to do with [auctioneer, mountaineer] b) a person who writes, makes, etc.: sometimes used derogatorily [pamphleteer, profiteer] 2. forming verbs to have to do with… … English World dictionary
EER — abbrev. energy efficiency ratio … English World dictionary
eer — fac·tion·eer; fic·tion·eer; foun·tain·eer; hack·but·eer; jav·e·lin·eer; mis·sil·eer; muf·fin·eer; mu·ni·tion·eer; pag·eant·eer; pi·geon·eer; pis·tol·eer; pon·ton·eer; rev·o·lu·tion·eer·ing; un·ion·eer; car·a·van·eer; EER; auc·tion·eer;… … English syllables
EER — an abbreviation for energy efficiency rating, a U.S. measure of the efficiency of an air conditioner. The EER is computed as the cooling capacity of the unit (in Btu per hour) divided by the electric power consumed (in watts) at a temperature… … Dictionary of units of measurement
EER — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sigles d’une seule lettre Sigles de deux lettres > Sigles de trois lettres Sigles de quatre lettres … Wikipédia en Français
EER — extended echo ranging … Military dictionary
-eer — noun suffix Etymology: Middle French ier, from Latin arius more at ary one that is concerned with professionally, conducts, or produces < auctioneer > < pamphleteer > often in words with derogatory meaning < profiteer > … New Collegiate Dictionary
EER — See energy efficiency ratio. * * * … Universalium