Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

С нидерландского на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

doorspekken

Толкование Перевод

1 saupoudrer

saupoudrer [soopoedree]

〈 werkwoord〉

1 〈 iets〉 bestrooien ⇒ (be)poederen

2 〈 budget, krachten〉 versnipperen

3 〈 een tekst〉 doorspekken ⇒ volstoppen

4 her en der verspreiden

v

1) bestrooien (met)

2) doorspekken (met) [tekst]

3) versnipperen [budget, krachten]

Dictionnaire français-néerlandais > saupoudrer
2 *hérisser

*hérisser ['eeriesee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 opzetten ⇒ rechtop doen staan

2 doorspekken (met)

3 kwaad maken ⇒ ergeren

4 voorzien (van stekelige, puntige dingen)

♦voorbeelden:

2    hérisser son discours de mots techniques • zijn rede doorspekken met technische woorden

¶    des obstacles hérissent la course • hindernissen bemoeilijken de wedloop

II se hérisser 〈 wederkerend werkwoord〉

1 overeind gaan staan ⇒ z'n stekels, veren overeind zetten

2 kwaad worden

Dictionnaire français-néerlandais > *hérisser
3 farcir

farcir [faarsier]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 vullen 〈 met gehakt, vlees, truffels enz.〉 ⇒ farceren

2 〈+ de〉 volstoppen (met) ⇒ doorspekken (met)

II se farcir 〈 wederkerend werkwoord〉

1 soldaat maken ⇒ zich volproppen met

♦voorbeelden:

1    se farcir un bon repas • een goed maal soldaat maken

¶    〈 vulgair〉 se farcir une femme • een vrouwtje pakken

〈 informeel〉 se farcir qc. • zich iets laten welgevallen

〈 informeel〉 se farcir qn. • iemand verdragen, nemen zoals hij is

〈 informeel〉 se farcir tout le travail • opdraaien voor het werk

v

1) vullen, farceren

2) doorstoppen (met)

Dictionnaire français-néerlandais > farcir
4 hérisser

v

1) opzetten, rechtop doen staan

2) doorspekken (met)

3) kwaad maken, op stang jagen

4) voorzien (van stekelige dingen)

Dictionnaire français-néerlandais > hérisser
5 parsemer

parsemer [paarsəmee]

〈 werkwoord〉

1 bezaaien ⇒ bestrooien ⇒ 〈 figuurlijk〉 doorspekken (met)

2 verspreid liggen

v

1) bezaaien, bestrooien

2) verspreid liggen

Dictionnaire français-néerlandais > parsemer
6 entrelarder

entrelarder [ãtrəlaardee]

〈 werkwoord〉

1 〈 vlees〉 (door)spekken ⇒ larderen

2 〈figuurlijk; + de〉 doorspekken (met) ⇒ (rijkelijk) doormengen

Dictionnaire français-néerlandais > entrelarder
7 entremêler

entremêler [ãtrəmellee]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (ver)mengen

2 doorspekken (met) ⇒ afwisselen

II s'entremêler 〈 wederkerend werkwoord〉

1 door elkaar lopen ⇒ elkaar afwisselen

Dictionnaire français-néerlandais > entremêler
8 hérisser son discours de mots techniques

hérisser son discours de mots techniques

zijn rede doorspekken met technische woorden

Dictionnaire français-néerlandais > hérisser son discours de mots techniques
9 larder

larder [laardee]

〈 werkwoord〉

1 〈 culinaria〉 larderen

2 〈 informeel〉 herhaaldelijk steken

3 bestoken

♦voorbeelden:

2 larder qn. de coups de couteau • iemand een groot aantal steken toebrengen

¶ larder un livre de citations • een boek met aanhalingen doorspekken

Dictionnaire français-néerlandais > larder
10 larder un livre de citations

larder un livre de citations

een boek met aanhalingen doorspekken

Dictionnaire français-néerlandais > larder un livre de citations
11 truffer

truffer [truufee]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈 culinaria〉 trufferen

2 〈+ de〉 volstoppen (met) ⇒ volproppen (met), larderen (met), doorspekken (met)

II se truffer (de) 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich volstoppen (met)

Dictionnaire français-néerlandais > truffer

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

doorspekken

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

doorspekken

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: