-
1 aanraken
toucher -
2 aanvoelen
1 [tot zijn gevoel laten spreken] sentir2 [even aanraken] toucher♦voorbeelden:1 iemand aanvoelen • comprendre qn. intuitivementeen stemming aanvoelen • sentir une atmosphère -
3 afblijven
1 ne pas toucher (qn., à qc.)♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 van iets afblijven • ne pas se mêler de qc.afblijven! • pas touche! -
4 bijna
♦voorbeelden:bijna dood • à demi mortbijna klaar zijn met iets • achever de faire qc.bijna ondraaglijke pijn • douleur à peine supportablebijna volmaakt zijn • approcher de la perfection〈 raadspelletje〉 je bent er bijna! • tu brûles!iets bijna bereikt hebben • toucher à qc.je zou bijna denken dat • c'est à se demander sije knoop springt er bijna af • ton bouton va sauterik was bijna gevallen • je suis presque tombébijna niet • ne … guèrebijna nooit • pratiquement jamaisbijna overal • un peu partoutbijna zestig jaar zijn • friser la soixantainebijna ten einde zijn • toucher à sa fin -
5 grond
♦voorbeelden:gelijk met de begane grond • au plain piedgroente van de koude grond • légume de pleine terrelosse grond • terre meublehij voelde de grond onder zich wegzinken • il sentit le sol se dérober sous ses pieds 〈 ook figuurlijk〉een vliegtuig aan de grond zetten • atterrirals aan de grond genageld staan • rester cloué sur placedoor de grond (kunnen) gaan • 〈 van schaamte〉 vouloir rentrer (à cent pieds) sous terre; 〈 van pijn〉 souffrir le martyreiets met de grond gelijk maken • raser qc.; 〈 figuurlijk〉 démolir qc.iemand onder de grond stoppen • mettre qn. dans le trouop de grond • par terreop de grond slapen • coucher sur la dureeen gebouw tegen de grond gooien • abattre un bâtimenttot de grond toe afbranden • brûler complètementeen schip de grond in boren • couler un navire〈 figuurlijk〉 iemand, iets de grond in boren • descendre qn., qc. (en flamme(s))in de grond is hij een goeie jongen • dans le fond c'est un bon garçonin de grond van mijn hart • au fond de mon coeurdat komt uit de grond van zijn hart • ça vient du fond de son coeur3 iets op goede gronden verwerpen • rejeter qc. pour de bonnes raisonsiets op losse gronden aannemen • accepter qc. sans raisons valablesdie bewering mist alle grond • cette affirmation est dénuée de tout fondementop grond van zijn huidskleur • à cause de la couleur de sa peauop grond van artikel 26 • en vertu de l'article 26aan iets ten gronde liggen • être à la base de qc.niet zonder grond was hij ontevreden • ce n'était pas sans raison qu'il était mécontent¶ iemand, iets te gronde richten • ruiner qn., qc.iets uit de grond stampen • faire surgir en moins de deux qc.→ link=water water -
6 raken
-
7 roeren
1 [+ in][zo handelen, dat iets omgeroerd wordt] remuer (qc.)♦voorbeelden:in de modder roeren • remuer la boueII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [omroeren; in beweging brengen] remuer♦voorbeelden:de sla door elkaar roeren • remuer la saladede soep roeren • mélanger la soupe2 iemand tot tranen toe roeren • toucher qn. jusqu'aux larmesIII 〈wederkerend werkwoord; zich roeren〉1 [zich bewegen] bouger♦voorbeelden: -
8 schieten
1 [een schot lossen] tirer2 [sport en spel] faire du tir3 [uitbotten] pousser5 [+ laten][niet langer tegenhouden] lâcher6 [plotseling vallen] tomber♦voorbeelden:dat geweer schiet ver • ce fusil a une longue portéeop een schijf schieten • tirer sur une cibleop iemand schieten • tirer sur qn.een humeur om op te schieten hebben • être d'une humeur de chienhet schieten met kanonnen • le tir au canonoveral schiet het onkruid uit de grond • les mauvaises herbes poussent partoutdoor de voorruit schieten • être projeté à travers le pare-brisede pijn schiet door zijn been • des élancements lui traversent la jambein zijn kleren schieten • enfiler ses vêtementshij schoot op mij af • il fonça sur moide teugels laten schieten • lâcher les rênes〈 figuurlijk〉 iets laten schieten • abandonner qc.¶ er schiet mij iets te binnen • 〈 herinneren〉 qc. me revient; 〈 idee〉 une idée me traverse l'espritzijn naam wil me niet te binnen schieten • son nom ne me revient pasII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een projectiel werpen; door treffen bemachtigen] tirer2 [treffen] toucher♦voorbeelden:ik zou hem wel kunnen schieten • je le tueraisiemand overhoop schieten • abattre qn.2 iemand in de arm schieten • toucher qn. au bras→ link=oog oogeen huis plat schieten • raser une maisondat heb je goed geschoten • c'est bien vu♦voorbeelden:de bal over het doel schieten • shooter au-dessus du but -
9 tast
♦voorbeelden:1 iets op de tast herkennen • reconnaître qc. au toucherop de tast lopen • avancer à tâtonsiets op de tast zoeken • chercher qc. à l'aveuglette -
10 vangen
1 [algemeen] attraper2 [verdienen] toucher♦voorbeelden:iemands blik vangen • accrocher le regard de qn.regenwater vangen • recueillir l'eau de pluiezij liet zich niet vangen • elle ne se laissa pas prendre au jeu→ link=vlieg vlieg1 [Algemeen Zuid-Nederlands][getikt zijn] être cinglé -
11 voelen
1 [algemeen] sentir♦voorbeelden:zoiets moet je voelen • qc. comme ça, il faut pouvoir le sentirhij schijnt die beledigingen niet te voelen • il semble insensible à ces insultesde grond onder je voeten voelen wegglijden • sentir le sol se dérober sous ses pieds 〈 ook figuurlijk〉ik voel wel waar hij heen wil • je devine où il veut en venirvoelt u wat ik bedoel? • vous comprenez ce que je veux dire?voel eens wat een zachte stof • sens comme ce tissu est douxvoel je hoe dat zit? • tu comprends quelle est la situation?→ link=horen horenII 〈wederkerend werkwoord; zich voelen〉1 [in een toestand verkeren] se sentir♦voorbeelden:1 voel je je wel lekker? • tu es sûr que ça va?zich ergens thuis voelen • se sentir qp. comme chez soizich beter voelen • se sentir mieux→ link=kat kat2 [genegenheid kennen; aantrekkelijk achten] être attiré par♦voorbeelden:veel voor een vak voelen • être très attiré par un métierer veel voor voelen om naar huis te gaan • avoir grande envie de rentrer (à la maison)ik voel er niet veel voor • ça ne me tente pas tropik voel meer voor Spanje • je préfère l'Espagnevoel je wat voor een weekendje Parijs? • un week-end à Paris, ça te dit? -
12 aanbreken
ww1) commencer, naître2) entamer, toucher (à) -
13 aanraken
ww -
14 aanslag
-
15 bereiken
ww1) atteindre, arriver (à), parvenir (à)2) joindre, toucher -
16 betreffen
wwconcerner, toucher -
17 gevoel
-
18 ontvangen
ww1) recevoir, accueillir2) percevoir, toucher [de l'argent] -
19 raken
-
20 roeren
См. также в других словарях:
toucher — 1. (tou ché) v. a. 1° Sentir un objet avec la main. 2° Se mettre en contact avec un objet, de quelque autre façon que ce soit. 3° À l escrime, atteindre du fleuret ou de l épée. 4° Éprouver sur la pierre de touche. 5° En imprimerie,… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Toucher (sens) — Toucher Voir « toucher » sur le Wiktionnaire … Wikipédia en Français
toucher — Toucher, Tangere, Taxare, Icere. Pourroit estre que de Tangere, on a premierement dit Tanger, et puis par corruption de langage, Toucher. Telles corruptions sont fort frequentes. Toucher tant soit peu, Attingere. Des yeux il touche jusques au… … Thresor de la langue françoyse
Toucher au but, toucher le but — ● Toucher au but, toucher le but être sur le point de réussir, de finir quelque chose … Encyclopédie Universelle
Toucher au bois — ● Toucher au bois se dit du cerf qui frotte ses bois contre les arbres … Encyclopédie Universelle
Toucher bougie — ● Toucher bougie finissage d un cuir lui conférant un aspect cireux … Encyclopédie Universelle
Toucher de balle — ● Toucher de balle synonyme de touche … Encyclopédie Universelle
Toucher de près quelqu'un — ● Toucher de près quelqu un être de sa parenté, de ses proches … Encyclopédie Universelle
Toucher du bois — ● Toucher du bois conjurer le mauvais sort en touchant un objet en bois … Encyclopédie Universelle
Toucher juste — ● Toucher juste deviner la raison profonde de quelque chose … Encyclopédie Universelle
Toucher le fond — ● Toucher le fond parvenir à la limite extrême de la misère, du désespoir … Encyclopédie Universelle