-
61 CV
-
62 arabe
arabe [aaraab]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., m. & v.〉1 Arabisch♦voorbeelden:un(e) Arabe • Arabier, Arabische (vrouw)1. mArabisch [taal]2. m/fArabier/Arabische vrouw3. adj -
63 bascule
bascule [baaskuul]〈v.〉♦voorbeelden:fauteuil à bascule • schommelstoelle jeu de bascule • het wippen (op de wip)f1) wip(plank)2) brugbalans -
64 branche
branche [brãsĵ]〈v.〉1 tak2 vertakking ⇒ aftakking, tak6 tak ⇒ sector, afdeling, vakgebied♦voorbeelden:cheval qui a de la branche • raspaardavoir de la branche • standing hebbenf1) tak2) vertakking, aftakking3) arm [kandelaar, rivier]4) been [passer, pincet]5) poot [bril]6) sector, afdeling7) balein [paraplu] -
65 collier
collier [koljee]〈m.〉2 ambtsketen ⇒ orde-, halsketen♦voorbeelden:→ coupm1) halsketting2) ordeketen3) ringbaardje4) beugel5) gareel -
66 côte
cote [kot]〈v.〉1 waardering(scijfer) ⇒ beoordeling, cijfer, punt2 (referentie)nummer ⇒ merk, letter, cijfer, dossiernummer3 (beurs)notering ⇒ koers, cotering♦voorbeelden:1 cote d'amour • waardering, gunstige indruk 〈 deel van het examencijfer dat bepaald wordt door gedrag, presentatie en vroegere prestaties van de kandidaat〉la cote d'un cheval • de winstkans van een paardcote de popularité • populariteitscijfer, -graadavoir la cote, bénéficier d'une cote d'amour • in een goed blaadje staanf1) kust2) rib3) helling4) rib(stuk)5) (blad)nerf6) rib(bel)7) gewelfrib, richel -
67 côté
cote [kot]〈v.〉1 waardering(scijfer) ⇒ beoordeling, cijfer, punt2 (referentie)nummer ⇒ merk, letter, cijfer, dossiernummer3 (beurs)notering ⇒ koers, cotering♦voorbeelden:1 cote d'amour • waardering, gunstige indruk 〈 deel van het examencijfer dat bepaald wordt door gedrag, presentatie en vroegere prestaties van de kandidaat〉la cote d'un cheval • de winstkans van een paardcote de popularité • populariteitscijfer, -graadavoir la cote, bénéficier d'une cote d'amour • in een goed blaadje staanm1) zijde, zij(kant), kant2) flank [dier]3) aspect, gezichtspunt4) partij, kamp -
68 doper
doper [doppee]1 een stimulerend middel, pepmiddel geven ⇒ dopen2 〈 figuurlijk〉pep, een kik geven aan♦voorbeelden:1 een stimulerend middel, pepmiddel nemenv1) drogeren, een stimulerend middel geven2) oppeppen -
69 fièvre
fièvre [fjevr]〈v.〉1 koorts♦voorbeelden:fièvre aphteuse • mond- en klauwzeerfièvre typhoïde • tyfusfaire de la fièvre • koorts hebbenf1) koorts2) opwinding -
70 gagnant
gagnant [gaanjã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉 〈 sport en spel〉1 winnend♦voorbeelden:donner un cheval gagnant • verwachten dat een paard zal winnenun(e) gagnant(e) • winnaar, -nares, winnend lot, paard1. m (f - gagnante)winnaar/-ares2. = gagnante; gagnantadjwinnend, zegevierend -
71 guider
guider [giedee]♦voorbeelden:guider un cheval • een paard mennenguider un touriste • een toerist rondleidenvisite guidée • rondleidingv1) leiden, de weg wijzen2) begeleiden3) besturen -
72 habit
-
73 loyal
loyal [lwaajaal],loyaux [lwaajoo]1 eerlijk ⇒ trouw, loyaal♦voorbeelden:1 cheval loyal • gehoorzaam, meegaand paardaccepter loyalement sa défaite • zijn nederlaag sportief aanvaardenadjtrouw, eerlijk -
74 main
main [mẽ]〈v.〉1 hand ⇒ handbreedte, voorhand3 haak ⇒ handvat, ring♦voorbeelden:1 la main sur la conscience • met de hand op het hart, eerlijkde main de maître • met meesterhandà main armée • gewapenderhandmettre la dernière main à qc. • de laatste hand aan iets leggen(à) main droite, gauche • (naar) rechts, linksavoir la main ferme • gezag hebbenavoir la haute main sur qc. • ergens de lakens uitdelenavoir la main heureuse • geluk hebbenil a la main leste • hij heeft zijn handen los zittendessin à main levée • tekening uit de losse handavoir les mains liées • met handen en voeten gebonden zijnde longue main • sedert lang, lang van tevorenun article préparé de longue main • een artikel waar lang aan gewerkt isne pas y aller de main morte • er flink op los slaan; overdrijvenà pleines mains • overvloedigavoir la main prompte • losse handen hebben, er gauw op los slaanpolitique de la main tendue • verzoeningspolitiekavoir les mains vides • met lege handen staanbattre des mains • klappen, applaudisserenchanger de main • van eigenaar verwisselendemander la main d'une jeune fille • de hand van een meisje vragendonner la main à qn. • iemand helpense faire la main • zich oefenenun tricot fait main • een handgebreid vestflanquer la main sur la figure à, de qn. • iemand een klap in zijn gezicht gevenforcer la main à qn. • iemand voor het blok zettenjoindre les mains • de handen vouwenlever, porter la main sur qn. • iemand (gaan) slaanmettre, prêter la main à qc. • iets ondernemen, aan iets werkenmettre la main dessus • in beslag nemen, aanhoudenmettre la main sur qc. • de hand op iets leggen, iets terugvindenmettre la main sur qn. • iemand arresteren; iemand terugvindenen mettre sa main au feu • zijn hand ervoor in het vuur stekenpasser la main dans le dos de qn. • voor iemand kruipenperdre la main • z'n vaardigheid kwijtrakenl'affaire va vous péter dans la main • de zaak zal als een zeepbel uit elkaar spatten, zal volledig de mist in gaanporter la main sur qn. • iemand een klap gevenprendre qn. la main dans le sac • iemand op heterdaad betrappenserrer la main à qn. • iemand de hand drukkentendre la main • bedelenen venir aux mains • handgemeen worden〈 sport en spel〉 il y a main! • hands!haut les mains! • handen omhoog!〈 figuurlijk〉 haut la main • zonder enige moeite, met glansfrein à main • handremtomber aux, entre, dans les mains de qn. • in iemands handen vallend' une main • met één handmanger dans la main de qn. • uit iemands hand eten, tam zijnmarcher la main dans la main • hand in hand lopen; 〈 figuurlijk〉 in volledige overeenstemming handelende la main à la main • onderhands, ‘in 't handje’de première main • uit de eerste handtravailler de ses mains • met zijn handen werkenêtre en bonnes mains • in goede handen zijnmener un cheval en main • een paard bij de toom leidence livre est en main • dit boek is uitgeleend, in gebruikprendre en main qc. • iets ter hand nementenir en main la situation • de toestand in de hand hebbenentre les mains de qn. • in iemands handen, onder iemands hoedemener par la main • met de hand leidense prendre par la main • zich vermannensous main • onder(s)hands, heimelijkje n'ai pas mon dictionnaire sous la main • ik heb mijn woordenboek niet bij de handmain courante • trapleuning, zeerelingmain de toilette • washandjefaire main basse sur qc. • iets achteroverdrukkenjouer à (la) main chaude • blindemannetje spelen〈 informeel〉 c'est du cousu main • dat is te gek, dat is puik, áfpremière main • eerste naaisterf1) hand2) handbreedte3) poot, klauw4) handvat5) boek papier [25 vel]6) handschrift -
75 manier
manier [maanjee]♦voorbeelden:manier de grosses sommes d'argent • met grote sommen geld omgaanv1) hanteren, omgaan (met)2) modelleren, kneden3) besturen -
76 miser
-
77 parier
parier [paarjee]〈 werkwoord〉1 wedden (om) ⇒ gokken, inzetten♦voorbeelden:parier pour, sur un cheval • op een paard wedden2 je l'aurais parié! • als ik het niet dacht!il y a gros, fort à parier que • je kan ervan op aan dat, tien tegen één datv -
78 participer
participer (à) [paartiesiepee]〈 werkwoord〉1 deelnemen (aan, in) ⇒ meewerken (aan)2 deel hebben (aan, in) ⇒ aandeel hebben (aan), delen (in)♦voorbeelden:¶ 〈 formeel〉 le mulet participe de l'âne et du cheval • een muilezel heeft iets van een ezel en iets van een paardv(à)1) deelnemen (aan, in)2) delen (in) -
79 pas
pas1 [paa]〈m.〉1 pas ⇒ schrede, (voet)stap, (voet)spoor2 tred ⇒ gang, loop3 pas ⇒ doorgang, engte, drempel♦voorbeelden:faire les cent pas • ijsberensalle des pas perdus, les pas perdus • grote halallonger, presser le pas • sneller gaan lopen, 't tempo verhogen, zich haastenarriver sur les pas de qn. • vlak na iemand aankomendoubler le pas • zijn pas versnellenétalonner son pas • zijn passen afmetenmarcher sur les pas de qn. • iemand (na)volgenmarquer le pas • pas op de plaats makenmettre qn. au pas • iemand in het gareel laten lopenne pas quitter qn. d'un pas • voortdurend achter iemand aan lopenretourner, revenir sur ses pas • op zijn schreden terugkeren, een andere koers inslaanà deux, quatre pas (d'ici) • vlakbij, (hier)naastà pas comptés • met afgemeten passenavancer à grands pas • grote vooruitgang boeken, met rasse schreden vooruit gaanà pas de loup • op de tenen (sluipend), heel zachtjespas à pas • stapje voor stapje, voorzichtig aancela ne se trouve pas dans, sous le pas d'un cheval • dat ligt niet voor 't oprapen, dat groeit iemand maar niet op de rugpas de l'oie • ganzenpas, paradepasà pas de tortue • met een slakkengangetjeà pas de velours • zachtjes sluipendau pas • in de pas, stapvoetsau pas de course, au pas de gymnastique • in looppasse mettre au pas • zich schikken, zich aanpassenrouler au pas • stapvoets rijdende ce pas • direct, nu meteen, stante pedepas de (la) porte • drempelêtre dans un mauvais pas • zich in een lastig parket bevindentirer qn. d'un mauvais pas • iemand uit de puree helpencéder le pas à qn. • iemand laten voorgaanprendre le pas sur qn. • voor iemand uitlopen, iemand achter zich laten 〈 ook figuurlijk〉sauter, franchir le pas • de sprong wagen; stervenpas de vis • spoed, schroefgang————————pas2 [paa]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 si c'est pas malheureux! • wat erg!, erg is dat!pas mal de • heel watne pas, ne … pas • nietpas plus que lui • evenmin als hij, niet meer dan hijpas du tout • helemaal nietpas un(e) • geen enkele, niemandcomme pas un • als geen anderil ne sait pas parler • hij kan niet sprekenil sait ne pas parler • hij weet z'n mond te houden1. m1) pas, voetstap2) tred, loop3) doorgang, engte, drempel2. advniet, geen -
80 principe
principe [prẽsiep]〈m.〉1 principe ⇒ (grond)beginsel, wet2 principe ⇒ stelregel, norm3 principe ⇒ oorsprong, beginsel♦voorbeelden:de principe • principieel, principe-en principe • in principe, in beginselpar principe • uit principe, principieelm1) principe, beginsel2) stelregel, norm3) bestanddeel
См. также в других словарях:
cheval — cheval, aux [ ʃ(ə)val, o ] n. m. • fin XIe; lat. caballus « mauvais cheval » (mot gaul.), qui a supplanté le class. equus; cf. aussi joual I ♦ 1 ♦ Grand mammifère ongulé (hippomorphes) à crinière, plus grand que l âne, domestiqué par l homme… … Encyclopédie Universelle
Cheval d'Auvergne — monté en … Wikipédia en Français
Cheval dans l'art — Cheval arabe blanc gris de Théodore Géricault, vers 1812, conservé au musée des beaux arts de Rouen. Le cheval est, dans l art, l animal le plus représenté depuis la préhistoire, et l un des plus anciens sujets artistiques. Il apparait sur tous… … Wikipédia en Français
Cheval mallet — Le Cheval Mallet, d après un montage sous le logiciel GIMP, en 2009 Cheval Mallet ou cheval Malet désigne un cheval fabuleux et maléfique, uniquement mentionné dans le folklore français autour de la Vendée … Wikipédia en Français
Cheval navarrin — par Victor … Wikipédia en Français
cheval-vapeur — cheval, aux [ ʃ(ə)val, o ] n. m. • fin XIe; lat. caballus « mauvais cheval » (mot gaul.), qui a supplanté le class. equus; cf. aussi joual I ♦ 1 ♦ Grand mammifère ongulé (hippomorphes) à crinière, plus grand que l âne, domestiqué par l homme… … Encyclopédie Universelle
cheval — CHEVAL. s. m. Animal qui hennit, propre à tirer & à porter. Cheval noir, blanc, gris pommelé, gris moucheté, truité, gris cendré, gris teste de more, alezan bruslé, alezan moreau, bay, bay brun, bay clair, isabelle, rubican, roüan, poil de souris … Dictionnaire de l'Académie française
Cheval de trait — Cheval de trait, de race trait belge. Un cheval de trait, ou cheval lourd, est un cheval sélectionné pour ses aptitudes à la traction de véhicules et de matériaux de toutes sortes, appartenant à une race puissante et de grande taille. La majorité … Wikipédia en Français
cheval\ d'arçons — cheval, aux [ ʃ(ə)val, o ] n. m. • fin XIe; lat. caballus « mauvais cheval » (mot gaul.), qui a supplanté le class. equus; cf. aussi joual I ♦ 1 ♦ Grand mammifère ongulé (hippomorphes) à crinière, plus grand que l âne, domestiqué par l homme… … Encyclopédie Universelle
Cheval De Trait — sur une île en 2007 Un cheval de trait, parfois nommé cheval lourd, est à l origine un cheval appartenant à une race puissante et de grande taille, sélectionnée pour ses aptitudes à la traction de véhicules et de matériaux de toutes sortes. La… … Wikipédia en Français
Cheval blanc dans la culture — Cheval blanc sur une peinture de James Ward (1769 1869). Le cheval blanc est, dans la culture humaine, au centre de nombreux mythes, de légendes, de contes, de traditions et de représentations à travers le monde. Des pouvoirs fabuleux leurs sont… … Wikipédia en Français