-
41 vérifier
vérifier [veeriefjee]1 verifiëren ⇒ nagaan, onderzoeken, controleren1 waar, juist blijken te zijnv1) verifiëren, controleren2) bevestigen -
42 average amount of inspection
French\ \ quantité moyenne inspectée; effectif moyen de l'échantillonGerman\ \ mittlerer PrüfumfangDutch\ \ gemiddeld te controleren aantal; gemiddeld te controleren hoeveelheid; gemiddelde steekproefomvangItalian\ \ dimensione media dell'ispezione; numerosità media del campione; destinato al collaudoSpanish\ \ cantidad promedio de inspeccionCatalan\ \ quantitat mitjana d'inspecció; quantitat mitjana de controlPortuguese\ \ número médio de itens inspeccionados por lote; número médio de itens inspecionados por lote (bra)Romanian\ \ -Danish\ \ gennemsnitlig inspektionNorwegian\ \ gjennomsnittlig inspeksjonsomfangSwedish\ \ genomsnittlig kontrollomfattningGreek\ \ μέσο ποσό των επιθεωρήσεωνFinnish\ \ keskimäärin tarkastettava määräHungarian\ \ átlagos ellenõrzés számTurkish\ \ ortalama denetim miktarıEstonian\ \ keskmine kontrollimahtLithuanian\ \ vidutinė kontrolės apimtis; vidutinis kontrolės kiekisSlovenian\ \ povprečni znesek inšpekcijskihPolish\ \ przeciętna wielkość próby (w planie kontrolnym)Russian\ \ среднее количество проверокUkrainian\ \ -Serbian\ \ -Icelandic\ \ meðalupphæð skoðunEuskara\ \ ikuskapen batez besteko zenbatekoaFarsi\ \ mizane mot v sete bazr siPersian-Farsi\ \ -Arabic\ \ متوسط كمية التفتيشAfrikaans\ \ gemiddelde inspeksiehoeveelheidChinese\ \ 平 均 检 验 数 量Korean\ \ 평균검사량 -
43 nachprüfen
nachprüfen1 nagaan, controleren, verifiëren2 nog eens, achteraf examineren♦voorbeelden:1 eine Aussage auf ihren Wahrheitsgehalt hin nachprüfen • een verklaring op haar juistheid controleren -
44 prüfen
prüfen1 onderzoeken ⇒ testen, controleren5 〈 sport en spel〉testen, op de proef stellen♦voorbeelden:TÜV geprüft • met keuringsbewijsWaren prüfen • waren keuren, controlerenstaatlich geprüft • met staatsdiplomaSchüler in Deutsch prüfen • leerlingen een Duits proefwerk laten maken -
45 nadzirati
-
46 контролировать
vgener. controle uitoefenen op..., controleren, keuren, nazien, verifieren -
47 проверять
v -
48 производить проверку
vgener. controlerenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > производить проверку
-
49 audit
n. accountantsonderzoek/controle--------v. boekhouden, het nazien van de boekhoudingaudit1[ o:dit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————audit21 (de boeken/rekeningen) controleren -
50 block system
blokkensysteem, een reeks vormende serie van blokken om de treinstroming te controleren waarbij het spoor verdeeld is in korte secties en de treinen door automatische signalen worden begeleidblock system〈 spoorwegen〉 -
51 check (up) on something
check (up) on something -
52 contact
n. contact; aanraking; invloedrijk persoon die tussenpersonen kan helpen; natuurlijke verbintenis; (Geneeskunde) iemand die kortgeleden in conract is geweest met een besmettelijke ziekte; (Elektriciteit) verbinding van elektrische geleiders die stroom controleren--------v. contact opnemen; opbellencontact1[ kontækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 contact(persoon) ⇒ verbindingsman, connectie; 〈 medicijnen, geneeskunde〉 potentiële smetstof/ziektekiemdrager————————contact2〈 werkwoord〉1 in contact/verbinding brengen ⇒ een contact leggen tussen -
53 cover
n. schuilplaats; beschutting; deksel; omslag; envelop--------v. bedekken; verslaan; verbergen; beschermen; afleggen; onder vuur hebbencover1[ kuvvə] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉3 omslag ⇒ stofomslag, boekband7 → cover charge cover charge/8 → cover point cover point/9 → cover version cover version/♦voorbeelden:1 dekmantel ⇒ voorwendsel, mom♦voorbeelden:take cover • dekking zoeken, (gaan) schuilenthis policy provides cover against burglary • deze polis biedt dekking tegen inbraakunder cover • heimelijk, in het geheim; verborgen————————cover2→ cover up cover up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 beslaan ⇒ omvatten, bestrijken5 verslaan ⇒ verslag uitbrengen over/van7 dekken ⇒ bescherming/een alibi geven9 beheersen ⇒ controleren, bestrijken♦voorbeelden:a covered wagon • een huifkarcover in • overdekkenhe was covered in/with blood • hij zat ónder het bloedcover over • bedekkenthe two towns cover 50 square miles • de twee steden beslaan/strekken zich uit over 50 vierkante mijlwe aren't covered against fire • we zijn niet tegen brand verzekerd7 covered from behind by his partner • met rugdekking van/in de rug gedekt door zijn maat8 keep them covered! • hou ze onder schot!→ cover up cover up/ -
54 crosscheck
n. kruiscontrole, contracheck; (Sport) op illegale wijze een bodycheck geven door een tegenstander met de hockeystick door beide handen vastgehouden en boven het ijs gehouden te slaancrosscheck1————————crosscheck21 (op andere manieren/via andere kanalen) controleren -
55 double-check
double-check1 een extra/dubbele controle uitvoeren2 extra/dubbel controleren -
56 game
adj. moedig; klaar; mank lopen; invalide--------n. spel; pret; wild; wedstrijd--------v. spelen, dobbelengame1[ geem]♦voorbeelden:1 game of chance • kans/hazardspelplay a good/poor game • goed/slecht spelenhave the game in one's hands • de wedstrijd controlerenplay a losing game • de (wed)strijd verliezenplay the game • eerlijk (spel) spelen, zich aan de regels houdenplay a waiting game • een afwachtende houding aannemenplay a winning game • de (wed)strijd winnen, de bovenhand krijgenit's all in the game • het hoort er (allemaal) bijbe off one's game • uit vorm/niet op dreef zijngame and (set) • game en setgive the game away • het plan(netje) verklappentwo can play (at) that game • dat spelletje kan ik ook spelennone of your (little) games! • geen kunstjes!the game is up • het spel is uit, nu hangen wij/julliebe up to some game • iets in zijn schild voerenit's your game • jij wintwhat a game! • wat een komedie!1 grap(je) ⇒ geintje, pret(je)2 bedrijf ⇒ gebeuren, -wezen♦voorbeelden:make game of • spotten metthe game was to tell how many • het was de kunst/het ging erom te zeggen hoeveel♦voorbeelden:¶ 1 points is game • wie 21 punten heeft, wint→ fair fair/IV 〈 meervoud〉————————game21 dapper ⇒ kranig, f♦voorbeelden:I am game • ik doe meebe game for something • tot iets bereid zijn, ergens zin in hebben————————game3————————game4〈 werkwoord〉1 gokken ⇒ spelen, dobbelen -
57 have the game in one's hands
-
58 hypnotise
-
59 hypnotize
v. hypnotiseren; fascineren, biologeren, controleren -
60 monitor
n. monitor; scherm; controle apparaat; (in computers) beeldscherm, scherm, monitor; radiokontakt; dienstdoende leerling (op school); iemand die aanmaant, iemand die waarschuwt--------v. opletten, oppassen; nagaan, volgen; afluisteren, luisterenmonitor1[ monnittə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 mentor ⇒ monitor; leraarshulpje3 mee/afluisteraar 〈 bij radio en telefonie〉 ⇒ interceptor, rapporteur————————monitor2〈 werkwoord〉1 controleren ⇒ meekijken/meeluisteren met, afluisteren; toezicht houden op
См. также в других словарях:
Oscar van Dillen — Oscar Ignatius Joannes van Dillen (born June 25, 1958 in s Hertogenbosch) is a Dutch composer, conductor, and instrumentalist. Contents 1 Education … Wikipedia