-
1 cirkelvormig
♦voorbeelden: -
2 cirkelvormig
-
3 cirkelvormig
кругообразный; круглый; круговой; круговой, крутообразный, круглый* * *прил.общ. круглый, круговой, кругообразный -
4 cirkelvormig
adj. circular, shaped like a circle -
5 cirkelvormig
1. bn 2. bw -
6 cirkelvormig
• circular -
7 круговой
cirkelvormig -
8 circular
cirkelvormigrond -
9 cyclorama
n. foto die een ononderbroken scène vertoont, cirkelvormig panorama; gordijn van achtertoneel[ sajkləra:mə] -
10 круглый
adjgener. rond, bol, pof, afgerond, cirkelvormig -
11 круговой
adjgener. cirkelvormig -
12 кругообразный
adjgener. cirkelvormig, kringvormig -
13 circular
adj. omgeleid; rondom--------n. rondschrijven (brief)circular1[ sə:kjələ] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————circular22 rondlopend ⇒ rondgaand, (k)ring-♦voorbeelden:North Circular (Road) • noordelijke ringweg om Londen¶ circular letter • circulaire, rondschrijven〈 geldwezen〉 circular letter of credit • circulaire kredietbrief, reis- en kredietbrief -
14 circulating
adj. circulerend, van de een naar de ander overdragend; cirkelvormig ronddraaiend en op hetzelfde punt samenkomend[ sə:kjəleeting]♦voorbeelden:circulating medium • ruilmiddel, betaalmiddel -
15 rim
n. rand, velg--------v. velgen, omrandenrim1[ rim] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————rim2〈werkwoord; rimmed〉 -
16 rotund
-
17 round
adj. cirkel--------adv. rondom--------n. ronde; cirkel--------prep. rondom--------v. afronden, afmakenround1[ raund]2 ronde ⇒ rondgang; toer6 〈 muziek〉drie/vierstemmige canon♦voorbeelden:go/do the rounds • de ronde doen, doorverteld wordenhe stood us a round of drinks • hij gaf een rondje3 rondte♦voorbeelden:theatre in the round • théâtre en rond, arenatoneel————————round2〈bijvoeglijk naamwoord; roundness〉1 rond ⇒ bol, bolvormig2 rond ⇒ gebogen, cirkelvormig♦voorbeelden:in round terms • ronduit————————round3♦voorbeelden:round out • dik worden, opzwellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 omringen4 rondgaan ⇒ rondrijden/lopen (op/in)♦voorbeelden:round off sharp edges • scherpe randen rond afwerkenround off • besluiten, afsluiten 〈avondje e.d.〉round (up)on someone • tegen iemand van leer trekken, zich woedend tot iemand keren→ round up round up/————————round4〈 bijwoord〉3 bij ⇒ bij/voor zich♦voorbeelden:he did it the right/wrong way round • hij deed het goed/verkeerdsend round • verspreidenhe talked her round • hij praatte haar omround and round • als maar rondI lost my ring round here • ik ben mijn ring hier in de buurt verlorenthey brought her round • ze brachten haar weer bij (bewustzijn)send round for the girl • stuur iemand om het meisje te halen————————round5〈 voorzetsel〉1 〈plaats en richting; ook figuurlijk〉om ⇒ rondom, om … heen♦voorbeelden:they sat round the storyteller • ze zaten rond de vertellerit must be somewhere round the house • het moet ergens in (het) huis zijn -
18 circularly
adv. cirkelvormig; in een kring -
19 circularness
n. cirkelvormig -
20 echinus
n. zee-egelsoort (Zoölogie); wrong, cirkelvormig lijstwerk dat het telraam van een Dorisch of Toscaans kapiteel steunt
Страницы
- 1
- 2