-
1 eng
1 [griezelig] scary, creepy2 [gering van wijdte/ruimte] narrow♦voorbeelden:1 een eng beest • a nasty/creepy/scary animal; a creepy-crawly 〈voornamelijk (kruipend) insect/ongedierte〉een enge man • a creepwat doe je eng • you're frightening/scaring meik word er (helemaal) eng van • it (really) gives me the creepsin engere zin • in the restricted sense -
2 slot
3 [burcht] castle4 [saldo] balance5 [handel] close♦voorbeelden:1 iemand achter slot en grendel zetten • shut someone up/away, put someone behind barsachter slot en grendel • under lock and keyeen deur op slot doen • lock a dooralles op slot doen • lock upeen deur van het slot doen • unlock a doorwe zijn ten slotte maar vertrokken • finally we just lefttot slot • to conclude -
3 aan/bij het slot
aan/bij het slotVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan/bij het slot
-
4 in de enge familiekring
in de enge familiekringVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in de enge familiekring
-
5 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden: -
6 dicht
♦voorbeelden:een dicht bos • a dense woodin dichte drommen • in dense hordesdichte mist • thick/dense fogdicht beschreven bladzijden • closely written pagesze zaten dicht opeengepakt • they sat tightly packed togetherdicht op elkaar wonen • live on top of one another〈 figuurlijk〉 dichter tot elkaar komen • come/draw closer (together)II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉2 [ondoordringbaar] tight3 [figuurlijk] [niets loslatend] close(-mouthed) ⇒ close-/tight-lipped♦voorbeelden:ik krijg mijn riem niet dicht • I can't fasten my beltmijn neus zit dicht • my nose is blocked upde afvoer zit dicht • the drain is blocked upde vijver zit dicht • the pond is frozen overhet vliegveld zit dicht • the airport is fogbound♦voorbeelden:zijn ogen staan dicht bij elkaar • he has close-set eyesje bent er aardig dicht bij • you are pretty near the markzij waren dicht bij het doel • they were close to the goal; 〈 figuurlijk ook〉 they were nearly therehij woont dicht in de buurt • he lives near heredicht onder de kust varen • hug the shoreiemand dicht op de hielen zitten • be close on someone's heels -
7 bij
bij1〈de〉————————bij21 [bij kennis] conscious2 [gelijk] up-to-date3 [van alles op de hoogte] up-to-date♦voorbeelden:2 de leerling is weer/nog niet bij met de lessen • the pupil has now caught up/is still behind in his lessonsbij zijn met betalen • be up-to-date with paymentsgoed bij zijn in een vak • be well up on a subjectII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:¶ om en bij • more or less, about————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van] near (to) ⇒ close (by/to)2 [met betrekking tot een raken aan/bereiken] at ⇒ to3 [met betrekking tot een niet verder gaan/een niet afwijken] to ⇒ with5 [met betrekking tot een aanwezigheid] at9 [voor, in tegenwoordigheid van] with ⇒ to10 [aan, met] by11 [gedurende, onder] by ⇒ at12 [gelijktijdig met] on ⇒ at13 [in geval van] in case of ⇒ if♦voorbeelden:bij het raam • close to/next to the windowbij het stadhuis • close to/near the town hallik woon hier vlak bij • I live nearby/close bybij zessen • almost six (o'clock)kan jij bij de hoogste plank? • can you reach the top shelf?er(gens) niet bij kunnen • 〈 figuurlijk〉 not understand/get somethingalles blijft bij het oude • everything stays the samehet er niet bij laten • not leave it at thatwe zullen het er maar bij laten • let's leave it at thater niet bij zijn • not be there/presenter(gens) gauw bij zijn • 〈 figuurlijk〉 respond quickly; 〈 met betrekking tot ziekte〉 catch (a disease) in time6 heb je iets bij de koffie? • do you have anything to go with the coffee?een kopje koffie is er tegenwoordig niet meer bij • you don't even get a cup of coffee these daysbij elkaar zijn het er 20 • there are 20 altogetherdat is bij de boeren zo de gewoonte • that is the custom with farmersbij de marine • in the navybij Vondel • in Vondelaltijd bij H. kopen • always shop at H'sgeen lucifers/geld bij zich hebben • have no matches/money on onebij hem kun je van alles verwachten • you can expect anything from himbij zichzelf (denken/zeggen) • (think/say) to oneselfiemand bij name kennen • know someone by namebij het ontbijt • at breakfastbij de derde poging • at the third attemptbij mooi weer • when/if the weather is nicebij een glas wijn iets bespreken • discuss something over a glass of wine13 bij ziekte/een sterfgeval • in case of illness/deathiets bij (de) wet bepalen • establish something by lawbij dezen • hereby16 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • what is he in comparison to a poet like Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • the room is 6 by 5¶ je bent er bij • gotcha! -
8 vlak
vlak1〈 het〉3 [wiskunde] plane♦voorbeelden:1 het vlak van de hand • the flat of the/one's handhet voorste/achterste vlak • the front/rear face2 dat ligt op een ander vlak • that's another field/areaop het menselijke vlak • in the human sphere————————vlak21 [effen, glad] flat, level ⇒ even3 [met weinig contrasten] flat♦voorbeelden:1 de vlakke bovenkant van de steen • the flat/level surface of the stoneiemand slaan met de vlakke hand • hit someone with the flat of one's handiets vlak strijken • level off something, level something outII 〈 bijwoord〉1 [zonder helling] flat3 [zonder tussenruimte/tussenpoos] close♦voorbeelden:2 iemand vlak in het gezicht slaan • hit someone right/straight/full in the facevlak tegenover elkaar • right/straight opposite each other; 〈met betrekking tot personen ook; informeel〉 eyeball to eyeball3 vlak langszij • close/hard aboardvlak achter je • right/just behind youvlak bij de school • close by/to the school, right by the schoolhet is vlak bij • it's no distance at all/only a stone's throw awayhet is hier vlak in de buurt • it's just round/ Aaround the cornervlak om de hoek • just around the cornerhet ligt vlak voor je neus • it is staring you in the face, it's right under your nose -
9 aansluiten
♦voorbeelden:1 [passen] fit ⇒ be tight-fitting 〈 kleren〉, 〈 harmoniëren〉 fit in (with), 〈 harmoniëren〉 be in keeping (with)2 [met betrekking tot personen] close up♦voorbeelden:deze weg sluit aan op de snelweg • this road links up with the motorway2 wilt u daar aansluiten? • will you queue up there, please?aansluiten! • close up!III 〈wederkerend werkwoord; zich aansluiten〉2 [partij/standpunt kiezen] join (in)♦voorbeelden:zich bij een partij aansluiten • join a partydaar sluit ik me graag bij aan • I would like to second that -
10 afsluiten
1 [ontoegankelijk maken] close (off/up)4 [tot stand brengen] conclude 〈 bijvoorbeeld contract〉 ⇒ enter into 〈 overeenkomst〉, negotiate 〈 hypotheek〉6 [verwijderd houden van] cut off♦voorbeelden:2 heb je de voordeur goed afgesloten? • have you locked the front door? -
11 deur
1 door♦voorbeelden:een zitting met open deuren • a public session〈 figuurlijk〉 de deur voor iemands neus dichtdoen/gooien • shut/slam the door in someone's facede deur achter zich dichttrekken • close the door behind onehij is net de deur uitgegaan • he's just gone outzij komt de deur niet meer uit • she never goes out any morejij komt de deur niet meer in • you shan't enter my house againmet geld open je alle deuren • money opens any door/all doors〈 figuurlijk〉 de deur (wijd) openzetten voor knoeierijen • leave the door (wide) open to corruption, open the door (wide) to corruptioniemand de deur uit werken • get rid of someoneiemand de deur uitzetten/buiten de deur zetten • turn someone out of the houseik mag voorlopig de deur niet uit • I'm confined to the house at the momentzijn de folders de deur al uit(gegaan)? • have the leaflets been sent out yet?aan de deur kloppen • knock at/on the dooraan de deur wordt niet gekocht • no hawkers!vroeger kwam de bakker bij ons aan de deur • the baker used to call at the houseer is iemand voor je aan de deur geweest • there was someone at the door for youik heb wel een stok achter de deur nodig • I (do) need an incentivebuiten de deur eten • eat outmet iets langs de deuren gaan • sell something door-to-doormet de deuren gooien • slam the doorsdat is niet bepaald naast de deur • that isn't exactly on the doorstepzijn vinger kwam tussen de deur • his finger got trapped in the doorde winter staat voor de deur • winter is almost hereveranderingen die voor de deur staan • forthcoming changesdaar is (het gat van) de deur! • there's the door!¶ dat doet de deur dicht • that does it, that's the limit/it -
12 dichtgaan
♦voorbeelden:'s zomers gaat de fabriek twee weken dicht • in summer the factory shuts down for two weekshoe gaat dit jasje dicht? • how does this jacket do up?mijn rok gaat niet dicht • my skirt won't meetop zaterdag gaan de winkels vroeg dicht • the shops close early on Saturdays -
13 gesloten
2 [niet openhartig] close(-mouthed) ⇒ close-/tight-lipped4 [techniek, technologie] [ononderbroken] closed♦voorbeelden:1 een gesloten beroep/bedrijf • a closed profession/shopeen gesloten geldkist/enveloppe/goederenwagon • a sealed chest/envelope/ Bgoods wagongesloten vragen • ±yes-or-no questionsde winkels zijn één dag in de week gesloten • the shops are closed one day a weekeen hoog gesloten bloes • a high-necked blouse2 dat kind is nogal gesloten • that child doesn't say much (for him-/herself)gesloten zijn over • be secretive about¶ een gesloten gezicht • a blank/expressionless face -
14 nabij
nabij1♦voorbeelden:de nabije omgeving • the immediate surroundingsin de nabije toekomst • in the near futurede wanhoop nabij zijn • be close to despairiets van nabij meemaken • experience something at first hand————————nabij2〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:1 om en nabij de duizend gulden • roughly/around/about a thousand guildershij is om en nabij de vijftig • he's about fifty, he's fiftyish -
15 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
16 nauw
nauw1〈 het〉1 [moeilijkheid] (tight) spot/corner2 [zee-engte] strait(s)♦voorbeelden:1 iemand in het nauw drijven • drive someone into a corner, put someone in a (tight) spotin het nauw zitten • be in a (tight) spot/corner, be hard pressed————————nauw21 [smal] narrow2 [dicht aaneensluitend; innig] close♦voorbeelden:nauw betrokken zijn bij een zaak • be closely involved in a matternauw samenwerken • cooperate closely3 wat geld betreft kijkt hij niet zo nauw • he's not so fussy/strict when it comes to moneydat luistert nauw • that requires a delicate touch; 〈 met betrekking tot apparaat ook〉 that's very finely adjustedhet niet zo nauw nemen • not be so (very) particular/so fussy4 nauw zitten • be close-fitting/tightII 〈 bijwoord〉 -
17 nippertje
♦voorbeelden:¶ op het nippertje • at the (very) last moment/secondzij kwam net op het nippertje • she came just in time/(just) in the (very) nick of timedat was op het nippertje • that was a close/near thing; 〈 met betrekking tot ontsnapping ook〉 that was a close shave/callop het nippertje ontsnappen • have a narrow escapede student haalde op het nippertje zijn examen • the student (just) scraped through (his exam)/only passed by the skin of his teethhij kwam op het laatste nippertje • he came at the (very) last moment/the last (possible) moment -
18 gelid
2 [meervoud, groep] rank♦voorbeelden:in de voorste gelederen • in the front ranks/the forefrontde gelederen sluiten • close the ranksin het gelid staan • stand in linein het gelid blijven • keep rank/ranks -
19 eindigen
2 [als einde hebben] end ⇒ finish, come to an end, terminate, 〈 tijd ook〉 run out, 〈 tijd ook〉 expire♦voorbeelden:eindigen waar men begonnen is • end up where one started (from)de school eindigt om twaalf uur • school finishes at twelve o'clockde ruzie eindigde met … • the outcome of the quarrel was …dit woord eindigt op een klinker • this word ends in a vowelII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:hij eindigde met te zeggen dat … • he ended by saying that … -
20 dik
dik1〈 het〉1 [bezinksel] grounds, dregs2 [dik gedeelte] thick♦voorbeelden:iemand door dik en dun volgen • support someone/stand by someone through thick and thin/fair and foul————————dik24 [opgezet, gezwollen] swollen♦voorbeelden:1 een dik boek • a thick/fat book10 cm dik • 10 cm thickde dikke darm • the large intestineze stonden tien rijen dik • they stood ten (rows) deepeen dikke streep/lijn • a thick/bold stroke/lineeen dikke trui • a thick jumperdik worden • thicken, set, congealdie jurk maakt dik • that dress makes you look fatdik worden • grow fatzij heeft aanleg om dik te worden • she puts on weight easilydik worden • swell (up)¶ dik doen • swank, swagger, boastzich dik maken (over iets) • get worked up (about something)II 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉♦voorbeelden:een dikke voldoende • a (very) high markdik tevreden (zijn) • (be) well-satisfieddik verdiend • well-earnedhij is dik in de zeventig • he is well into his seventiesdik onder het stof • thick with dustdat komt dik voor elkaar/mekaar • that'll work out finehet er dik bovenop leggen • lay it on thickhet ligt er dik bovenop • it is quite obviousdat zit er dik in • I wouldn't be surpriseddik in iets zitten • have plenty of somethingdikke vrienden zijn • be great/close friendseen dikke mist • thick fog
См. также в других словарях:
At the close of every day — (spelled in lowercase) is a Dutch band, consisting of Minco Eggersman and Axel Kabboord. Their music, a mix of slow pop music with symphonic elements, has been described as night music . Most of their songs concern Christian religion, though not… … Wikipedia
Prom on The Close — is an open air musical concert which was established in 2002. It his held annually in July on the grounds of Clifton College and attracts an average audience of 10,000 people. 2004 Line up Aled Jones [http://www.aledjones.co.uk] Royal… … Wikipedia
Close Combat series — Close Combat The official logo of the franchise as used in the third game of the series Genres Real time Strategy Developers … Wikipedia
Close to Me (The Cure song) — Close to Me Single by The Cure from the album The Head on the Door Released … Wikipedia
Close back rounded vowel — u Image … Wikipedia
Close central rounded vowel — ʉ Image … Wikipedia
Close front rounded vowel — y Image … Wikipedia
Close order formation — Close order formation: The Stele of Vultures represents a Sumerian phalanx of spearmen with large shields. (ca.2450 BC) A close order formation is a military tactical formation wherein soldiers are close together and regularly arranged for the… … Wikipedia
Close Combat Clasp — in Gold Awarded by Nazi Germany Type … Wikipedia
Close Combat (video game) — Close Combat Developer(s) Atomic Games Publisher(s) Microsoft Platform(s … Wikipedia
Close central unrounded vowel — ɨ Image … Wikipedia