-
1 bedoelen
♦voorbeelden:wat bedoel je? • what do you mean?ik begrijp niet wat je bedoelt • I don't see what you're getting atik bedoel maar … • as I said …het was niet kwaad bedoeld • no harm (was) meantniet-bedoelde neveneffecten • unintended side effectsbedoelen met • mean bydit is bedoeld voor kinderen • this is intended for childrenhet was als een grap bedoeld • it was meant as a joke -
2 bedoelen
1 [zeggen, aanduiden] vouloir dire2 [met een bedoeling doen] avoir en vue♦voorbeelden:wat bedoel je? • qu'est-ce que tu veux dire?ieder wist wie ik bedoelde • tout le monde savait à qui je pensais -
3 bedoelen
иметь в виду; намекнуть на* * *(d)1) иметь в виду, подразумевать2) намереваться, иметь целью3) означать* * *гл.общ. намереваться, подразумевать, иметь в виду, иметь целью -
4 bedoelen
I.beabsichtigenII.meinen -
5 bedoelen
v. intend, mean; design, conceive -
6 bedoelen
-
7 bedoelen
demek istemek [-er] v -
8 bedoelen
avoir pour but, viser -
9 bedoelen
mik -
10 bedoelen met
bedoelen met -
11 je zal je zuster bedoelen!
je zal je zuster bedoelen!±et ta soeur! -
12 stilzwijgend bedoelen, aannemen
stilzwijgend bedoelen, aannemenDeens-Russisch woordenboek > stilzwijgend bedoelen, aannemen
-
13 iets impliciet bedoelen
iets impliciet bedoelenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets impliciet bedoelen
-
14 иметь в виду
vgener. beogen, menen, bedacht zijn op, bedoelen, munten -
15 иметь целью
vgener. bedoelen, beogen -
16 намереваться
vgener. voornemen, bedoelen, beogen, menen, op het punt staan, van plan zijn, voorhebben, voornemens zijn, willens zijn, zich voornemen -
17 подразумевать
vgener. impliceren, bedoelen, verstaan -
18 menen
1 [in ernst bedoelen] parler sérieusement⇒ être sérieux/sérieuse2 [voorhebben] vouloir dire3 [veronderstellen] croire♦voorbeelden:1 dat zou ik menen! • tu parles!dat meen je niet! • ce n'est pas sérieux!2 het goed met iemand menen • vouloir du bien à qn.ik meende dat … • je croyais que … -
19 stilzwijgend
1 [zonder te spreken] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 silencieux 〈v.: silencieuse〉; 〈 bijwoord〉 sans mot dire⇒ en silence♦voorbeelden:1 ergens stilzwijgend aan voorbijgaan • passer qc. sous silencestilzwijgend bedoelen, aannemen • sous-entendre -
20 zuster
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 een zuster zijn voor iemand • être (comme) une soeur pour qn.je zal je zuster bedoelen! • ±et ta soeur!je zuster (op een houtvlot)! • tu peux toujours attendre!
- 1
- 2