-
41 font
n. font; lettertype (in computers); een doopvont; bron; origine[ font] -
42 fund
n. fonds; kapitaal; kas; schat--------v. consolideren (schulden); financiërenfund1[ fund]1 fonds2 voorraad ⇒ bron, schat♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; economie〉 Consolidated Fund • fonds waaruit bepaalde staatsuitgaven betaald worden 〈o.a. voor het leger, administratie en rente op staatsschuld〉II 〈 meervoud〉1 fondsen ⇒ geld, kapitaal♦voorbeelden:short of funds • slecht bij kas————————fund2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
43 geyser
-
44 grief
n. verdriet, spijt; smart[ grie:f]♦voorbeelden:1 leed ⇒ verdriet, smart♦voorbeelden:grief-stricken • (door leed) getroffen¶ good grief! • lieve hemel! -
45 horn of plenty
-
46 indulgence
-
47 jargon
n. vaktaal; dialect; jargon; taal die vergemakkelijkt is in verhouding tot zijn oorspronkelijke bron; kleurloze of rookvorm van zirkoon[ dzja:gən] -
48 joy
n. genot, vreugde; blijdschap; vrolijkheid; plezier--------v. zich verheugen; verheugen[ dzjoj]♦voorbeelden:1 vreugde ⇒ genot, blijdschap♦voorbeelden:wish someone joy • iemand geluk toewensenfor/with joy • van vreugde -
49 mint
adj. nieuw, ongebruikt--------n. munt (mint); munt (geld); (bijnaam voor) goud mijn--------v. munten (tot geld slaan); verzinnen, vernieuwenmint1[ mint] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————mint2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
50 my work is a great satisfaction to me
my work is a great satisfaction to meEnglish-Dutch dictionary > my work is a great satisfaction to me
-
51 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
52 on good authority
-
53 on
adj. aan--------adv. verder; vooruit; vooruitgaan--------prep. op; aan; over; langson1[ on] 〈zelfstandig naamwoord; the〉————————on2II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉2 aan de gang ⇒ gaande, te doen3 op 〈 toneel〉♦voorbeelden:what's on tonight? • wat is er vanavond te doen?, welke film draait er vanavond?, wat is er op tv vanavond?5 oil on to \\td16 • olie stijgt tot \\td16¶ I'm on! • okay, ik doe meeyour plan is not on • je plan(netje) gaat niet doorthe wedding is on • het huwelijk gaat dooryou're on • daar houd ik je aan!————————on3〈bijwoord; vaak predicatief〉1 in werking ⇒ aan, in functie4 〈plaats- of richtingaanduidend; ook figuurlijk〉op ⇒ tegen, aan, toe♦voorbeelden:what's going on? • wat is er aan de hand?have you anything on tonight? • heb je plannen voor vanavond?leave the light on • het licht aan latenput a record on • zet een plaat opturn the lights on • steek het licht aanput on your new dress • trek je nieuwe jurk aan3 five years on • vijf jaar na dato/latercome on! • schiet op!get a move on! • maak voort!go on! • ga maar door, toe!all clocks go on an hour tomorrow • morgennacht gaan alle klokken een uur vooruitthe circus is moving on • het circus trekt verderpass the news on • zeg het voortsend on • doorsturen, nazendenspeak on • door blijven pratenthey travelled on • ze reisden verderwalk on • doorlopenlater on • laterand so on • enzovoortwell on into the night • diep in de nachtwell on in years • op gevorderde leeftijd(talk) on and on • alsmaar door/zonder onderbreking (praten)on! • vooruit!from that moment on • vanaf dat ogenblikthey collided head on • ze botsten frontaalshe looked on • ze keek toe¶ on and off • af en toe, (zo) nu en dan————————on41 〈plaats of richting; ook figuurlijk〉op ⇒ in, aan, bovenop5 over ⇒ met betrekking tot, aangaande, betreffende6 ten koste van ⇒ op kosten van, in het nadeel van♦voorbeelden:the sun revolves on its axis • de zon draait om haar aslive on bread and water • leven van water en broodride on a bus • met de bus gaanstand on the chair • op de stoel staanstay on course • koers houdena stain on her dress • een vlek op haar jurkthey marched on the enemy • ze marcheerden op de vijand affate smiled on Jill • het lot was Jill gunstig gezindshe hurt herself on the ledge • zij bezeerde zich aan de randpay off a sum on the loan • een som op de lening afbetalentravel on a plane • met het vliegtuig reizenwar on poverty • oorlog tegen de armoedeannounced on the radio • op de radio aangekondigdon the right road • op de juiste wega shop on the main street • een winkel in de hoofdstraatencounter trial upon trial • de ene beproeving na de andere doorstaanget on the train • instappenhang on the wall • aan de muur hangenI had no money on me • ik had geen geld op zaklean on a friend • steunen op een vriendon your right • aan de rechterkanta house on the river • een huis bij de rivierwinter is upon us • de winter staat voor de deurjust on sixty people • amper zestig mensenarrive on the hour • op het hele uur aankomenpay on receipt of the goods • betaal bij ontvangst van de goederenon the stroke of midnight • klokslag middernachtcome on Tuesday • kom dinsdagon opening the door • bij het openen van de deuron reading the letter she fainted • (net) toen ze de brief gelezen had, viel ze flauwbe on duty • dienst hebbenbe on fire • in brand staanon holiday • met vakantieon sick leave • met ziekteverlofbeer on tap • bier uit het vaton trial • op proefhave a monopoly on shoes • een monopolie hebben van schoenenagree on a solution • tot een akkoord komen over een oplossingthe joke was on Mary • de grap was ten koste van Maryhis work has nothing on Mary's • zijn werk haalt het niet bij dat van Maryshe has a year on her opponents in age • ze is een jaar ouder dan haar tegenkandidatenthe glass fell and broke on me • tot mijn ergernis viel het glas en brakthis round is on me • dit rondje is voor mij→ be on be on/ -
54 paternity
-
55 prima facie
getuigenis op het eerste gezicht (bewijs dat getuigenis uit andere bron vereist)prima facie1 op het eerste gezicht ⇒ prima facie, a prima vista♦voorbeelden:1 have prima facie a good case • op het eerste gezicht sterke bewijzen/argumenten hebben -
56 pump room
pump room -
57 quarry
n. wild, prooi; slachtoffer; steengroeve; ruit (v.e. raam)--------v. graven; zoeken; uitgraven, opdelvenquarry1[ kworrie] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: quarries〉————————quarry2〈werkwoord; quarried〉♦voorbeelden: -
58 repository
-
59 resource
n. bron; middel; toevlucht; initiatief; bekwaamheid[ rizzo:s, -so:s]♦voorbeelden:left to one's own resources • aan zijn lot overgelaten♦voorbeelden:1 rijkdommen ⇒ (geld)middelen, voorraden♦voorbeelden: -
60 satisfaction
n. voldoening; genoegdoening; tevredenheid; beloning; het nakomen (belofte b.v.)[ sætisfæksjn]♦voorbeelden:1 find satisfaction in/take satisfaction from • genoegen vinden in, plezier hebben aanmy work is a great satisfaction to me • mijn werk is voor mij een bron van vreugdeobtain/refuse satisfaction • genoegdoening (ver)krijgen/weigerenthe company got satisfaction from him • hij betaalde de firma zijn schulden terug
См. также в других словарях:
bron — bron·chi·al; bron·chi·ectasis; bron·chio·gen·ic; bron·chi·o·lar; bron·chi·ole; bron·chi·ol·itis; bron·chi·o·lus; bron·chi·tis; bron·chi·um; bron·cho·dilator; bron·cho·gen·ic; bron·cho·gram; bron·cho·graph·ic; bron·chog·ra·phy; bron·choph·o·ny;… … English syllables
broń — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. ż IVa, DCMc. broni; lm M. bronie {{/stl 8}}{{stl 7}} rodzaj wojsk, typ formacji zbrojnej : {{/stl 7}}{{stl 10}}Służyć w broni podwodnej, pancernej. Taktyka, korpus oficerski broni pancernej. {{/stl 10}}{{stl 20}} {{/stl… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Bron — steht für eine französische Stadt bei Lyon, siehe Bron (Rhône) den französischen Kanton Bron eine Namensvariante der westafrikanischen Sprache Abron eine Sagengestalt der Gralslegende, siehe Bron (Mythologie) ein Argot gesprochen von… … Deutsch Wikipedia
Bron — Saltar a navegación, búsqueda Bron Escudo … Wikipedia Español
Bron — Surtout porté en Savoie, c est un nom de personne d origine germanique, forme contractée de Beron (racine ber = ours, voir aussi Bero). La commune de Bron, proche de Lyon, semble avoir la même origine … Noms de famille
brön — brön·ner s; … English syllables
bron|co — «BRONG koh», noun, plural cos. 1. a wild or partly tamed horse of western North America. 2. = mustang. (Cf. ↑mustang) Also, broncho. ╂[American English < American Spanish bronco < Spanish, rough (as woods), rude] … Useful english dictionary
Bron — Pour les articles homonymes, voir Bron (homonymie). 45° 44′ 22″ N 4° 54′ 50″ E … Wikipédia en Français
broń — ż V, DCMs. broni; lm M. bronie, D. broni 1. zwykle blm «narzędzie walki, każda rzecz służąca do obrony własnej lub do rażenia nieprzyjaciela; oręż» Broń myśliwska, sportowa, wojskowa. Broń przeciwlotnicza, przeciwpancerna. Broń ręczna,… … Słownik języka polskiego
Bron — French commune nomcommune=Bron région=Rhône Alpes département=Rhône arrondissement=Lyon canton=Bron insee=69029 cp=69500 maire=Annie Guillemot mandat=2001 2008 intercomm=Communauté urbaine de Lyon longitude=4.913888 latitude=45.739444 alt moy=212 … Wikipedia
broń — 1. Dać, włożyć komuś broń do ręki «wyposażyć kogoś w środki działania, w argumenty przeciw komuś, czemuś»: Odrzucić anglikanizm znaczyło przyznać się do błędu i dać broń do ręki tym, których uważał za najgorszych przeciwników religii objawionej.… … Słownik frazeologiczny