Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

bezetting

Толкование Перевод

1 capacity load

bezetting

capaciteitsbezetting

English-Dutch technical dictionary > capacity load
2 occupation

n. beroep, vak, vaardigheid; werk, arbeid
--------
n. bezetting; beheersing, overweldiging; bewonen; behouden, vast houden

occupation

[ okjoepeesjn]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 beroep

2 bezigheid ⇒ activiteit

♦voorbeelden:

2 〈 economie〉 commercial occupations • handelsactiviteiten

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 bezetting ⇒ occupatie

2 bewoning ⇒ het bewonen

3 bezit

♦voorbeelden:

1 army of occupation • bezettingsleger

English-Dutch dictionary > occupation
3 all-star

all-star

1 louter uit sterren samengesteld

♦voorbeelden:

1 an all-star cast • een ster(ren)bezetting

English-Dutch dictionary > all-star
4 an all-star cast

an all-star cast

een ster(ren)bezetting

————————

an all-star cast

een sterbezetting

English-Dutch dictionary > an all-star cast
5 cast

n. een groep acteurs (die deelnemen in een toneelstuk of musical); gips; scheel kijken
--------
v. gooien, werpen; vastzetten; nonsens vertellen

cast¹

[ ka:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 worp ⇒ gooi

2 〈 benaming voor〉 iets wat geworpen wordt ⇒ lijn 〈 met kunstvlieg als aas〉; braakbal; afgeworpen huid

3 gietvorm ⇒ model; afdruk

4 gipsverband

5 neiging ⇒ hang, zweem(pje)

6 hoedanigheid ⇒ kwaliteit, aard; uitdrukking, uiterlijk 〈 van gezicht〉

7 〈 werkwoord enkelvoud of meervoud〉 bezetting 〈 van film, toneelstuk e.d.〉 ⇒ cast, rolverdeling

♦voorbeelden:

6   cast of mind • geestesgesteldheid

7   an all-star cast • een sterbezetting

————————

cast²

〈 cast, cast [ka:st]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 zijn hengel uitwerpen

2 de doorslag geven ⇒ beslissend zijn

3 (zich laten) gieten

♦voorbeelden:

2   casting vote • beslissende stem 〈 voornamelijk van voorzitter, bij staking van stemmen〉

3   iron casts better than copper • ijzer laat zich beter gieten dan koper

→ cast about cast about/, cast around cast around/

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 (be/uit)rekenen ⇒ (be)cijferen, calculeren; optellen; trekken 〈 horoscoop〉

♦voorbeelden:

1   cast (up) accounts • rekeningen optellen

→ cast off cast off/, cast on cast on/, cast up cast up/

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈 benaming voor〉 werpen ⇒ (van zich) afwerpen; weggooien, uitgooien; laten vallen; afwerpen 〈 huid van dier〉; verliezen 〈 hoefijzer〉; neerkwakken; (ontijdig) bevallen van

2 kiezen 〈 acteurs〉 ⇒ (de) rol(len) toedelen aan, casten

3 gieten 〈metalen; ook figuurlijk〉 ⇒ een afgietsel maken van

♦voorbeelden:

1   they cast their nets into the sea • zij wierpen hun netten uit in zee

     〈 scheepvaart〉 cast adrift • losgooien

     cast ashore • op de kust/het strand werpen

3   cast bronze • brons gieten

     a man cast in the right mold • iemand uit het goede hout gesneden

→ cast aside cast aside/, cast away cast away/, cast down cast down/, cast off cast off/, cast out cast out/, cast up cast up/

English-Dutch dictionary > cast
6 complement

n. vervolmaking, aanvulling; vereiste hoeveelheid
--------
v. aanvullen

complement¹

[ komplimmənt] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 aanvulling ⇒ vervolmaking

2 vereiste hoeveelheid ⇒ volledige/voltallige bemanning/bezetting

————————

complement²

[ komplimment] 〈 werkwoord〉

1 aanvullen ⇒ vervolmaken, afronden

English-Dutch dictionary > complement
7 conquest

n. bezetting; verovering, beheersing

conquest

[ kongkwest]

1 verovering ⇒ overwinning, het bedwingen 〈 van een berg〉

♦voorbeelden:

1   here comes Jane with her new conquest • daar heb je Jane met haar nieuwe verovering

     make a conquest of • voor zich winnen, inpalmen

     〈 geschiedenis〉 the Norman Conquest • de Normandische verovering 〈 van Engeland in 1066〉

English-Dutch dictionary > conquest
8 crew

n. bemanning van roeiboot in roeiwedstrijd
--------
n. bemanning, bezetting, team

crew¹

[ kroe:] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉

1 bemanning ⇒ equipage

2 personeel

3 ploeg ⇒ roeibootbemanning, roeiploeg

4 〈 informeel〉 gezelschap ⇒ club(je), ploeg(je)

♦voorbeelden:

1 several (of the) crew are ill • verscheidene bemanningsleden zijn ziek

————————

crew²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 bemanning/bemanningslid/roeier zijn

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 bemannen

————————

crew³

〈 verleden tijd〉

→ crow crow/

English-Dutch dictionary > crew
9 direct action

n. protest door arbeiders of minoriteitsgroepen gehouden om aan hun eisen te voldoen; staken of boycotten met de bedoeling invloed uit te oefenen

direct action

directe actie 〈 bezetting, staking〉

English-Dutch dictionary > direct action
10 direct

adj. rechtstreeks, direct; onmiddellijk; openhartig
--------
adv. rechtstreeks, duidelijk; op een onomwonden manier, op openhartige wijze
--------
v. instruëren, toelichten, aanduiden; toezien, kontroleren, inspekteren; kommanderen

direct¹

[ dirrekt, daj-]

I 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 direct ⇒ rechtstreeks, onmiddellijk, openhartig

♦voorbeelden:

1   〈 computer〉 direct access • directe toegankelijkheid 〈 van geheugen〉

     direct action • directe actie 〈 bezetting, staking〉

     〈 economie〉 direct charge/cost • directe kosten

     direct contact • rechtstreeks contact

     be a direct descendant • in een rechte lijn van iemand afstammen

     direct drive • directe aandrijving

     direct evidence • bewijs uit de eerste hand

     a direct flight • een rechtstreekse vlucht

     a direct hit • een voltreffer

     the direct road • de kortste weg

     〈 taalkunde〉 direct speech • directe rede

     direct taxes • directe belastingen

     be direct • er geen doekjes om winden

¶ direct current • gelijkstroom

     〈 Brits-Engels〉 direct grant • rijkssubsidie 〈 voor scholen in tegenstelling tot subsidie van plaatselijke overheid〉

     direct mail • direct mail, postreclame 〈 (persoonlijk gerichte) reclame via de brievenbus〉

     〈 taalkunde〉 direct object • lijdend voorwerp

II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉

1 absoluut ⇒ exact, precies

♦voorbeelden:

1   direct opposites • absolute tegenpolen

————————

direct²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 het bevel voeren ⇒ aanwijzingen geven, opdracht geven

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 regisseren

2 dirigeren

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 adresseren ⇒ sturen

2 richten

3 de weg wijzen ⇒ leiden, gidsen

4 bestemmen ⇒ toewijzen, aanwijzen

5 leiden ⇒ de leiding hebben over, besturen

6 geleiden ⇒ als richtlijn dienen voor

7 opdracht geven ⇒ bevelen; 〈 juridisch〉 instrueren

♦voorbeelden:

1   direct a letter to someone • een brief aan iemand adresseren

2   these measures are directed against abuse • deze maatregelen zijn gericht tegen misbruik

     he directed a blow at his brother • hij sloeg naar zijn broer

     his remarks were directed at all of us • zijn opmerkingen waren voor ons allemaal bedoeld

3   would you direct me to the town hall? • zou u mij kunnen zeggen hoe ik bij het stadhuis moet komen?

————————

direct³

〈 bijwoord〉

1 rechtstreeks

♦voorbeelden:

1   broadcast direct • rechtstreeks uitzenden

     she came direct to Paris • ze kwam rechtstreeks naar Parijs

English-Dutch dictionary > direct
11 field

adj. v.h. veld, v.d. akker
--------
n. veld (ook in computers); omgeving; gebied; (in computers) veld, een bepaald deel, een bepaald veld; voetbalveld, samenstelling van spelers; slagveld
--------
v. in het veld brengen, inzetten (v. team); terugspelen van bal

field¹

[ fie:ld]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 〈 benaming voor〉 veld ⇒ land, weide, akker, vlakte; sportveld, sportterrein; gebied

2 slagveld ⇒ 〈 figuurlijk〉 (veld)slag

3 arbeidsveld ⇒ gebied, branche

4 〈 elektriciteit, natuurkunde〉 (kracht)veld ⇒ draagwijdte, invloedssfeer, reikwijdte

5 ondergrond ⇒ fond, veld

♦voorbeelden:

1   field of corn • korenveld

     field of ice • ijsvlakte

2   hold the field (against) • zich staande houden (tegen)

     take the field • ten strijde trekken

3   field of study • onderwerp (van studie)

4   〈 leger〉 field of fire • schootsveld

     field of vision • gezichtsveld

     magnetic field • magnetisch veld

5   a red star on a yellow field • een rode ster op een gele ondergrond

II 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; the〉

1 praktijk ⇒ veld

♦voorbeelden:

1   in the field • in het veld

III 〈zelfstandig naamwoord; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉〈 sport〉

1 bezetting 〈 van wedstrijd〉 ⇒ veld, alle deelnemers; 〈 in het bijzonder〉 jachtpartij, jachtstoet

2 concurrentie ⇒ veld, andere deelnemers 〈buiten de favoriet; in het bijzonder bij paardenrennen〉

♦voorbeelden:

2   a good field • veel mededinging

     〈Amerikaans-Engels; informeel〉 play the field • fladderen, van de een naar de ander lopen

→ right right/

————————

field²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉〈 sport〉

1 veldspeler zijn ⇒ fielden

♦voorbeelden:

1   we were fielding all morning • we stonden de hele ochtend in het veld

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈 sport〉 terugspelen ⇒ fielden 〈 bal〉

2 〈 sport〉 in 't veld brengen ⇒ uitkomen met 〈 team〉

♦voorbeelden:

1   well fielded! • goed gevangen!

English-Dutch dictionary > field
12 lockout

n. uitsluiting

lockout

1 uitsluiting 〈van werknemers bij dreigende staking/bezetting〉

English-Dutch dictionary > lockout
13 reconnaissance in force

verkenningstroep in strijd (verkenningstocht die bezetting of verkenning van een gebied door beweging en geschut uitvoert

reconnaissance in force

verkenningsexpeditie

English-Dutch dictionary > reconnaissance in force
14 sit-in

sit-in

1 sit-indemonstratie ⇒ bezetting

English-Dutch dictionary > sit-in
15 strength

n. kracht; sterkte; gehalte

strength

[ streng(k)θ]

1 sterkte 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ kracht(en), vermogen

2 (getal)sterkte ⇒ macht, bezetting

3 gehalte ⇒ concentratie, zwaarte 〈 van tabak〉, sterkte

♦voorbeelden:

1   strengths and weaknesses • sterke en zwakke punten

     strength of will • wilskracht

     measure one's strength with • zijn krachten meten met

     give me strength! • wel, allemachtig!

     that is not his strength • dat is zijn sterkste punt niet

     on the strength of • op grond van, uitgaand van

2   on the strength • in dienst

     (bring) up to (full) strength • op (volle) sterkte (brengen), voltallig maken

¶ go from strength to strength • het ene succes na het andere behalen

English-Dutch dictionary > strength
16 workin

workin

1 (bedrijfs/fabrieks)bezetting

English-Dutch dictionary > workin
17 Book of Jashar

Boek van Jashar (een boek waarin de geschiedenis van het Israëlische volk beschreven is vanaf de tijd van de drie aartsvaders tot de bezetting van het land (Israël))

English-Dutch dictionary > Book of Jashar
18 Branch Davidians

n. Branch Davidians, religieuze vernietigende sekten die afstammen van de Adventisten en bekend zijn omde bezetting van hun terrein in 1993 in Waco (Texas, V.S.) door Amerikaanse federale agenten wat resulteerde in tientallen doden (inclusief hun leider David Koresh) toen hun huizen in brand vlogen

English-Dutch dictionary > Branch Davidians
19 Canaanite

adj. Kanaänitisch (uit Kanaän, gebied in periode voor de bezetting door de hebreeuwen van israel)

English-Dutch dictionary > Canaanite
20 Gedalia

n. Gedalia (Hebreeuwse naam); Joodse heerser over Judea na Babylonische bezetting

English-Dutch dictionary > Gedalia

Страницы

См. также в других словарях:

Deutsche Zeitung in den Niederlanden — Verlagsleitung Georg Biedermann Hauptschriftleitung Emil Frotscher Hermann Ginzel Emil Constantin Privat Dr. Antonius Friedrich Eickhoff 1940 1940–1941 1941–1944 1944–1945 … Deutsch Wikipedia
Reichsdeutsche Nachrichten in den Niederlanden — Deutsche Zeitung in den Niederlanden Verlagsleitung Georg Biedermann Hauptschriftleitung Emil Frotscher Hermann Ginzel Emil Constantin Privat Dr. Antonius Friedrich Eickhoff 1940 1940–1941 1941–1944 1944–1945 Die Deutsche Zeitung in den… … Deutsch Wikipedia
Het Nationale Dagblad — Das Nationale Dagblad (Die Nationale Tageszeitung) war eine niederländische Tageszeitung mit Redaktionssitz in Amsterdam. Es war neben der Wochenzeitung Volk en Vaderland die Parteizeitung der niederländischen Nationalsozialisten NSB.… … Deutsch Wikipedia
Volk en Vaderland — (Volk und Vaterland) war eine niederländische Wochenzeitung mit Redaktionssitz in Utrecht. Sie war neben der 1936 gegründeten Tageszeitung Het Nationale Dagblad (Das Nationale Tagesblatt) das Parteiorgan der niederländischen Nationalsozialisten… … Deutsch Wikipedia
Deutsche Wochenzeitung für die Niederlande — Die Deutsche Wochenzeitung für die Niederlande war eine Zeitung mit Erscheinungsort zunächst in Haarlem, später in Amsterdam, die sich für die Stärkung der deutsch niederländischen Beziehungen einsetzte.[1][2] Die erste Ausgabe erschien am 1.… … Deutsch Wikipedia
Max Blokzijl — in jungen Jahren (1907) Marius Hugh Louis Wilhelm (Max) Blokzijl (* 20. Dezember 1884 in Leeuwarden; † 16. März 1946 in Den Haag) war ein niederländischer Journalist und Autor. Blokzijl wurde zunächst durch seine Report … Deutsch Wikipedia
Februarstreik — Als Februarstreik (niederländisch Februaristaking) wird in den Niederlanden ein Generalstreik gegen die deutsche Besatzung 1941 bezeichnet. Inhaltsverzeichnis 1 Vorgeschichte 2 Der Streik 3 Literatur … Deutsch Wikipedia
Indonesischer Unabhängigkeitskrieg — Indonesien bei Erreichen der Unabhängigkeit 1949 (rot) … Deutsch Wikipedia
Loe de Jong — Louis de Jong (* 24. April 1914 in Amsterdam; † 15. März 2005 ebenda) war einer der bekanntesten niederländischen Historiker und Journalisten. Loe (Lu) de Jong ist vor allem bekannt geworden durch sein vierzehnteiliges Werk Het Koninkrijk der… … Deutsch Wikipedia
Liste Des Administrations Postales Par Pays Souverains — Ceci est une liste des administrations postales ayant émis des timbres à un moment donné depuis 1840, triée par pays actuels souverains. La liste inclut tout type d entité gouvernementale, incluant les bureaux de postes d un pays dans un pays… … Wikipédia en Français
Liste des administrations postales, par pays souverains — Liste des administrations postales par pays souverains Ceci est une liste des administrations postales ayant émis des timbres à un moment donné depuis 1840, triée par pays actuels souverains. La liste inclut tout type d entité gouvernementale,… … Wikipédia en Français

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

bezetting

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

bezetting

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: