-
1 brutalize
v. ontmenselijken, verdierlijkenbrutalize, brutalise[ broe:tlajz] 〈zelfstandig naamwoord: brutalization〉1 verwilderen ⇒ ontmenselijken, verdierlijken -
2 deal with
zaken doen met, handel drijven metdeal with1 zaken doen met ⇒ handel drijven met, kopen bij5 behandelen ⇒ bejegenen, omgaan met7 gaan/handelen over♦voorbeelden: -
3 dishonour
-
4 meet
adj. op de juiste plaats zijnde, passend, voorzien--------n. ontmoeting; plaats van ontmoeting (bij jagers, etc.)--------v. ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; kennis maken met; antwoord geven aan; volgens het tijdschema meegaanmeet1[ mie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————meet21 elkaar ontmoeten ⇒ elkaar treffen/tegenkomen♦voorbeelden:→ meet with meet with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontmoeten ⇒ treffen, tegenkomen4 afhalen5 behandelen ⇒ tegemoet treden, het hoofd bieden8 ondervinden ⇒ ondergaan, dragen♦voorbeelden:meet the expenses • de kosten dekken -
5 serve
n. opdienen (met tennis)--------v. bedienen; dienen; opscheppen; serveren; uitzitten (straf etc.); bevruchtenserve1[ sə:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————serve2♦voorbeelden:→ serve on serve on/3 dienen ⇒ dienst doen, helpen, baten♦voorbeelden:serve as a clerk • werken als kantoorbediendehe served in North Africa • hij heeft in Noord-Afrika gediendserve at table • bedienen, opdienen£50 serves him for a week • aan vijftig pond heeft hij een week genoegit will serve • daarmee lukt het welas occasion serves • al naar gelang de gelegenheid zich voordoetare you being served? • wordt u al geholpen?the sky serve him for a roof • de hemel diende hem als dak1 dienen ⇒ voorzien in/van, volstaan, vervullen3 ondergaan ⇒ vervullen, (uit)zitten♦voorbeelden:serve the purpose of • dienst doen alsbuses serve the suburbs • de voorsteden zijn per bus bereikbaarthis recipe will serve four people • dit recept is genoeg voor vier personenthe house is served with water • het huis is aangesloten op de waterleiding2 that serves him right! • dat is zijn verdiende loon!, net goed!he served me shamefully • hij heeft me schandelijk behandeld -
6 snub
adj. kort en dik(ke wipneus)--------n. het afsnauwen (iemand); het minachtend afwijzen, het verwerpen (voorstel)--------v. afsnauwen (iemand); minachtend afwijzen, verwerpen (voorstel)snub1[ snub] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————snub2♦voorbeelden:————————snub3〈werkwoord; snubbed〉1 afstoten ⇒ onheus bejegenen, met de nek aanzien♦voorbeelden: -
7 use
n. gebruik; nut; winst--------v. gebruiken, benuttigenuse1[ joe:s]1 gebruik ⇒ aanwending, toepassing♦voorbeelden:make a good use of • goed gebruik maken vanfor use in factories • voor industrieel gebruikin use • in gebruikout of use • in onbruik♦voorbeelden:this will be of use • dit zal goed van pas komendo you have any use for this? • kun je dit nog gebruiken?it is no use arguing • tegenspreken heeft geen zinwhat is the use of it? • wat heeft het voor zin?————————use2[ joe:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:use up • opmaken2 use some sense! • gebruik je hersens even!he was ill used • hij werd slecht behandeld -
8 do someone injustice
iemand oneerlijk bejegenen,onrecht aandoen
См. также в других словарях:
Begegnen — Begêgnen, verb. reg. neutr. welches das Hülfswort seyn erfordert, auf dem Wege antreffen, unvermuthet entgegen kommen. 1. Eigentlich. Einem begegnen. Er ist mir begegnet. Ich bin ihm begegnet. Wir begegneten ihm auf dem Wege, unterweges, auf der… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart