-
1 getting together
samenkomst -
2 graduates gathering
samenkomst van afgestudeerden -
3 meeting of the Board of Governors
samenkomst van het gouverneursbestuur (directeuren vergadering)English-Dutch dictionary > meeting of the Board of Governors
-
4 meeting
samenkomstvergaderingzitting -
5 assembly
n. (in computers) Assembler taal; basis computertaal die rechtstreeks in machinetaal kan worden omgezet--------n. bijeenkomst, vergadering; congres; samenkomst; groepering; montering; parlement; gemeenschap[ əsemblie] 〈meervoud: assemblies〉1 samenkomst ⇒ vergadering, verzameling2 assemblage ⇒ samenvoeging, montage -
6 ceilidh
n. informele samenkomst met traditionele Ierse of Schotse zang en muziek en vertellen van verhalen (populair in Ierland, Schotland en de Canadese provincie Prins Edward-eiland)[ keelie]1 (Schotse/Ierse) informele samenkomst met dans en muziek -
7 concourse
n. promenade; samenkomst[ kongko:s]1 menigte ⇒ toeloop, massa2 samenkomst/loop ⇒ bijeenkomst, toevloed♦voorbeelden: -
8 meeting
n. ontmoeting, vergadering, congres, samenkomst[ mie:ting]2 bijeenkomst ⇒ vergadering, bespreking♦voorbeelden: -
9 come together
samenkomen,samenkomstcome togetherhet eens worden, een geschil bijleggen———————— -
10 concurrence
n. samenwerking; eensgezind[ kənkurrəns]1 overeenstemming ⇒ eensgezindheid, in/toestemming2 samenkomst ⇒ samenloop, het samenvallen♦voorbeelden:¶ in concurrence • gezamenlijk, met vereende krachten -
11 confluence
-
12 jamboree
n. fuif; samenkomst van de padvinders, bijeenkomst[ dzjæmbərie:] -
13 meet
adj. op de juiste plaats zijnde, passend, voorzien--------n. ontmoeting; plaats van ontmoeting (bij jagers, etc.)--------v. ontmoeten; samenkomen; tegenkomen; kennis maken met; antwoord geven aan; volgens het tijdschema meegaanmeet1[ mie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————meet21 elkaar ontmoeten ⇒ elkaar treffen/tegenkomen♦voorbeelden:→ meet with meet with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontmoeten ⇒ treffen, tegenkomen4 afhalen5 behandelen ⇒ tegemoet treden, het hoofd bieden8 ondervinden ⇒ ondergaan, dragen♦voorbeelden:meet the expenses • de kosten dekken -
14 rendezvous
n. rendezvous, afspraak; verzamelplaats, (plaats van) samenkomst--------v. ontmoetenrendezvous1[ rondivvoe:, -dee-] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: rendezvous [-voe:z]〉————————rendezvous21 samenkomen ⇒ zich verzamelen, afspreken -
15 reunion
n. eiland in de Indische Oceaan; overzees gebied van Frankrijk (vroeger bekend als het eiland van Bourbon)[ rie:joe:niən]1 reünie ⇒ hereniging, samenkomst -
16 venue
n. plaats van misdaad; plaats van bijeenkomst; plaats van gerecht[ venjoe:]1 plaats van samenkomst ⇒ ontmoetingsplaats, trefpunt2 plaats van handeling ⇒ terrein, toneel♦voorbeelden: -
17 being linked
Verbonden zijn (aaneensluiting, samenkomst, aaneenschakeling, koppeling) -
18 concurrency
n. overeenkomst; samenwerking; samenkomst van omstandigheden -
19 conversazione
n. (uit Italiaans) sociale samenkomst; informele discussie over kunst; sociale bijeenkomst om te discussiëren over onderwerp van gesprek gerelateerd aan kunst of wetenschap -
20 corroboree
n. Australisch inheems ritueel gekenmerkt door dansen met traditionele heilige riten; lawaaierige sociale samenkomst, tumult
- 1
- 2