-
1 considerable amount
behoorlijk bedrag -
2 fair
adj. billijk, eerlijk; behoorlijk; blond; mooi, net; kermis, markt--------adv. eerlijk; behoorlijk; in het geheel (spreektaal)--------n. (jaar)markt, tentoonstellingfair1[ feə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 beurs ⇒ (jaar)markt, tentoonstelling————————fair2〈bijvoeglijk naamwoord; fairness〉1 eerlijk ⇒ redelijk, geoorloofd2 behoorlijk ⇒ bevredigend, redelijk♦voorbeelden:fair game • wild waarop gejaagd mag worden; 〈 figuurlijk〉 gemakkelijke prooi 〈 bijvoorbeeld voor kritiek〉get a fair hearing • een eerlijk proces krijgenby fair means or foul • met alle/geoorloofde en ongeoorloofde middelenfair play • fair play, eerlijk spel 〈 ook figuurlijk〉〈 informeel〉 fair enough! • dat is niet onredelijk!, okay!the fair sex • het schone geslacht————————fair3〈 bijwoord〉2 beleefd ⇒ hoffelijk, netjes3 precies ⇒ pal, net♦voorbeelden:1 play fair • eerlijk spelen, integer zijn -
3 respectable
adj. achtenswaardig, respectabel; (tamelijk) groot, behoorlijk[ rispektəbl] 〈 respectably〉2 respectabel ⇒ (tamelijk) groot, behoorlijk♦voorbeelden: -
4 convenable
convenable [kõvnaabl]2 fatsoenlijk ⇒ behoorlijk, gepast3 redelijk ⇒ aanvaardbaar, behoorlijk♦voorbeelden:2 être convenable • passen, betamelijk zijnsois convenable! • gedraag je!il serait convenable que 〈+ aanvoegende wijs〉 • het zou passend zijn wanneer, teadj1) geschikt, gepast2) fatsoenlijk, behoorlijk3) redelijk, aanvaardbaar -
5 decent
adj. eerlijk, bescheiden, geëerd[ die:snt]1 fatsoenlijk ⇒ betamelijk, welvoeglijk2 kies ⇒ wellevend, ordentelijk♦voorbeelden:they serve quite a decent dinner here • je kunt hier heel behoorlijk etena decent wage • een redelijk loon¶ are you decent? • kan ik binnenkomen?, ben je (al) aangekleed? -
6 duly
-
7 goodish
-
8 confortable
confortable [kõfortaabl]1 comfortabel ⇒ gerieflijk, gezellig2 behoorlijk ⇒ aanzienlijk, flink♦voorbeelden:être confortablement récompensé • rijkelijk beloond wordenadj1) comfortabel, gezellig2) behoorlijk, aanzienlijk -
9 correct
-
10 honnête
honnête [onnet]1 eerlijk ⇒ rechtschapen, fatsoenlijk, netjes♦voorbeelden:un honnête homme • een beschaafd manhonnêtement, vous ne le saviez pas? • wist u het echt niet?→ gensadj1) eerlijk, oprecht2) geschikt, passend, behoorlijk -
11 honorable
honorable [onnorraabl]1 achtenswaardig ⇒ achtbaar, eerbaar♦voorbeelden:adj1) achtenswaardig, eerbaar2) betrouwbaar, solide3) behoorlijk, fatoenlijk -
12 joliment
-
13 raisonnable
raisonnable [rezzonnaabl]adj1) redelijk, verstandig2) tamelijk, behoorlijk -
14 rondelet
-
15 soigné
soigné [swaanjee]1 (wel)verzorgd ⇒ zorgvuldig, keurig♦voorbeelden:adj1) welverzorgd, netjes2) behoorlijk, flink -
16 gehörig
gehörig2 toebehorend ⇒ behorend, eigen -
17 hübsch
-
18 довольно
advgener. knapjes, vrij, behoorlijk, genoeg, genoegzaam, nogal, tamelijk, voldoend, voldoende -
19 должный
adjgener. schuldig, verschuldigd, plichtmatig, behoorlijk -
20 должным образом
ngener. terecht, behoorlijk, naar behoren
См. также в других словарях:
Den Helder — Saltar a navegación, búsqueda Den Helder Bandera … Wikipedia Español
Boden — 1. Der Boden ist nass, eh der Blinde verstopft das Fass. 2. Der Boden trägt gut, wenn der Herr selber das Beste thut. Dän.: Den jord bliver frugtbar hvor huusbonden selv viiser hvad der skal giøres. (Prov. dan., 327.) 3. Die auf einem Boden in… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
P — 1. Drei gute P sind: Pax, Patientia, Paratus. »Hat Philipp Melanchthon pflegen zu sagen.« (Herberger, Hertzpostille, I, 424.) 2. Drei P soll ein Heer fliehen: Poenitet, Piget, Pudet. – Sutor, 217. 3. Drei P soll ein Heer haben: Prodest, Patitur,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon