-
1 beat something into someone's head
beat something into someone's headEnglish-Dutch dictionary > beat something into someone's head
-
2 beat/knock into a cocked hat
beat/knock into a cocked hatgehakt maken van, helemaal inmaken; in duigen doen vallen -
3 beat
adj. verslagen, geklopt--------n. slag; ritme; klop; gong; weg--------v. slaan; smeden; verslaan, overwinnenbeat1[ bie:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slag2 (vaste) ronde/route 〈 voornamelijk van politieagent〉5 klop/drijfjacht♦voorbeelden:be on one's beat • zijn ronde doen————————beat21 slaan ⇒ bonzen, beuken; woeden; kloppen 〈 van hart, bloed〉; trommelen; tikken 〈 van klok〉; fladderen 〈 van vleugel〉2 een klop/drijfjacht houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉6 afzoeken♦voorbeelden:the recipe to beat all recipes • het recept dat alles slaatbeat flat • platslaanbeat back • terugslaan/drijvenbeat the door in • de deur intrappenbeat someone's head in • iemand de hersens inslaanbeat something into someone's head • iemand iets inhameren〈 informeel〉 can you beat that? • heb je ooit zoiets gehoord/gezien?he beat me to it • hij was me voor -
4 beat knowledge into someone
iemand kennis inpompen -
5 own
adj. van mij (van jou, van haar, etc.); zelf--------v. behoren tot; dank verschuldigd zijn aan; erkennen; bezittenown1[ oon] 〈bijvoeglijk naamwoord; voornaamwoord〉1 eigen ⇒ van … zelf, eigen bezit/familie♦voorbeelden:mind one's own business • zich met zijn eigen zaken bemoeienthey ate of their own cooking • zij aten uit hun eigen keukenleave someone to his/her own devices/resources • iemand aan zijn lot overlatenan own goal • een doelpunt in eigen doelput/set one's own house in order • orde op zaken stellentake the law into one's own hands • het recht in eigen handen nemen, voor eigen rechter spelentake matters into one's own hands • de zaak zelf onder handen nemenlet someone stew in his own juice • iemand in zijn eigen vet/sop gaar laten kokenbe one's own man/master • zijn eigen heer en meester/onafhankelijk zijnthe truth for its own sake • de waarheid op zich(zelf)my time is my own • ik heb de tijd aan mezelffor one's own use • voor eigen gebruiknot have a moment/minute/second to call one's own • geen moment voor zichzelf hebbenhe finally came into his own • eindelijk kreeg hij wat hem toekwamit has a value all its own • het heeft een heel bijzondere waardemay I have it for my own? • mag ik het echt hebben?/houden?he has a computer of his own • hij heeft zijn eigen computerfor reasons of his own • om persoonlijke redenenhave a way of his own • zo zijn eigen manier van doen hebbenmy own self • ikzelf, ik persoonlijkin his own (good) time • wanneer het hem zo uitkomt/uitkwam→ come into come into/————————own2♦voorbeelden:he owned to having said that • hij gaf toe dat hij dat gezegd hadII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 head
adj. belangrijkste, hoofdzaak--------n. hoofd; (in computers) kop, het onderdeel dat leest van, en schrijft naar de harde schijf of diskettes--------v. leiden, aan het hoofd staan; afstotenhead1[ hed] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.15 head〉1 hoofd ⇒ kop, hoofdlengte9 (opname/wis)kop 〈van band/videorecorder〉♦voorbeelden:have something hanging over one's head • iets boven het hoofd hebben hangen 〈 voornamelijk figuurlijk〉head first/foremost • voorovertaller by a head • een kop groterget/take something into one's head • zich iets in het hoofd zettenthe success has gone to/turned his head • het succes is hem naar het hoofd gestegenput one's heads together • de koppen bij elkaar stekenput something into someone's head • iemand iets suggererenthat is above/over my head • dat gaat boven mijn peta head for mathematics • een wiskundeknobbeloff/out of one's head • gek, niet goed bij zijn verstand3 heads or tails? • kruis of munt?4 £1 a head • £1 per persooncome to a head • een kritiek punt bereikenbang one's head against a brick wall • met het hoofd tegen de muur lopenhead over ears/heels • tot over zijn orenfrom head to foot • van top tot teenbury one's head in the sand • de kop in het zand stekenI could not make head or tail of it • ik kon er geen touw aan vastknopenkeep one's head above water • het hoofd boven water houdenbeat/knock someone's head off • iemand totaal verslaanbite/snap someone's head off • iemand afsnauweneat one's head off • eten als een wolf〈 slang〉 give someone head • iemand beffen/pijpenhold one's head high • z'n hoofd niet laten hangenkeep one's head • zijn kalmte bewarenkeep one's head down • zich gedekt houdenlaugh one's head off • zich een ongeluk lachenscream/shout one's head off • vreselijk tekeergaanhave one's head screwed on straight/right • verstandig zijn, niet gek zijnshe could do it standing on her head • het was voor haar een fluitje van een centbe promoted over one's head • gepasseerd worden————————head21 gaan ⇒ gericht zijn, koers zetten♦voorbeelden:the plane headed north • het vliegtuig zette koers naar het noorden→ head for head for/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:the procession was headed by the mounted police • de stoet werd voorafgegaan door de bereden politie→ head off head off/ -
7 daylight
n. daglichtdaylight2 dageraad ⇒ ochtendgloren, zonsopgang♦voorbeelden:see daylight • iets door/in de gaten krijgen; een lichtpuntje zienbeat/knock the (living) daylights out of someone • iemand overhoop/buiten westen slaanscare the (living) daylights out of someone • iemand de stuipen op het lijf jagen -
8 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
9 hat
n. pet, muts; kerel--------v. een hoed opzetten; een hoed geven[ hæt]1 hoed♦voorbeelden:hat in hand • deemoedig, kruiperig¶ 〈Brits-Engels; slang〉 bad hat • een kwaaie, een gemenerdbeat/knock into a cocked hat • gehakt maken van, helemaal inmaken; in duigen doen vallenI'll eat my hat if … • ik mag doodvallen als …〈informeel; schertsend〉 hang/hold on to your hat! • hou je vast aan de takken van de bomen!keep something under one's hat • iets geheim houdenpass/send/take the hat (round) • met de pet rondgaan〈 slang〉 talk through one's hat • bluffen, nonsens verkopenthrow/toss one's hat in(to) the ring • zich in de (verkiezings)strijd werpenhats off to you! • gefeliciteerd!, gelukgewenst!my hat! • nou breekt mijn klomp!; nonsens!
См. также в других словарях:
beat into — phr verb Beat into is used with these nouns as the object: ↑submission … Collocations dictionary
To beat into — Beat Beat (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as … The Collaborative International Dictionary of English
beat into one's head — {v. phr.}, {informal} To teach by telling again and again; repeat often; drill, also, to be cross and punish often. * /Tom is lazy and stubborn and his lessons have to be beaten into his head./ * /I cannot beat it into his head that he should… … Dictionary of American idioms
beat into one's head — {v. phr.}, {informal} To teach by telling again and again; repeat often; drill, also, to be cross and punish often. * /Tom is lazy and stubborn and his lessons have to be beaten into his head./ * /I cannot beat it into his head that he should… … Dictionary of American idioms
beat\ into\ one's\ head — v. phr. informal To teach by telling again and again; repeat often; drill, also, to be cross and punish often. Tom is lazy and stubborn and his lessons have to be beaten into his head. I cannot beat it into his head that he should take off his… … Словарь американских идиом
beat into — (Colloq.) Teach (by laborious effort), instil, inculcate implant … New dictionary of synonyms
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
Beat — (b[=e]t), v. t. [imp. {Beat}; p. p. {Beat}, {Beaten}; p. pr. & vb. n. {Beating}.] [OE. beaten, beten, AS. be[ a]tan; akin to Icel. bauta, OHG. b[=o]zan. Cf. 1st {Butt}, {Button}.] 1. To strike repeatedly; to lay repeated blows upon; as, to beat… … The Collaborative International Dictionary of English
beat — I n. a regularly traversed round 1) to patrol, walk one s beat 2) to cover one s beat 3) a policeman s beat rhythm 4) an irregular; regular, steady beat 5) to a beat (to dance to the beat of jungle music) unit of rhythm 6) a beat to (four beats… … Combinatory dictionary
into one's head — See: BEAT INTO ONE S HEAD, TAKE INTO ONE S HEAD … Dictionary of American idioms