-
1 luggage
-
2 impedimenta
n. (leger)bagage; bagage/lading die vertraging veroorzaakt[ impeddimmentə] -
3 baggage
n. bagage; legeruitrusting; ondeugend meisje[ bægidzj]1 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 bagage ⇒ reisgoed; 〈 figuurlijk〉 algemene ontwikkeling, belezenheid -
4 left luggage
afgegeven bagage, bagage in depot -
5 baggage claim
plaats waar bagage wordt ontvangen, plaats op luchthaven waar bagage van reizigers na vlucht verzameld wordt en door reizigers opgehaald wordt -
6 baggravation
n. kwellend gevoel dat iemand heeft als zijn bagage niet met de bagage van medereizigers arriveert bij aankomst op het vliegveld -
7 baggage check
vorderingsbewijs (meestal genummerd) aan passagiers gegeven voor hun bagagebaggage check -
8 ballast
n. ballast--------v. vullen met slechte kwaliteitballast1[ bæləst] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 a bed of ballast • een ballastbed/grindbedballast was stowed in the holds • ze namen ballast in————————ballast2〈 werkwoord〉 -
9 belongings
-
10 cargo
-
11 carpetbag
n. reistas, valies--------v. reizen met lichte bagage; zich vermakencarpetbag, 〈 Amerikaans-Engels ook〉 carpetsack -
12 carry-on
-
13 free allowance
toegestane hoeveelheid bagage 〈in vliegtuig e.d.〉 -
14 free
adj. vrij; ontslagen; in vrijheid; gratis; beschikbaar--------adv. vrij; gratis--------v. bevrijden, vrijlaten; in vrijheid stellen; oplossen; loslatenfree1[ frie:] 〈bijvoeglijk naamwoord; freer〉1 vrij ⇒ onafhankelijk, onbelemmerd2 vrij ⇒ gratis, belastingvrij4 vrij ⇒ niet bezet, niet in gebruik; niet vast, los; leeg; 〈 natuurkunde〉 in vrije toestand, ongebonden6 vrijgevig ⇒ gul, royaal♦voorbeelden:1 a free agent • iemand die vrij/onafhankelijk kan handelenFree Church • non-conformistische Kerkfree fight • algemeen gevechtgive/allow someone a free hand • iemand de vrije hand laten〈 voetbal〉 free kick • vrije schop/trapgive free rein(s) to • de vrije teugel laten aanfree speech • vrijheid van meningsuitingfree thought • vrijdenkerijfree verse • vrij vers〈 techniek, technologie〉 free wheel • freewheel, vrijloopfree will • vrije wilyou are free to do what you like • je mag doen wat je wilfeel free to do something • iets met een gerust hart (kunnen) doenmake someone free of something • iets delen met iemand, iemand de beschikking geven over ietsset free • vrijlaten, in vrijheid stellenfree from care • vrij van zorgen, onbekommerdfree of charge • gratis, kosteloosfree of tax • belastingvrijcarriage free • francoa free pass • een vrij reisbiljet/vrijkaartjefree port • vrije haven, vrijhaven〈Amerikaans-Engels; informeel〉 for free • gratis, voor nietsfree trade • (de) vrije handel, (de) vrijhandel4 is this seat free? • is deze plaats vrij?5 free and easy • ongedwongen, zorgeloosmake free with • te vrij/schaamteloos gebruik maken van, (te) vrij omgaan met————————free2〈 werkwoord〉2 verlossen ⇒ losmaken, vrijstellen♦voorbeelden:the grant freed him from all financial worries • de toelage verloste hem van al zijn financiële zorgen————————free3〈 bijwoord〉1 vrij ⇒ los, ongehinderd2 gratis♦voorbeelden:3 free on board • vrij/franco aan boordfree alongside ship • franco/vrij langs boordfree delivered • franco (t)huisfree on rail/truck • franco spoor/wagon -
15 go over
onderzoeken; terugkomen opgo over♦voorbeelden:1 we now go over to our reporter on the spot • we schakelen nu over naar onze verslaggever ter plaatseII 〈werkwoord + voorzetsel〉 -
16 go through
overgaan, ervaring opdoengo through♦voorbeelden:II 〈werkwoord + voorzetsel〉1 opmaken ⇒ uitgeven, ergens doorheen zijn/gaan2 nauwkeurig onderzoeken ⇒ doorzoeken 〈 bagage〉; nagaan, checken 〈bewering e.d.〉; doornemen 〈 tekst〉3 doormaken ⇒ ondergaan, meemaken4 passeren ⇒ gaan door/via♦voorbeelden: -
17 light
adj. licht; vlug; luchtig; vrolijk; vluchtig--------adj. lichtend; oplichtend; helder--------n. licht; verlichting; daglicht; verlichtend; bliksem; blik; vuur; stoplicht; voorbeeld--------v. verlichten; aansteken; in brand steken; (uit auto stappen); neerkomen; laten vallenlight1[ lajt]2 ruit(je)3 licht/vuurtoren♦voorbeelden:1 can you give me a light, please? • heeft u misschien een vuurtje voor me?1 licht ⇒ verlichting; openbaarheid♦voorbeelden:in a good light • bij goed licht/zichtbring/come to light • aan het licht brengen/komenreversing light • achteruitrijlampsee the light • het licht zien, tot inzicht komenshed/throw light (up)on • licht werpen op, klaarheid brengen inlight of one's eyes/life • iemands oogappel/hartendiefwithout light and shade • eentonig, kleurloosa shining light • een lichtend voorbeeldgo out like a light • onmiddellijk ingeslapen zijnin (the) light of this statement • in het licht van/gezien deze verklaring2 (geest)vermogens ⇒ inzichten, opvattingen♦voorbeelden:————————light21 licht ⇒ verlicht, helder♦voorbeelden:light clothing • lichte kledijlight food • licht (verteerbaar) voedsellight in the head • licht in het hoofdlight of heart • licht/luchthartiglight industry • lichte industrielight opera • operettelight reading • lichte lectuurlight traffic • geringe verkeersdruktemake light work of • zijn hand niet omdraaien voormake light of • niet zwaar tillen aan————————light3♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 light a cigarette/fire/lamp • een sigaret/vuur/lamp aansteken→ light up light up/————————light4〈 bijwoord〉1 licht♦voorbeelden:travel light • weinig bagage bij zich hebben -
18 locker
n. kastje, kluisje (voor kleding enz.); kluis[ lokkə] -
19 personalize
v. verpersoonlijken; labelenpersonalize, personalise[ pə:snəlajz] 〈zelfstandig naamwoord: personalization〉♦voorbeelden:personalized stationery • postpapier op naam -
20 personalized luggage
- 1
- 2
См. также в других словарях:
bagage — [ bagaʒ ] n. m. • 1265; de l a. fr. bagues, de l angl. bag « paquet » 1 ♦ Vx Matériel d une armée. Mod. Loc. fig. Se rendre, capituler avec armes et bagages : accepter une entière défaite. Fam. Avec armes et bagages : avec tout son matériel, tout … Encyclopédie Universelle
bagage — BAGAGE. s. m. Équipage de ceux qui sont en voyage ou à la guerre. Cheval de bagage. Gros bagage, pour dire, Le bagage qui ne sauroit être voituré que par des charrois. Menu bagage, pour dire, Le bagage qui peut être porté sur des bêtes de somme.… … Dictionnaire de l'Académie Française 1798
bagage — BAGAGE. s. m. Equipage de ceux qui vont par pays, & principalement des gens de guerre. Cheval de bagage, les bagages de la Cour. les bagages de l armée. Gros bagage de l armée. C est la partie du bagage qui occupe le plus de place dans une armée … Dictionnaire de l'Académie française
bagage — Bagage, m. pen. C est le menu equipage que les gens de guerre font porter apres eux, ou sur charretes, ou sur sommiers, ou sur le dos des goujards, et par consequent se prend aussi pour les chartiers, muletiers, et goujards, portans et menans ce… … Thresor de la langue françoyse
Bagage — Sf Gesindel std. vulg. (16. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. bagage m. Troß , einem Kollektivum zu frz. bagues Pl. Gepäck (Singular wohl Sack o.ä.). Die (nur deutsche) Bedeutungsverschlechterung zu Gesindel beruht darauf, daß der Troß bei den… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Bagage — bezeichnet in Frankreich das Gepäck im 16. und 17. Jahrhundert den Heerestross und Gesindel eines Landsknechtheeres (abwertend) Gesindel, Pack Siehe auch: Wiktionary: Bagage – Bedeutungserklärungen, Wortherkunft, Synonyme,… … Deutsch Wikipedia
Bagage — Bagage,die:1.⇨Gesindel–2.⇨Gepäck Bagage 1.→Gesindel 2.→Gepäck … Das Wörterbuch der Synonyme
Bagage — Curieux nom surtout porté à la Réunion. S agirait il du surnom d un voyageur ? Difficile de savoir. Le nom était autrefois porté dans la Meuse, on le rencontre aussi en Belgique. A noter que dans certaines régions de Wallonie le mot bagage a été… … Noms de famille
Bagage — Bagage: Das seit dem 16. Jh. bezeugte Fremdwort stammt aus der Soldatensprache und bedeutete ursprünglich »Gepäck, Tross«. Heute ist es veraltet und lebt eigentlich nur noch als Scheltwort für »Gesindel«, eine Bedeutungsentwicklung, die der von ↑ … Das Herkunftswörterbuch
Bagage — (fr., spr. Bagahsch), 1) der große Wagentrain einer Armee, welcher das Gepäck, die Lebensmittel, Fourage, so wie die übrigen Bedürfnisse u. Geräthe (nicht die Munition) den einzelnen Truppentheilen im Ganzen nachführt. Die Heere der neueren Zeit… … Pierer's Universal-Lexikon
Bagage — (franz., spr. bagāsch ), Reisegepäck, besonders die für die unmittelbare Schlagfertigkeit und Bequemlichkeit der Truppen auf Fahrzeugen (früher auch Packpferden, Maultieren) mitgeführten Bedürfnisse. Zur kleinen B. gehören die Handpferde der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon