-
1 drop shipment
afleveren -
2 deliver
v. bezorgen, overleveren; geven; verlossen; baren; afleveren[ dillivvə]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be delivered of • verlost worden/bevallen van -
3 drop
n. druppel; snoepje; val--------v. vallen; laten vallen; naar beneden halen; naar beneden komen; springen (met parachuut); laten verdwijnendrop1[ drop]2 zuurtje4 dropping ⇒ het afwerpen per parachute/uit vliegtuig♦voorbeelden:drop by drop, by/in drops • druppel voor druppelat the drop of a hat • meteen, bij de minste aanleidingII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————drop2〈 dropped〉3 ophouden ⇒ verlopen, uitvallen4 dalen ⇒ afnemen, zakken♦voorbeelden:〈 slang〉 drop dead! • val dood!drop away • geleidelijk afnemen, teruglopen¶ drop back/behind • achterblijven, achtergelaten wordendrop behind • achter raken bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten vallen ⇒ laten zakken, neerlaten3 laten varen ⇒ laten schieten, opgeven4 laten dalen ⇒ verminderen, verlagen7 afleveren ⇒ afgeven, afzetten♦voorbeelden:she dropped her eyes • zij sloeg haar ogen neer〈 informeel〉 drop it! • schei uit!, hou ermee op!drop me a line • schrijf me even een paar regeltjes→ drop off drop off/ -
4 hand over
v. inleveren, afleveren, overhandigen, afgeven, uitreikenhand over♦voorbeelden:hand over power to someone • aan iemand de macht overdragen -
5 transfer
n. overplaatsing, overdracht--------v. overbrengen, transfereren, afleverentransfer1[ trænsfə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈 juridisch〉overdrachtsakte/brief————————transfer2[ trænsfə:] 〈 transferred〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 overmaken ⇒ overhandigen, overdragen2 overplaatsen ⇒ verplaatsen, overbrengen♦voorbeelden: -
6 transmit
v. afleveren, doorgeven; uitzenden[ trænzmit, træns-] 〈 transmitted〉♦voorbeelden:transmit power from the engine to the weels • kracht van de motor naar de wielen overbrengen -
7 turn out
blijken te zijn; worden, gebeuren; te voorschijn komen, uit de veren komen, uitlopen (v. stad), opkomen, uitrukken (v. brandweer); afzetten, uitdraaien; produceren, (af-)leveren, presterenturn out♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉6 naar buiten draaien/zetten 〈 voeten〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:as it turns out/as things turn out • zoals blijktit turned out that he didn't come at all • het bleek/het werd duidelijk dat hij helemaal niet kwam -
8 deliver letters
brieven bezorgen/afleveren -
9 issue a newspaper
een krant afleveren -
10 to deliver
afgevenafleverenleverenuitleveren
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский