-
1 to let through
doorlaten -
2 to unblank
doorlaten -
3 to admit
doorlatentoelatentoestaan -
4 be opaque to X-rays
be opaque to X-rays -
5 leak
n. lek(kage); uitlekking (v. gegevens); (take a..) pissen--------v. lekken; uitlekken; binnendringen; laten uitlekken (van informatie)leak1[ lie:k] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lek(kage) ⇒ lek(king), ongewenste ontsnapping♦voorbeelden:1 spring a leak • lek raken/stoten————————leak21 (weg/naar binnen) lekken ⇒ door een lek stromen♦voorbeelden:1 lekken ⇒ lek zijn, (lekkend) doorlaten♦voorbeelden:♦voorbeelden: -
6 let through
let throughlaten passeren, doorlaten -
7 let
n. verhindering; huren; verhuren; "terugkomen" (bij tennis)--------v. laten; de mogelijkheid geven; geven; verhuren; laten liggen; ontdekkenlet1[ let]♦voorbeelden:————————let2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten ontsnappen ⇒ bevrijden, loslaten♦voorbeelden:1 she wants to, but her mother won't let her • ze wil wel, maar ze mag niet van haar moederlet someone go • iemand laten gaanlet me have that • geef (maar/eens) hierlet something be known • iets laten wetenplease, let me buy this round • laat mij nu toch dit rondje aanbiedenlet there be no mistake about my opinion • laat er over mijn mening geen misverstand bestaanlet me hear/know • hou me op de hoogtelet me see • eens kijkenlet's face it • laten we wel wezen4 let x be y/z • stel x is y/z, gegeven x is y/zlet something be • iets laten rustenlet drop/fall • (zich) laten (ont)vallenlet fly (at) • uithalen (naar)let someone get on with it • iemand zijn gang laten gaanlet oneself go • zich laten gaanlet someone have it • iemand de volle laag/ervan langs gevenlet pass • laten lopen, onweersproken latenlet something ride • iets op zijn beloop latenlet someone stew • iemand in zijn eigen sop laten gaarkokenlet through • laten passeren, doorlatenlet into • binnenlaten in, toelaten tot; in vertrouwen nemen over, vertellen -
8 obstruct
v. afsluiten, niet doorlaten, verhinderen; saboteren; lastig vallen; verstoppen[ əbstrukt] -
9 opaque
adj. afgesloten; ondoorzichtig; mat; duister; stompzinnig--------n. een ondoorzichtig voorwerp; vloeistof voor het afdekken van delen van een negatief (in fotografie)[ oopeek] 〈 opaqueness〉3 onduidelijk ⇒ onbegrijpelijk, ondoorgrondelijk4 stompzinnig ⇒ dom, traag van begrip♦voorbeelden:be opaque to X-rays • geen röntgenstralen doorlaten -
10 transmission
n. aflevering; uitzending; transmissie, versnelling (van een auto)[ trænzmisjn, træns-] -
11 transmit
v. afleveren, doorgeven; uitzenden[ trænzmit, træns-] 〈 transmitted〉♦voorbeelden:transmit power from the engine to the weels • kracht van de motor naar de wielen overbrengen -
12 hard contact lenses
harde contactlenzen (harde contactlenzen die geen lucht doorlaten)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский