-
21 queue
queue [keu]〈v.〉1 staart2 rij ⇒ queue, file3 steel ⇒ handvat, greep♦voorbeelden:la queue en trompette • met de staart omhoogs'en aller la queue basse, la queue entre les jambes • met de staart tussen de benen ervandoor gaanfouetter de la queue • kwispelensans queue ni tête • zonder kop of staartn'avoir ni queue ni tête • kop noch staart hebbense mettre à la queue, prendre la queue • in de rij gaan staan, achter aan de rij aansluitenà la queue, en queue • in de achterste gelederen, achteraanfinir en queue de poisson • als een nachtkaars uitgaanà la queue leu leu • achter elkaar, op een rijtje, in de ganzenpasf1) staart2) rij, file3) handvat4) biljartstok5) sleep [japon] -
22 rapproché
-
23 rejet
rejet [rəzĵe]〈m.〉1 (het) teruggooien ⇒ (het) opwerpen, (het) opnieuw gooien4 (het) verwerpen ⇒ (het) afwijzen, weigering♦voorbeelden:m2) afstoting [medisch]3) afwijzing, weigering5) enjambement [vers]6) (het) achter aan de zin plaatsen [taal]7) loot -
24 retard
retard [rətaar]〈m.〉2 achterstand ⇒ (het) achterstallige, (het) achterblijven3 uitstel♦voorbeelden:en retard • te laatavoir du retard à l'allumage • iets pas laat in de smiezen krijgenprendre du retard • achterop raken; vertraging krijgenloyer en retard • achterstallige huurêtre en retard sur les idées de son temps • niet met zijn tijd zijn meegegaanm1) vertraging3) achterstand4) uitstel5) (het) achterlopen [klok] -
25 sous
sous [soe]〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:sous enveloppe • in een enveloppesous (la) main • bij de handsous Napoléon • onder, tijdens Napoleonsous la pluie • in de regen2 sous huitaine, quinzaine • binnen een week, veertien dagensous peu (de temps) • binnenkortprép1) onder, in2) binnen [tijd] -
26 abriter
abriter [aabrietee]2 herbergen ⇒ onderbrengen, plaats bieden aan1 schuilen (voor) ⇒ zich beschermen, beschutting zoeken (tegen)♦voorbeelden:1. v 2. s'abriter (de)vschuilen (voor), onderkomen zoeken -
27 apôtre
apôtre [aapootr]〈m.〉1 apostel2 verdediger ⇒ voorvechter, voorstander♦voorbeelden:m1) apostel2) voorvechter -
28 auréole
auréole [orree.ol]〈v.〉1 (stralen)krans ⇒ aureool, ring♦voorbeelden:auréole du martyre • martelaarskroondétacher sans former d'auréoles • ontvlekken zonder kringen achter te latenfstralenkrans, aureool -
29 bannière
-
30 barreau
barreau [baaroo]〈m.〉2 balie♦voorbeelden:sous les barreaux • achter de traliesêtre inscrit au barreau • advocaat zijnm1) tralie2) sport van stoel/ladder3) balie, advocatuur -
31 barricader
barricader [baariekaadee]♦voorbeelden:1. v1) versperren2) goed (af)sluiten, dichttimmeren2. se barricaderv -
32 bouchée
bouchée [boesĵee]〈v.〉2 bonbon♦voorbeelden:1 ne faire qu'une bouchée de qc. • iets opschrokken, in één hap ophebben〈 figuurlijk〉 ne faire qu'une bouchée de qn. • iemand snel afmaken, inmakenf1) hap(je)2) bonbon -
33 brave
brave [braav]♦voorbeelden:adj1) dapper, moedig2) best, braaf, goed -
34 cachette
cachette [kaasĵet]〈v.〉♦voorbeelden:en cachette de qn. • achter iemands rugrire en cachette • in zijn vuistje lachenf1) schuilplaats -
35 caniche
caniche [kaaniesĵ]〈m.〉1 poedel♦voorbeelden:suivre qn. comme un caniche • als een hondje achter iemand aanlopenm -
36 cap
cap [kaap]〈m.〉3 bepaalde grens ⇒ bepaald aantal, bepaalde hoeveelheid♦voorbeelden:doubler un cap • een kaap omzeilenle Cap • Kaapstad→ piedil a maintenant passé, doublé le cap • hij is nu de moeilijkheid te bovenelle a passé, doublé le cap de la cinquantaine • zij is over de vijftigmettre le cap sur • de steven wenden naarm1) kaap2) mijlpaal4) koers [schip, vliegtuig] -
37 certain
certain [sertẽ]〈bijvoeglijk naamwoord en onbepaald bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:preuve certaine • doorslaand bewijsce n'est pas certain • dat staat niet vastle certain • het zekerepréférer le certain à l'incertain • het zekere voor het onzekere nemenun certain nombre de personnes • een aantal mensencertaines personnes • sommige mensen, sommigen1. adj1) zeker, vast(staand)2) bepaald, zeker2. certainsadj pl -
38 cerveau
cerveau [servoo]〈m.〉♦voorbeelden:cerveau électronique • elektronisch breingrand cerveau • knappe kopavoir le cerveau fêlé • van lotje getikt zijnse creuser le cerveau • z'n hersens (af)pijnigen→ rhumem1) hersenen2) brein, verstand -
39 chaire
chaire [sĵer]〈v.〉3 katheder♦voorbeelden:être titulaire d'une chaire • een leerstoel bekledenf1) stoel2) preekstoel3) katheder4) leerstoel, professoraat -
40 charrue
См. также в других словарях:
Achter — (von acht) steht für: Achter (Rudern), ein Ruderboot mit acht Ruderern plus Steuermann Achter Canadier, ein Kanu für acht Paddler plus Steuermann Achter (Fußball), eine Spielposition im Fußball Achterknoten, einen Knoten, zum Anseilen beim… … Deutsch Wikipedia
achter — Adv hinter per. Wortschatz ndd. (10. Jh., Standard 18. Jh.), mndd. achter, mndl. achter, nndl. achter Stammwort. Niederdeutsch für after, seit dem 18. Jh. auch in hochdeutschen Texten. After, aber. deutsch s. After … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
achter — »hinter«: Das aus der nordd. Seemannssprache übernommene Wort (mnd. achter) ist die niederd. Entsprechung von hochd. after »hinter« (vgl. ↑ After) … Das Herkunftswörterbuch
Achter [1] — Achter, 1) sonst in SDeutschland so v.w. Achtkreuzerstücke; 2) früher in Sachsen die anspachschen Mariengroschen; 3) die königl. sächs. Achtpfennigstücke; 4) (Jagdw.), so v.w. Achtender; 5) (Bergw.), so v.w. Achtstündner; 6) ein Zirkel der… … Pierer's Universal-Lexikon
Achter [2] — Achter (Seew.), so v.w. hinter; daher Achtersteven, so v.w. Hintersteven … Pierer's Universal-Lexikon
Ächter — Ächter, s. Acht … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Achter — Achter, der plattdeutsche Ausdruck für hinter, z. B. Achtersteven, soviel wie Hintersteven … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Achter — (niederd.), hinter. Achteraus, hinter dem Schiffe, nach hinten. Achterdeck, der hintere Teil des Oberdecks, auf Segelschiffen beim Großmast beginnend, bis zum Heck reichend. Achterlastig, s. Lastigkeit. Achterlich, von hinten kommend, z.B.… … Kleines Konversations-Lexikon
achter... — achter... [niederdeutsch, von englisch after »hinter«, »nach«], Seemannssprache: hinter , besonders bei Schiffen, z. B. Achterdeck, das hintere Deck; achtern, von mittschiffs nach hinten … Universal-Lexikon
achter — [Network (Rating 5600 9600)] Auch: • achte • achtes … Deutsch Wörterbuch
Achter — Acht (umgangssprachlich); Seitenschlag * * * ạch|te(r, s) 〈Adj.; Ordinalzahl zu „acht“; 〉 der/die/das dem siebten Folgende ● 〈Kleinschreibung〉 das achter Mal; der achter Januar; 〈Großschreibung〉 er war der Achte, der bestraft wurde; er ist der… … Universal-Lexikon