-
1 avant
avant1 [aavã]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 voorkant ⇒ voorstuk, voorste deel3 voorhoedespeler ⇒ aanvaller, spits♦voorbeelden:asseyez-vous à l'avant • gaat u voorin zitten→ traction————————avant2 [aavã]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 van tevoren ⇒ eerder, eerst♦voorbeelden:1 d' avant • ervoor, daarvoorplus avant • steeds verder, meeren avant • naar voren, vooruit, voorwaartsse mettre en avant • zich op de voorgrond plaatsen→ marche————————avant3 [aavã]〈 voorzetsel〉1 voor♦voorbeelden:1 avant cela • daarvooravant peu • binnenkortne faites rien avant d' avoir reçu ma lettre • doe niets voordat u mijn brief ontvangen hebt, alvorens mijn brief ontvangen te hebben1. m1) voorkant2) voorhoede, front3) aanvaller, spits2. adjvoorste, voor-3. adv1) van tevoren, eerder, eerst2) vooraan, vooruit, voorwaarts4. prép 5. avant deprép6. avant queconj -
2 demain
demain [dəmẽ]〈 bijwoord〉1 morgen♦voorbeelden:d'ici (à) demain • vóór morgen, tussen nu en morgendemain en huit • morgen over een weekdemain il fera jour • morgen is er weer een dagdemain on rase(ra) gratis • morgen brengen!ce n'est pas pour demain, ce n'est pas demain la veille • het duurt nog wel even voor het zover is2 de quoi demain sera-t-il fait? • hoe zal de toekomst er uit zien?adv1) morgen2) in de toekomst, spoedig -
3 heure
heure [ur]〈v.〉1 uur♦voorbeelden:une heure d'horloge • een vol uursemaine de 40 heures (de travail) • 40-urige werkweekl'heure exacte • de juiste tijd〈 kindertaal〉 mon quatre heures • mijn eten, mijn hapje om 16 uurquelle heure est-il? • hoe laat is het?heures supplémentaires • overurenil est une heure et demie • het is half tweeavancer, retarder l'heure • de klok voor, achter zettenn'avoir pas une heure à soi • geen moment voor zichzelf hebbenn'avoir pas d'heure • zich niet aan de klok houdendemander l'heure • vragen hoe laat het iscent kilomètres à l'heure • honderd kilometer per uur2 heure d'affluence, de pointe • spits(uur), piekuurheure d'été, d'hiver • zomer-, wintertijdavoir eu son heure de gloire • z'n (korte) glanstijd gehad hebbenl'heure H • het uur Uheures creuses • stille uren, tussenuren, dalurenc'est l'heure • het is tijdprendre heure avec qn. • een bepaalde tijd afsprekenson heure a sonné • zijn laatste uur heeft geslagenarriver à l'heure • op tijd komence livre est venu à son heure • dat boek is op een gunstig moment gekomenà ses heures • als het hem uitkomtà l'heure qu'il est • nu, op dit momentà l'heure actuelle • nu, tegenwoordigà l'heure de • in de tijd van; op de manier van, onder de invloed vanà l'heure où • op het moment dattout à l'heure • straks, zoëvend' une heure à l'autre • ieder moment, zeer binnenkortde bonne heure • vroeg, vroegtijdigd'heure en heure • van uur tot uur, voortdurendpour l'heure • voor, op het ogenbliksur l'heure • onmiddellijkf1) uur2) tijd -
4 ici
ici [iesie]〈 bijwoord〉1 hier♦voorbeelden:1 ici gît … • hier rust …d' ici • hiervandaanles gens d' ici • de mensen uit deze streekpar ici • hierlangs, deze kant uit, hier in de buurtd' ici là • vóór het zover isd' ici là on verra bien • dat zien we dan wel weerd' ici quelques mois • binnen enkele maandend' ici peu • binnenkortjusqu'ici • tot nu toeadv -
5 longtemps
longtemps1 [lõtã]〈m.〉♦voorbeelden:je ne compte pas y retourner d'ici longtemps • ik denk dat het lang zal duren voor ik daar weer terugkomavant longtemps • binnenkort〈+ ontkenning en toekomende tijden〉 de longtemps • (gedurende) lange tijd, voor langdepuis longtemps • (sinds) lang, al langpendant longtemps • lang, gedurende lange tijdje n'en ai pas pour longtemps • ik ben zo klaar; ik ben zo terugil n'en a plus pour longtemps • hij maakt het niet lang meeril y a longtemps qu' il est mort • hij is al lang dood————————longtemps2 [lõtã]〈 bijwoord〉♦voorbeelden:adv -
6 peu
peu [peu]〈bijwoord; ook m.〉1 weinig ⇒ niet erg, niet veel, bijna niet, (een) beetje♦voorbeelden:un (tout) petit peu • een (heel) klein beetje; enigszins〈 formeel〉 quelque peu • enigszins, ietsjec'est peu • het stelt niet veel voorpeu s'en plaignent • weinigen klagen eroverpas peu • heel watpeu ou prou • min of meer, enigszinsni peu ni prou • in 't geheel niet(un) tant soit peu • enigszinspeu à peu • langzamerhandà peu (de chose) près • bijna, ongeveeril est de peu mon aîné • hij is iets ouder dan ikil s'en faut de peu • het scheelt maar weinigéviter de peu • op een haar na kunnen vermijdenpeu de (temps) • weinig (tijd)pour un peu … • het scheelde maar weinig of …le peu (que) • het beetje, het weinige (dat)si peu que ce soit • (ook) al is het nog zo weinig¶ je vous demande un peu! • nou vraag ik je!il y a peu • kortgeledenavant peu, dans peu, d' ici peu, sous peu • binnenkort, weldra, spoedigdepuis peu • sinds kortviens voir un peu • kom 's kijkenun peu! 〈 informeel〉, un peu, mon neveu! • nou reken maar!c'est un peu fort! • dat is wel erg sterk!m, adv(de) weinig, een beetje -
7 sous
sous [soe]〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:sous enveloppe • in een enveloppesous (la) main • bij de handsous Napoléon • onder, tijdens Napoleonsous la pluie • in de regen2 sous huitaine, quinzaine • binnen een week, veertien dagensous peu (de temps) • binnenkortprép1) onder, in2) binnen [tijd] -
8 avant longtemps
avant longtemps -
9 avant peu
avant peu -
10 d' ici peu
d' ici peu -
11 d' une heure à l'autre
d' une heure à l'autreieder moment, zeer binnenkort -
12 délai
délai [deele]〈m.〉1 termijn ⇒ tijd, tijdsbestek2 uitstel ⇒ vertraging, oponthoud♦voorbeelden:délai de livraison • levertijddélai de préavis • opzegtermijndélai de prescription • verjaringstermijnà bref délai • binnenkortdans les plus brefs délais • zo spoedig mogelijkdans les délais • op tijdsans délai • dadelijk -
13 échéance
échéance [eesĵee.ãs]〈v.〉1 vervaldag ⇒ vervaldatum, verschijndag♦voorbeelden:1 venir à échéance • vervallen, aflopen4 effet à courte, à longue échéance • wissel op kort, lang zicht¶ à brève échéance, à courte échéance • op korte termijn, binnenkortà longue échéance • op lange termijn -
14 prochainement
-
15 avant peu, dans peu, d' ici peu, sous peu
avant peu, dans peu, d' ici peu, sous peubinnenkort, weldra, spoedigDictionnaire français-néerlandais > avant peu, dans peu, d' ici peu, sous peu
-
16 sous peu
sous peu (de temps) -
17 tantôt
-
18 à bref délai
à bref délai -
19 à brève échéance, à courte échéance
à brève échéance, à courte échéanceop korte termijn, binnenkortDictionnaire français-néerlandais > à brève échéance, à courte échéance
См. также в других словарях:
The Catalogue — Box set by Kraftwerk Released 5 October 2009 … Wikipedia
Primidone — Systematic (IUPAC) name 5 ethyl 5 phenyl hexahydropyrimidine 4,6 dione Clinical data Pregnancy cat. D … Wikipedia
Right turn on red — No right turns on red light sign in Montreal, Quebec, Canada Turning rig … Wikipedia
Musti (character) — Musti by Ray Goossens Musti is a cartoon character, created by Flemish graphic artist Ray Goossens in 1945.[1] Musti is a little cat, living with his mother and father in a little house in a rural village, surrounded by a large garden with… … Wikipedia
International Parliament for Safety and Peace — The International (States) Parliament for Safety and Peace (IPSP or ISPSP; Italian: Parlamento Mondiale (degli Stati) per la Sicurezza e la Pace), sometimes written along with the designation New Society of Nations, is a private organization… … Wikipedia