-
1 afbetalen
♦voorbeelden:2 ƒ100,- afbetalen voor de wagen • pay Dfl100 on account for the car, make a down payment of Dfl100 on the car -
2 aanspreken
2 [toespreken] speak/talk to ⇒ address♦voorbeelden:een spaarrekening/voorraad aanspreken • start on/use a savings account/supplyik voel mij niet aangesproken • it doesn't concern meiemand vriendelijk aanspreken • speak kindly to someoneiemand met mevrouw/meneer aanspreken • address someone as madam/siriemand op iets aanspreken • call someone to account for somethingiemand over zijn gedrag aanspreken • talk to someone about his conduct1 [in de smaak vallen bij] appeal to -
3 nemen
1 [beetpakken] take2 [in genoemde toestand brengen/laten verkeren] take3 [het genoemde (gaan) doen] take4 [nuttigen] have6 [aanvaarden] take8 [op zijn weg passeren] take9 [op genoemde wijze opvatten] take♦voorbeelden:een kind op de arm nemen • take a baby/child in one's arms〈 figuurlijk〉 neem mijn vader nou • now, take my fathermen neme … • take …in behandeling nemen • start treatingiets op zich nemen • undertake (to do) something; 〈 verantwoordelijkheid〉 take something (up)on oneselfiets ter hand nemen • take something in hand/something upiets tot zich nemen • take somethingvoor zijn rekening nemen • deal with, account foruit elkaar nemen • take apart3 maatregelen nemen • take steps/measuresde moeite nemen om • take the trouble toontslag nemen • resignplaats nemen tussen/in • sit (down)/take a seat between/inwat neem jij? • what are you having?neem nog een koekje • (do) have another biscuiteen krant nemen • take/subscribe to a newspapereen dag vrij nemen • have/take a day offiemand tot man, vrouw nemen • take someone as one's husband/wifedat neem ik niet! • I'm not standing for that!je moet de Engelsen nemen zoals ze zijn • you must take the English the way they are7 de bus nemen • catch/take the/go by buseen taxi nemen • get/take a/go by taxiiemand tot voorbeeld nemen • take someone as an exampleiets niet zo nauw nemen • not bother oneself much about something, not be overparticulariemand (niet) serieus nemen • (not) take someone seriouslyalles bij elkaar genomen • all things consideredstrikt genomen • strictly (speaking)over het geheel genomen • all in alliets ter harte nemen • take something to heart10 〈 religie〉 de Heer heeft gegeven, de Heer heeft genomen • the Lord gave, the Lord hath taken awayiemand het leven nemen • take someone's lifeeen stad nemen • take/capture a city¶ hij nam haar van achteren/met geweld • he took her from behind/by forcewat dacht je? ik neem het er maar eens van • you bet, I'm doing myself proud/I'm helping myself, ( 〈 slang〉 to the goodies)iemand ertussen nemen • pull someone's leghet er (goed) van nemen • live well -
4 verantwoorden
1 [rekenschap afleggen van] justify, account for♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich verantwoorden〉♦voorbeelden: -
5 nederleggen
v. lay down, lay, put down, plank down, deposit, demit, account for, abdicate -
6 neerleggen
v. lay down, lay, put down, plank down, deposit, demit, account for, abdicate -
7 rekenschap geven van
v. account for -
8 motiveren
• to account for• to motivate -
9 iemand op iets aanspreken
iemand op iets aansprekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand op iets aanspreken
-
10 iemands gedrag verklaren
iemands gedrag verklarenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands gedrag verklaren
-
11 kunt u daar een verklaring voor geven?
kunt u daar een verklaring voor geven?can you account for that?/explain that?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > kunt u daar een verklaring voor geven?
-
12 motiveren
2 [stimuleren] motivate♦voorbeelden:iemand motiveren voor iets • motivate someone into doing something -
13 verklaren
♦voorbeelden:een tekst verklaren • interpret/elucidate a textzoiets kan ik niet verklaren • it beats me, it's beyond meiemand krankzinnig verklaren • certify someone insaneiets nietig/ongeldig verklaren • declare something void/invalideen huis onbewoonbaar verklaren • condemn a house〈 formeel〉 hierbij verklaar ik dat … • this is to certify that …II 〈wederkerend werkwoord; zich verklaren〉1 [zijn mening te kennen geven] declare (oneself)2 [zijn bedoeling duidelijk maken] explain oneself♦voorbeelden: -
14 verklaring
1 [uitleg] explanation4 [manifest] certificate♦voorbeelden:kunt u daar een verklaring voor geven? • can you account for that?/explain that?ik ben u een verklaring schuldig • I owe you an explanationeen verklaring afleggen • make a statement -
15 voor zijn rekening nemen
voor zijn rekening nemendeal with, account forVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor zijn rekening nemen
-
16 rekening
2 [staat met debet- en creditzijde] account4 [+ voor] [op kosten/ter verantwoording van de genoemde] expense♦voorbeelden:te betalen rekeningen • accounts payableeen rekening betalen/voldoen • pay/settle an account/a billte innen rekeningen • accounts receivableober, mag ik de rekening? • waiter, may I have the bill please?een lopende rekening • current accounteen rekening openen (bij een bank) • open an account (at a bank)iemand iets in rekening brengen • charge something to someone, charge someone for somethingop rekening kopen • buy on accountop rekening van • at the expense ofgeld op een rekening hebben/storten • have money in/pay money into an accountdat is voor mijn rekening • I'll get the bill; 〈 figuurlijk〉 I'll take care of that, leave that to mekosten voor zijn rekening nemen • pay the costs, take care of the costs4 voor eigen rekening • at one's own expense, out of one's own pocket; 〈 handel〉 for (their) own accountdat is geheel voor rekening van de schrijver • that is (entirely) the author's viewde VS nemen 35 % van het wereldverbruik van vlees voor hun rekening • the U.S. accounts for 35 % of the world's meat consumptionje moet een beetje rekening houden met je ouders • you should show some consideration for your parentsrekening rijden • pay-as-you-drive〈 figuurlijk〉 een oude rekening vereffenen • pay off an old grudge, settle an old score -
17 conto
-
18 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven • your money or your life!baar geld • (hard) cashgroot geld • notes, Abillshet grote geld • (the) big money, Amegabucksklein geld • (small) changepapieren/gemunt geld • paper money, notes, Abills; 〈 gemunt〉 coin(s), specievals geld • counterfeit (money)in/met vreemd geld betalen • pay in foreign currencyzwart geld • undisclosed income, money received under the counterbulken van/zwemmen in het geld • be loaded, be rolling in money/itgeld drukken • print moneyhet geld laten rollen • spend money freelygeld moet rollen • you must keep money movingsmijten met geld • 〈 figuurlijk〉 throw one's money about/aroundgeld in iets steken • put money into somethinggeld wisselen • change moneyde waarde is niet in geld uit te drukken • you can't put a price on itwaar voor zijn geld krijgen • get value for moneygeld als water verdienen • earn big money/a packet〈 spreekwoord〉 het geld dat stom is, maakt recht wat krom is • a golden handshake is better than ten witnesses2 een smak/hoop/berg geld • bags/stacks of moneyhet is weggegooid geld! • that's a (sheer) waste of moneyiemand geld afpersen • extort money from someonegeld hebben • be well-offgeen geld hebben • be brokezij heeft geld van zichzelf • she has money of her owngelden misbruiken • misappropriate/misapply fundsdat zal zijn geld wel opbrengen • that will pay (for itself)iemand die veel geld uitgeeft • a big spendergoed in zijn geld zitten • be well offmet zijn geld geen raad weten • have money to burnmensen met geld • moneyed peoplezonder geld zitten • be out of pocket, be brokekinderen betalen half geld • children half-priceik zal het geld er gauw weer uit hebben • it will soon pay for itselfniet goed? geld terug • money refunded/back if not satisfactory, money-back guaranteehet is echt niet duur voor dat geld • its a good buyvoor geen geld ter wereld • not for love or money(dat is) geen geld! • that's a bargain! -
19 grond
4 [bodem onder water] bottom♦voorbeelden:een stuk grond • a plot of landbraakliggende grond • waste landlaag bij de grond • 〈 figuurlijk〉 commonplace, pedestrian, triteiemand tegen de grond slaan • knock someone flattegen de grond gaan • fall down〈 figuurlijk〉 zij heeft haar bedrijf van de grond af opgebouwd • she built up her firm up from scratch2 〈 schertsend〉 een kunstenaar van de koude grond • a third-rate/would-be artist, an artist of sortsschrale/onvruchtbare grond • barren/poor soilvaste grond onder de voeten hebben • 〈 ook figuurlijk〉 be on firm/solid groundgewijde grond • consecrated groundiemand nog verder de grond in trappen • kick someone when he's downtoen de grond hem te heet onder de voeten werd • when things got too hot for him〈 figuurlijk〉 iemand/iets de grond in prijzen • praise someone/something to the skiesals aan de grond genageld staan • be rooted to the spotdoor de grond (kunnen) gaan/zinken van schaamte • not know where to put oneself for embarrassmentop de grond zitten • sit on the ground/floor〈 figuurlijk〉 iemand de grond in boren • crush someone; 〈 (ernstig) bekritiseren〉 crucify someone, tear/pull someone to pieces/shreds〈 figuurlijk〉 iemand/iets te gronde richten • ruin someone/somethingzichzelf te gronde richten • dig one's own gravegoede grond hebben iets aan te nemen • have good grounds/reason for somethingop medische gronden • for medical reasons, on medical groundsgronden aanvoeren voor • advance arguments fordie bewering mist alle grond • that assertion is without (any) foundation/is groundlessop grond van zijn huidskleur • because of/on account of his colourop grond van artikel 26 • on the basis of/by virtue of section 26op grond waarvan • on the basis of whichop grond van het feit dat … • on the basis of/by reason of the fact that …6 in de grond van de zaak • at bottom, basicallydat komt uit de grond van zijn hart • that comes from the bottom of his heart -
20 nota
2 [geschrift] memorandum3 [aantekening] note♦voorbeelden:1 nota van onkosten • expense account, billeen nota voor de kosten van medische hulp • a bill for medical expenseseen diplomatieke nota • a diplomatic note
См. также в других словарях:
account for — give a satisfactory record or explanation of. → account account for succeed in killing or defeating. → account account for supply or make up (a specified amount). → account … English new terms dictionary
account for — (something) 1. to explain the reason for something. More police on the streets accounted for less street crime. 2. to form the total of an amount of something. In Florida, people over 60 account for more than 25 percent of the population … New idioms dictionary
account for — index enlighten, explain, exposit, justify, rationalize, solve, support (justify), vindicate … Law dictionary
account for — ► account for 1) supply or make up (a specified amount). 2) give a satisfactory record or explanation of. 3) succeed in killing or defeating. Main Entry: ↑account … English terms dictionary
account for — [v] offer reason, explanation answer for, clarify, elucidate, explain, illuminate, justify, rationalize, resolve; concept 57 Ant. underestimate … New thesaurus
account for — phrasal verb [transitive] Word forms account for : present tense I/you/we/they account for he/she/it accounts for present participle accounting for past tense accounted for past participle accounted for 1) account for something to be the reason… … English dictionary
account for — verb 1. be the reason or explanation for (Freq. 24) The recession accounts for the slow retail business • Hypernyms: ↑be • Verb Frames: Something s something 2. give reasons for (Freq. 6) … Useful english dictionary
account for — 1) PHRASAL VERB If a particular thing accounts for a part or proportion of something, that part or proportion consists of that thing, or is used or produced by it. [V P n] Computers account for 5% of the country s commercial electricity… … English dictionary
account for — 1) they must account for the delay Syn: explain, answer for, give reasons for, justify 2) excise duties account for over half the price Syn: constitute, make up, comprise, represent, be responsible for, produce … Synonyms and antonyms dictionary
account for — 1) they must account for the delay Syn: explain, answer for, give reasons for, rationalize, justify 2) taxes account for much of the price of gasoline Syn: constitute, make up, form, compose, represent … Thesaurus of popular words
account for — phr verb Account for is used with these nouns as the subject: ↑export, ↑import, ↑sale Account for is used with these nouns as the object: ↑discrepancy, ↑fact, ↑per cent, ↑variation … Collocations dictionary