-
1 hesitate
v. aarzelen[ hezzitteet]1 aarzelen ⇒ weifelen, schromen♦voorbeelden:they hesitate at nothing • zij schrikken nergens voor terug〈 spreekwoord〉 he who hesitates is lost • wie aarzelt, is verloren -
2 falter
v. wankelen; aarzelen, weifelen; stamelen[ fo:ltə]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 hang back
niet vooruit willen; achterblijvenhang back♦voorbeelden:hang back in fear • zich uit vrees afzijdig houden -
4 pause
n. pauze; tijdelijk ophouden (met vuren)--------v. ophouden, stoppenpause1[ po:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make a pause • rust/pauze houdenpause to take a breath • adempauze————————pause2〈 werkwoord〉1 pauzeren ⇒ pauze/rust houden2 talmen ⇒ dralen, blijven hangen♦voorbeelden: -
5 scruple
-
6 waver
v. verdwalen; zwerven, dwalen; zich bewegen; knipperen (licht); rillen, beven; instorten; ondermijnd worden; twijfelen, betwijfelen[ weevə]♦voorbeelden: -
7 baulk
n. onbeploegde landrichel; onvolledige en dus onwettige slag gemaakt door een werper (in honkbal)--------v. weigeren naar voren te gaan; aarzelen; belemmeren→ balk balk/ -
8 bone
n. bot, been; graat--------v. botten krakenbone1[ boon] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 been ⇒ beenachtige stof, ivoor♦voorbeelden:1 as dry as a bone • kurkdroog, beendroogI can feel it/it is in my bones • ik weet het zeker, ik voel het aankomenham off the bone • ham van het beenchilled/frozen to the bone • verkleumd/bevroren tot op het bothe is a communist to the bone • hij is communist tot in het mergno bones broken? • sans rancune?, even goede vrienden?make no bones about • niet aarzelen omhave a bone to pick with someone • met iemand een appeltje te schillen hebben————————bone21 benen ⇒ van been/balein, ivoren————————bone3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————bone4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 bone dry • kurkdroog, beendroogbone idle/lazy • aartslui -
9 demur
n. bezwaar maken, bedenkingen hebben--------v. bezwaar maken, tegenwerping; aarzelingdemur1[ dimmə:] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 bedenking ⇒ tegenwerping, bezwaar♦voorbeelden:1 with no/without demur • zonder meer, zonder aarzelen————————demur2〈werkwoord; demurred〉1 bedenkingen hebben ⇒ tegenwerpingen/bezwaar maken2 〈 juridisch〉een exceptie/excepties opwerpen♦voorbeelden: -
10 dilly-dally
-
11 dither
n. zenuwachtigheid, nerveuze opwinding--------v. weifelendither1♦voorbeelden:1 be in a dither • van streek zijn, niet weten wat te doenall of a dither • zenuwachtig, opgewonden¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 my aunt has got the dithers about the flight • mijn tante heeft het op haar zenuwen over de vliegreis————————dither2〈 werkwoord〉1 aarzelen2 zenuwachtig zijn/doen -
12 give someone pause
-
13 halt
adj. mank, kreupel lopen--------n. klein spoorwegstation; halt, stilstand, rust--------v. stoppen; aarzelen, twijfelenhalt1[ ho:lt]1 halt ⇒ stilstand, rust♦voorbeelden:1 bring to a halt • tot stilstand brengen, stilleggencall a halt to • een halt toeroepencome to a halt • tot stilstand komenmake a halt • halt houden————————halt21 halt houden ⇒ stoppen, pauzerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 halt doen houden ⇒ tot stilstand brengen, stoppen -
14 hang back from doing something
hang back from doing something -
15 hesitate about/over
hesitate about/over -
16 hold back
hold back1 aarzelen ⇒ schromen, iets verzwijgen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ inhouden, in de weg staan -
17 make no bones about
-
18 oscillate
v. slingeren, schommelen; trillen; aarzelen; oscilleren (radio)[ ossilleet]2 weifelen♦voorbeelden: -
19 seesaw between two possibilities
seesaw between two possibilities -
20 seesaw
n. wip (op en neer gaan)--------v. wippen; schommelen, slingerenseesaw1[ sie:so:]1 wip♦voorbeelden:1 play (at) seesaw • wippen, op de wip spelen————————seesaw2〈 werkwoord〉1 (op en neer) wippen ⇒ op en neer wippen, op de wip spelen2 schommelen ⇒ zigzaggen, veranderlijk zijn♦voorbeelden:seesaw between two possibilities • steeds aarzelen tussen twee mogelijkheden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
aarzelen — draydray / gunya / frede frede … Woordenlijst Sranan