-
1 goedkeuren
aprobáDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > goedkeuren
-
2 cì. goedkeuren
gener. goedkeurd -
3 одобрение syn. goedkeuren
gener. (напр. кредита) fiatteringRussisch-Nederlands Universal Dictionary > одобрение syn. goedkeuren
-
4 see fit
goedkeuren -
5 одобрять
-
6 одобрить
-
7 одобрять
-
8 одобрить
-
9 одобрить
goedkeuren, instemmen, bekrachtigen -
10 одобрять
goedkeuren, instemmen, bekrachtigen -
11 to approve of
goedkeuren, akkoord gaan met -
12 to approve
goedkeurenkeuren -
13 pass
n. pas; stand van zaken; doorgang; slagen bij een examen; doorgeven van een bal; handbeweging--------v. voorbijgaan, passeren; aangeven; slagen; inhalen; goedkeurenpass1[ pa:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 passage ⇒ (berg)pas; doorgang, vaargeul♦voorbeelden:it/things had come to such a pass that • het was zo ver gekomen dat————————pass21 (verder) gaan ⇒ (door)lopen, voortgaan2 voorbijgaan ⇒ passeren; voorbijkomen; overgaan, eindigen3 passeren ⇒ er door(heen) (ge)raken/komen6 aanvaard/aangenomen worden ⇒ slagen 〈 voor examen(onderdeel)〉; door de beugel kunnen 〈 grove taal bijvoorbeeld〉10 overgemaakt/overgedragen worden♦voorbeelden:pass from a solid to an oily state • van een vaste in een olieachtige stof overgaanpass to other matters • overgaan naar/tot andere zakenpass on the left • s inhalenpass unnoticed • niet opgemerkt wordeneverything must pass • aan alles moet een einde komenno passing (permitted) • geen doorgangplease, let me pass • mag ik er even langswe are only passing through • we zijn enkel op doorreispass as/for • doorgaan voor, dienen alscome to pass • gebeuren〈 juridisch〉 pass on/upon a constitutional question • een uitspraak doen/vonnis vellen over een grondwettelijke kwestie→ pass away pass away/, pass between pass between/, pass by pass by/, pass into pass into/, pass off pass off/, pass on pass on/, pass out pass out/, pass over pass over/, pass through pass through/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 passeren ⇒ voorbijlopen, voorbijtrekken2 oversteken ⇒ gaan/lopen door, komen over4 goedkeuren ⇒ aanvaarden, bevestigen5 slagen in/voor6 komen door ⇒ aanvaard/bekrachtigd worden door♦voorbeelden:pass the salt • het zout doorgevenpass the word (a)round • vertel het verderpass in • inleverenpass an opinion • een oordeel/idee geven -
14 approuver
approuver [aaproevee]〈 werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ goedvinden, beamen2 goedkeuren ⇒ prijzen, waarderen♦voorbeelden:approuver qn., qc. • het met iemand, iets eens zijnv1) goedkeuren, goedvinden2) prijzen, waarderen -
15 OK
adj. in orde, okee--------adv. in orde; goed--------interj. in orde! okee!--------n. toestemming (dat alles in orde is); overeenkomst--------v. zijn fiat geven aan, goedkeuren1 goedkeuring ⇒ akkoord, fiat————————〈bijvoeglijk naamwoord; bijwoord〉 〈 informeel〉1 okay ⇒ o.k., in orde; voldoende; akkoord, afgesproken♦voorbeelden:————————1 zijn fiat geven aan ⇒ goedkeuren, akkoord gaan met -
16 agree
v. het eens zijn; toestemmen; overeenkomen[ əgrie:]1 akkoord gaan ⇒ het eens zijn, het eens worden, afspreken2 overeenstemmen ⇒ goed opschieten, passen♦voorbeelden:agree to do something • afspreken iets te zullen doenI agree! • vind ik ook!I don't agree! • vind ik niet!agree on/upon something • het ergens over eens zijn, een akkoord bereiken over ietsagree to something • met iets instemmen, in iets toestemmenagree with someone about something • het met iemand over iets eens zijnagree that • ermee akkoord gaan/ook vinden datagreed! • akkoord!2 agree with • kloppen met, overeenstemmen met, passen bij→ agree with agree with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bepalen ⇒ overeenkomen, afspreken♦voorbeelden: -
17 approve
v. instemmen; goedkeuren[ əproe:v]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 goedkeuren ⇒ toestemmen in, akkoord gaan met♦voorbeelden: -
18 accepter
accepter [aakseptee]〈 werkwoord〉2 aanvaarden ⇒ berusten in, zich neerleggen bij3 toestemmen in ⇒ inwilligen, goedkeuren♦voorbeelden:accepter qn. dans le cercle familial • iemand in de familiekring opnemenv1) aannemen, accepteren2) aanvaarden, zich neerleggen (bij)3) toestemmen (in), goedkeuren -
19 adopter
-
20 consentir
consentir [kõsãtier]1 instemmen (met) ⇒ toestemmen (in), het eens zijn (met)♦voorbeelden:→ motII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) toestemmen (in), akkoord gaan (met)2) toestaan, goedkeuren3) geven [korting, krediet, uitstel]
См. также в других словарях:
Belgian Holocaust denial law — The Belgian Holocaust denial law, passed on March 23, 1995, bans public Holocaust denial. Specifically, the law makes it illegal to publicly deny, play down, justify or approve of the genocide committed by the German National Socialist regime… … Wikipedia
Gesetze gegen Holocaustleugnung — Holocaustleugnung ist in zahlreichen europäischen Ländern, darunter allen deutschsprachigen, illegal. Viele Länder haben erweiterte Gesetze gegen Verleumdung oder Rassenhass; andere Länder wie Kanada und Großbritannien haben keine spezifischen… … Deutsch Wikipedia
Холокост в Бельгии — Часть серии статей о Холокосте Идеология и политика Расовый антисемитизм … Википедия