-
1 Willem III heeft lang geregeerd
Willem III heeft lang geregeerdDeens-Russisch woordenboek > Willem III heeft lang geregeerd
-
2 regeren
1 〈 onovergankelijk〉 régner (sur) 〈 van vorsten〉; 〈 overgankelijk〉 gouverner 〈 van regering, bestuur〉♦voorbeelden:in, over een land regeren • régner sur un pays -
3 aaneensluiten
I 〈wederkerend werkwoord; zich aaneensluiten〉1 [verbond sluiten] s'unir1 [strak tegen elkaar aan komen] être bien joints1 [strak tegen elkaar aanleggen] ajuster -
4 aanleggen
1 [aanbrengen tegen, om] mettre2 [doen overeenkomstig een doel] procéder (à qc.)6 [besteden] investir♦voorbeelden:hoe leg ik dat aan? • comment m'y prendre?het zuinig aanleggen • être chichehet met iemand aanleggen • 〈 zich inlaten met〉 s'acoquiner avec qn.; 〈 ruzie krijgen met〉 se prendre de querelle avec qn.het met de buurvrouw aanleggen • devenir l'amant de sa voisinehet op iets aanleggen • viser qc.1 [voor de wal komen] aborder2 [onderweg stilhouden] s'arrêter (à)1 [richten] épauler (qc.)♦voorbeelden: -
5 aansluiten
1 [verbinden] relier (à)♦voorbeelden:verkeerd aangesloten zijn • ne pas avoir obtenu le bon numérou bent verkeerd aangesloten • vous vous trompez de numéro1 [passen] correspondre♦voorbeelden:deze treinen sluiten op elkaar aan • il y a une correspondance entre ces trains¶ wilt u daar aansluiten? • voulez-vous prendre votre place dans la queue?III 〈wederkerend werkwoord; zich aansluiten〉1 [zich voegen in, bij] se joindre (à)2 [partij, standpunt kiezen] adhérer (à)♦voorbeelden: -
6 aantrekken
1 [naar zich toetrekken; bekoren] attirer2 [vaster doen sluiten] serrer4 [m.b.t. kleren] mettre♦voorbeelden:zich aangetrokken voelen door, tot iemand of iets • être attiré par qn. ou qc.→ link=buikriem buikriemeen knoop aantrekken • serrer un noeudII 〈wederkerend werkwoord; zich aantrekken〉1 [grote aandacht schenken aan] se soucier de♦voorbeelden:zich verwijten aantrekken • prendre des reproches au sérieuxzich niets aantrekken van • se moquer de1 [in een richting gaan] se diriger (vers)2 [bijtrekken] revenir à la normale♦voorbeelden:de prijzen trekken aan • les prix se stabilisent -
7 afgeven
1 [kleurstof loslaten] déteindre (sur)2 [+ op][bekritiseren] critiquer (qn., qc.)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [overhandigen] remettre2 [als bevoegde uitreiken] délivrer♦voorbeelden:een brief afgeven • remettre une lettreIII 〈wederkerend werkwoord; zich afgeven〉 -
8 afrukken
1 [met een ruk lostrekken] arracher♦voorbeelden:1 [zich verwijderen] se retirer♦voorbeelden:III 〈wederkerend werkwoord; zich afrukken〉1 [zich aftrekken] se branler -
9 afstoten
1 [door stoten verwijderen] faire partir2 [van de hand doen] se débarrasser de3 [biologie] rejeter♦voorbeelden:filialen afstoten • vendre des succursalestaken afstoten • se désengager de certaines tâches1 [onaangenaam aandoen] déplaire2 [natuurkunde] (se) repousser♦voorbeelden:zich afgestoten voelen door iets, iemand • trouver qc., qn. repoussant1 [afketsen] glisser (sur) -
10 aftrekken
1 [zich verwijderen] partir2 [zich op weg begeven] se diriger (vers)♦voorbeelden:1 [wiskunde] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 faire des soustractions; 〈 overgankelijk werkwoord〉 enlever2 [afschieten] tirer♦voorbeelden:acht van veertien afgetrokken geeft zes • quatorze moins huit font six1 [inhouden] déduire (de)3 [afwenden, afhouden] détourner (de)4 [seksueel bevredigen] branler5 [naar beneden trekken] tirer (vers le bas)♦voorbeelden:de bloemen van de planten aftrekken • arracher les fleurs des plantes3 afgetrokken worden van iets • être distrait de qc.5 een jongen van een schutting aftrekken • empoigner un garçon pour le faire descendre d'une clôture→ link=hand hand -
11 baden
1 [een bad nemen] prendre un bain2 [+ in][m.b.t. lichaamsvocht] baigner (dans)3 [+ in][geheel gehuld zijn in] baigner (dans)4 [+ in][een overvloed bezitten van] nager (dans)♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een bad geven] baignerIII 〈wederkerend werkwoord; zich baden〉1 [zich koesteren] nager (dans)♦voorbeelden: -
12 binden
3 [boekwezen] relier♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • il sait s'attacher son personnelII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [dik worden] épaissir2 [figuurlijk][een band smeden] créer un lien -
13 bliksemen
1 [vuur schieten] fulgurer2 [vallen] dégringoler3 [voorbij flitsen] passer comme un éclair♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [gooien] flanquer♦voorbeelden:1 iemand eruit bliksemen • flanquer qn. à la porte1 [lichten] faire des éclairs -
14 buigen
1 [doen krommen] plier♦voorbeelden:iemands wil buigen • fléchir la volonté de qn.1 [een buiging maken] s'incliner♦voorbeelden:1 voor iemand buigen • s'incliner devant qn.voor iemands wil buigen • se plier aux volontés de qn.de weg buigt hier naar links • ici le chemin tourne à gaucheIII 〈wederkerend werkwoord; zich buigen〉1 [een gebogen houding aannemen] se pencher♦voorbeelden: -
15 dat
dat1♦voorbeelden:dat land • ce paysdat meisje • cette fille1 [bij nadruk op de tegenstelling of bij tegenstelling]celui-là, celle-là2 [in combinatie met être]ce3 [in combinatie met andere werkwoord] 〈 onderwerp〉 cela⇒ ça 〈 lijdend voorwerp〉 le, la ⇒ 〈 met nadruk〉cela, ça4 [gevolgd door een voorzetselbepaling, meestal ingeleid door ‘van’]celui, celle5 [gevolgd door een bijvoeglijke bijzin]ce♦voorbeelden:1 wil je dit boek of dat? • veux-tu ce livre-ci ou celui-là?dat is nog eens een man • ça, c'est un hommewie is dat? • qui est-ce?ziezo, dat is dat • ça y est3 dat doet maar! • ça fait comme chez soi!dat heb ik nooit gezegd • je n'ai jamais dit çadat is te zeggen • cela, ça revient à direnee, dat weet ik niet • ça, je ne (le) sais paszij heeft dat en dat gezegd • elle a dit ça et çajouw voorstel lijkt me beter dan dat van Paul • ta proposition me semble meilleure que celle de Paul¶ ik heb een broek gekocht, maar hij is niet je dat • j'ai acheté un pantalon, mais ce n'est pas tout à fait ça1 〈 als onderwerp in de Franse bijzin〉 qui, < als lijdend voorwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde> que, <als meewerkend voorwerp, voorafgegaan door het voorzetsel ‘à’> qui♦voorbeelden:het kind dat ik een gulden gegeven had • l'enfant à qui j'avais donné un florinhet voorwerp dat in de vitrine lag • l'objet qui se trouvait dans la vitrinehet voorwerp dat Jan gevonden had • l'objet que Jean avait trouvé————————dat2〈 voegwoord〉1 [een bijzin afhangend van een werkwoord inleidend] que♦voorbeelden:ik denk dat hij komt • je pense qu'il viendra2 hij is kwaad dat hij niet mee mag • il est furieux, parce qu'il ne peut pas nous accompagnerde reden dat hij niet komt • la raison pour laquelle il ne vient pashet is tijd dat we een beslissing nemen • il est temps que nous prenions une décisiongelopen dat hij heeft! • comme il a couru!dat hij leve! • qu'il vive!smerig dat het er was! • ce que c'était sale!doe het zo dat ik tevreden kan zijn • fais-le de façon que je sois contentbehalve dat • à part quezonder dat • sans quedat mij nu juist zo iets moest overkomen! • dire qu'il faut que ça m'arrive à moi! -
16 die
♦voorbeelden:die hond • ce chiendie Jan toch! • ce sacré Jean!die man • cet hommedie mannen • ces hommesdie vrouw • cette femmedie vrouwen • ces femmes1 [bij nadruk op de tegenstelling of bij tegenstelling]celui-là, celle-là, < meervoud> ceux-là, celles-là2 [bij nadruk, of bij gebruik in plaats van persoonlijk voornaamwoord] 〈 als onderwerp〉 il(s), elle(s); 〈 als lijdend voorwerp〉 le, la, les; 〈 als meewerkend voorwerp〉 lui, leur3 [gevolgd door een voorzetselbepaling, meestal ingeleid door ‘van’]celui, celle, ceux, celles4 [gevolgd door een bijvoeglijke bijzin]celui, celle, ceux, celles♦voorbeelden:2 ken je P.? Nee, die heb ik nooit ontmoet • connais-tu P.? Non, je ne l'ai jamais rencontrédie is me toch oud geworden! • c'est fou ce qu'il a vieilli!die is goed! • elle est bien bonne!3 niet deze boom, maar die bij de schutting • non pas cet arbre-ci mais celui qui se trouve près de la palissade4 ik accepteer deze jurk niet; het is niet die die ik uitgezocht heb • je n'accepte pas cette robe; ce n'est pas celle que j'avais choisiemeneer die en die • monsieur Unteldie en die • un tel, une tellemevrouw die en die • madame Untel1 〈 als onderwerp in de Franse bijzin〉 qui, < als lijdend voorwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde> que, <voorafgegaan door het voorzetsel ‘à’> qui♦voorbeelden:dat is een vraag die ik niet verwachtte • c'est une question à laquelle je ne m'attendais pasik ben niet meer de vrouw die ik was • je ne suis plus la femme que j'étaisde was die gestreken is • le linge qui a été repassé -
17 drukken
1 [duwen] appuyer (sur)2 [als iets zwaars liggen op] peser (sur)3 [kakken] faire caca♦voorbeelden:1 tegen iets drukken • (s')appuyer contre qc.II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [iets in een toestand, ergens brengen] presser3 [een last zijn voor] opprimer4 [drukwezen] imprimer5 [d.m.v. een stempel aanbrengen] apposer6 [knellen] serrer♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • serrer la main à qn.〈 sport en spel〉 iemand van de baan drukken • tasser qn.een motie erdoor drukken • réussir à faire passer une motioniemand geld in de hand drukken • glisser de l'argent dans la main de qn.een kurk op een fles drukken • boucher une bouteillede lippen op elkaar drukken • serrer les lèvresiemand een kus op de lippen drukken • déposer un baiser sur les lèvres de qn.zware onkosten drukten ons • nous étions écrasés sous les chargesIII 〈wederkerend werkwoord; zich drukken〉1 [zich aan iets onttrekken] tirer au flanc -
18 een
een11 un, une♦voorbeelden:een zijn met • faire corps avec————————een21 un, une♦voorbeelden:je bent me er (ook) een! • tu es un drôle de numéro!als er een is, die het kan, dan is hij het • s'il y en a un qui en est capable, c'est bien lui————————een3I 〈hoofdtelwoord; met klemtoon〉1 un, une♦voorbeelden:dat is een! • et d'un(e)!elke stem is er een • chaque voix compteeen en dezelfde persoon • une seule et même personneniet één heeft er iets over gezegd • pas un(e) n'en a parléhet is bij enen • il est près d'une heureop één dag • le même jourtien tegen een dat • il y a gros à parier quehonderd tegen een! • je te le parie à cent contre un!een van tweeën • de deux choses l'uneeen van hen • l'un(e) d'entre eux (d'entre elles)een voor een • un(e) à un(e)de een nog mooier dan de ander • tous plus beaux les uns que les autres, toutes plus belles les unes que les autreseen een voor wiskunde • un un (sur dix) en mathsmen kan het ene doen en het andere niet laten • on peut faire les deuxde een of ander • quelqu'un(het) een en ander • des choses et d'autreswij hebben het een en ander besproken • nous avons abordé plusieurs sujetsniet om het een of ander • ce n'est pas pour direhet is het een of het ander • de deux choses l'une→ link=komen komenII 〈rangtelwoord; met klemtoon〉♦voorbeelden:bladzijde een • page unIII 〈lidwoord; zonder klemtoon〉1 [onbepaald]un, une2 [m.b.t. de hele soort]le, la3 [ongeveer] environ♦voorbeelden:1 een man, een vrouw, een kind • un homme, une femme, un(e) enfanteen meneer A. • un (certain) monsieur A.een uur of drie • environ trois heureseen duizend gulden • environ mille florins→ link=dag dag¶ het kost me een geld! • cela me coûte les yeux de la tête!een mensen dat er waren! • il y avait un monde fou!wat een mensen! • 〈 hoeveelheid〉 quelle foule!wat een geldverspilling! • quel gaspillage! -
19 eten
eten1〈 het〉♦voorbeelden:iemand het eten uit de mond kijken • regarder manger qn. avec envie————————eten21 [nuttigen] manger (qc.)♦voorbeelden:het is te eten • c'est mangeablegoed kunnen eten • avoir un bon coup de fourchettehij houdt van lekker eten • il aime la bonne cuisineje kunt hier lekker eten • on mange bien icieet smakelijk • bon appétitmet smaak eten • manger de bon appétitom op te eten zijn • être à croquer→ link=pot pot♦voorbeelden:uit eten gaan • (aller) dîner en ville♦voorbeelden: -
20 haken
1 [met een haak grijpen, blijven vastzitten] s'accrocher (à)2 [+ naar][hevig verlangen] aspirer (à)1 [m.b.t. handwerken] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 faire du crochet; 〈 overgankelijk werkwoord〉 faire (qc.) au crochet1 [+ aan][aan een haak bevestigen] accrocher (à)
См. также в других словарях:
III — steht für: Drei, altrömische Schreibweise der Zahl III ist die Signatur folgender Personen: Jack White (Gitarrist) (* 1975), US amerikanischer Songwriter, Sänger und Gitarrist Hank Williams III (* 1972), US amerikanischer Rock Sänger Siehe auch:… … Deutsch Wikipedia
III — (as used in expressions) Abd al Rahman III Afonso III Alexander III Amenhotep III Andronicus III Palaeologus Antiochus III Augustus III Cabell Calloway III Casimir III Charles III Christian III … Universalium
III — Not to be confused with Ill (ill, ILL). III (iii) is the Roman number for three, but may also refer to: * III, official artist name for the Inti Creates sound team * III (Download album), an album by the band Download * III (Chad Brock album), an … Wikipedia
III — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Acid King III, album de Gui Boratto III, album de Bob Sinclar Catégorie : Homonymie … Wikipédia en Français
iii — ISO 639 3 Code of Language ISO 639 2/B Code : iii ISO 639 2/T Code : iii ISO 639 1 Code : ii Scope : Individual Language Type : Living Language Name : Sichuan Yi … Names of Languages ISO 639-3
III. РОССИЯ. СССР. СНГ - полный — III.1. Племенные союзы восточных славян … Правители Мира
III.6. Правительства периода гражданской войны — ⇑ III. РОССИЯ. СССР. СНГ III.6.1. Европейская Россия III.6.1.1. Юг России III.6.1.2. Дон III.6.1.3. Кубань … Правители Мира
III.9. Содружество независимых государств (СНГ) — ⇑ III. РОССИЯ. СССР. СНГ … Правители Мира
III. Kerületi TVE — III. Kerületi TUE Nombre completo III. Kerületi TVE Futball Club Obuda Fundación 24 de enero de 1887 (124 años) Estadio Hévízi út, Budapest (Hungría) … Wikipedia Español
III Comando Administrativo Aéreo — Activa 4 de febrero de 1938 1944 País Alemania Nazi … Wikipedia Español
III. Korps (Bundeswehr) — III. Korps Verbandsabzeichen Aktiv 6. Apr. 1957–31. Mär. 1994 Land … Deutsch Wikipedia