-
1 aanleggen
1 [aanbrengen tegen, om] mettre2 [doen overeenkomstig een doel] procéder (à qc.)6 [besteden] investir♦voorbeelden:hoe leg ik dat aan? • comment m'y prendre?het zuinig aanleggen • être chichehet met iemand aanleggen • 〈 zich inlaten met〉 s'acoquiner avec qn.; 〈 ruzie krijgen met〉 se prendre de querelle avec qn.het met de buurvrouw aanleggen • devenir l'amant de sa voisinehet op iets aanleggen • viser qc.1 [voor de wal komen] aborder2 [onderweg stilhouden] s'arrêter (à)1 [richten] épauler (qc.)♦voorbeelden: -
2 aanleggen
-
3 aanleggen
bâtir, construire, installer, poser -
4 een geweer aanleggen
een geweer aanleggen -
5 een reserve aanleggen
een reserve aanleggen -
6 een spaarpotje aanleggen
een spaarpotje aanleggen -
7 een tuin aanleggen
een tuin aanleggen -
8 een verband aanleggen
een verband aanleggen -
9 een verzameling aanleggen
een verzameling aanleggen -
10 een vuur aanleggen
een vuur aanleggen -
11 elektriciteit aanleggen
elektriciteit aanleggen -
12 het breed aanleggen
het breed aanleggen -
13 het met de buurvrouw aanleggen
het met de buurvrouw aanleggen -
14 het met iemand aanleggen
het met iemand aanleggen〈 zich inlaten met〉 s'acoquiner avec qn.; 〈 ruzie krijgen met〉 se prendre de querelle avec qn. -
15 het op iets aanleggen
het op iets aanleggenviser qc. -
16 het zuinig aanleggen
het zuinig aanleggen -
17 iets politiek aanleggen, behandelen
iets politiek aanleggen, behandelenDeens-Russisch woordenboek > iets politiek aanleggen, behandelen
-
18 licht aanleggen
licht aanleggen -
19 nieuwe voorraden aanleggen
nieuwe voorraden aanleggen -
20 op een vogel aanleggen
op een vogel aanleggen
- 1
- 2