-
41 get/learn the trick of it
get/learn the trick of it -
42 giftwrap
-
43 gotcha
-
44 gripe
n. klacht, bezwaar, geklaag (slang); buikpijn--------v. jammeren, klagen; grijpen; pakkengripe1[ grajp]II 〈 meervoud〉————————gripe21 knagen ⇒ krimpen, aan kramp lijden♦voorbeelden:2 gripe about something/at someone • over iets/tegen iemand mopperenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kramp/koliek veroorzaken bij♦voorbeelden: -
45 half-measure
half-measure♦voorbeelden:1 they don't do things by half-measures • zij nemen geen halve maatregelen, zij pakken het grondig aan -
46 incase
-
47 jump
n. sprong; aanloop; huppel; spronglengte; korte reis; plotseling opschrikken--------v. springen; opschrikken; aanloop nemen; huppelen; even wegbrengen; weggaan, vluchten; met kracht pakken; eruit latenjump1[ dzjump] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by jumps • sprongsgewijze————————jump23 opspringen ⇒ opschrikken, een schok krijgen♦voorbeelden:he jumped at him • hij sprong op hem toejump for joy • opspringen/dansen van vreugdejump to one's feet • opspringen→ jump off jump off/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:jump rope • touwtje springen -
48 knack
n. vaardigheid, handigheid; krakend geluid[ næk] 〈 voornamelijk enkelvoud〉1 vaardigheid ⇒ handigheid, slag♦voorbeelden: -
49 make
n. merk--------v. maken; vervaardigen; veroorzaken; creërenmake1[ meek]1 merk2 natuur ⇒ karakter, soort♦voorbeelden:2 maaksel ⇒ fabrikaat, makelij♦voorbeelden:2 of bad make • van slechte makelij, van slecht fabrikaatthat young man is really on the make • die jongeman is een echte streber————————make21 doen ⇒ zich gedragen, handelen♦voorbeelden:we were making toward(s) the woods • wij gingen naar de bossen¶ make believe • spelen, doen alsofyou'll have to make do with this old pair of trousers • je zult het met deze oude broek moeten doenmake away/off • 'm smeren, ervandoor gaanmake away with oneself • zich van kant makenmake away with • doden; meenemen, jattenmake off with • weg/meenemen, jattenmake at someone • op iemand afstormen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 make with • komen met, brengen; doen, uitvoerenmake with the drinks, I'm parched • kom op met de drank(jes), ik heb een vreselijke dorstmake with the show • kom op met de show, voer de show opII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 maken ⇒ bouwen, fabriceren; scheppen; voortbrengen, veroorzaken; bereiden; (op)maken, opstellen 〈 wet, testament〉2 in een bepaalde toestand/positie brengen ⇒ maken, vormen; maken tot, benoemen tot/als3 (ver)krijgen ⇒ (be)halen, binnenhalen 〈 winst〉, hebben 〈 succes〉; lijden 〈 verlies〉; verdienen; scoren, maken 〈punt enz.〉4 laten ⇒ ertoe brengen, doen, maken dat, dwingen5 voorstellen als ⇒ doen lijken op, afschilderen (als)7 worden ⇒ maken, zijn8 (geschikt) zijn (voor) ⇒ (op)leveren, worden9 afleggen ⇒ overbruggen, doen10 bereiken ⇒ komen tot, halen 〈 snelheid〉, gaan; halen, pakken 〈 trein〉; zien, in zicht krijgen 〈 land〉; bereiken 〈 rang〉, worden ⇒ komen in, halen 〈 ploeg〉11 doen 〈 met handeling als object〉 ⇒ verrichten, uitvoeren 〈 onderzoek〉; geven 〈 belofte〉; nemen 〈 proef〉; houden 〈 redevoering〉♦voorbeelden:1 make coffee/tea • koffie/thee zettenmake dinner • het warme eten klaarmakenmake a house • een huis bouwenGod made man • God schiep de mensmake room • plaats makenmake over a dress • een jurk vermaken/verstellenmake a chair from paper • een stoel van papier makena bridge made of stone • een brug van steen, een stenen brugthey made a cupboard out of oak • zij maakten een kast van eikenhoutthat boy's as fast/bad as they make 'em • die jongen is zo snel/slecht als maar kanthe letter made mother happy • de brief maakte moeder blijthe workers made him their spokesman • de arbeiders maakten hem tot hun woordvoerdermake the news public • het nieuws openbaar makenmake over something (into) • iets ombouwen (tot), iets veranderen (in)make a stone into an axe • van een steen een bijl makenyou've made such a happy man out of me • je hebt van mij zo'n gelukkig mens gemaaktmake a profit of two guilders • een winst van twee gulden maken〈 kaartspel〉 make a trick • een slag maken/binnenhalenhe made a lot on this deal • hij verdiende een hoop aan deze transactie4 you think you can make this old car ride again • je denkt deze oude wagen weer aan de praat te kunnen krijgenthe police made Randy sign the confession • de politie dwong Randy de bekentenis te tekenenthe story made her laugh • het verhaal maakte haar aan het lachenTom was made to tell his adventures once more • Tom moest zijn avonturen nog eens vertellenshe made the food go round • ze zorgde ervoor dat er genoeg eten was voor iedereenhe made himself heard by speaking loud and clear • hij maakte zichzelf verstaanbaar door hard en duidelijk te sprekenyou can't make me • je kunt me niet dwingen5 this book makes the Second Worldwar end in 1943 • dit boek laat de Tweede Wereldoorlog eindigen in 1943the director made Macbeth a villain • de regisseur maakte van Macbeth een schurk6 what do you make the time? • hoe laat heeft u het?I make it seven thirty • ik heb het half achtthree and four make seven • drie en vier is zeventhat makes three who want whisky • dat zijn er drie die whisky willenthat novel makes pleasant reading • die roman laat zich lekker lezenshe will make you the perfect secretary • zij zal de volmaakte secretaresse voor je zijnthe man is made for this job • de man is geknipt voor deze baanafter that he made major • daarna werd hij majoorthis car makes a hundred and thirty km/h • deze auto haalt honderddertig km/umake the front pages • de voorpagina's halenmake port • de haven binnenlopenI wonder how that player could make this team • ik vraag me af hoe die speler in dit team kon komen/rakenmake it • op tijd zijn, het halen; 〈 figuurlijk〉succes hebben, slagenhave it made • geslaagd zijn, op rozen zitten11 make a decision • een beslissing nemen, beslissenmake an effort • een poging doen, pogenmake a phone call • opbellenmake war against/on/with • oorlog voeren tegen/metthis new film will make him or break him • met deze nieuwe film is het erop of eronder voor hemmake something do • zich met iets behelpenyou'll have to make this bike do • je zult het met deze fiets moeten doen〈 slang〉 make it • het doen, een nummertje maken, naaienlet's make it next week/Wednesday • laten we (voor) volgende week/woensdag afsprekenmake little of • onbelangrijk vinden; weinig hebben aan, weinig profijt trekken van; weinig begrijpen vanhe made little of this wonderful opportunity • hij deed weinig met deze prachtkansmake much of • belangrijk vinden; veel hebben aan; veel begrijpen van; veel werk maken van 〈 bijvoorbeeld meisje〉they never made much of reading at home • thuis vonden ze lezen nooit belangrijkmake nothing of • gemakkelijk doen (over), geen probleem maken van; niets begrijpen van〈 informeel〉 want to make something of it? • zocht je soms mot?, knokken?〈 informeel〉 that makes two of us • dat geldt ook voor mij, hier idem ditomake over (to) • vermaken (aan), overmaken (aan), toewijzen (aan) 〈geld e.d.〉what do you make of that story? • wat denk jij van dat verhaal?they couldn't make anything of my notes • ze begrepen niets van mijn aantekeningen -
50 manage
v. succes hebben; iets bereiken; leiding geven; heersen over-, beheersen; zorgen voor-; zich meten aan-[ mænidzj]3 als beheerder fungeren/optreden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beheersen ⇒ weten aan te pakken, manipuleren4 hanteren5 aankunnen ⇒ aandurven, in staat zijn tot♦voorbeelden:1 the managed to escape • hij wist te/kon ontsnappenshe managed a smile • ze wist een glimlach op te brengen -
51 nail
n. spijker; nagel; nail (lengtemaat van vroeger)--------v. spijkeren; nagelen; vangen (van een crimineel enz.); openbaar betrappennail1[ neel] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 nagel2 spijker♦voorbeelden:pay on the nail • contant betalen————————nail2〈 werkwoord〉2 vastnagelen ⇒ vastleggen/zetten♦voorbeelden:he nailed the source of the rumours • hij wist te achterhalen wie de geruchten had verspreid -
52 pack one's bags
-
53 paper
adj. van papier gemaakt; op papier--------n. papier; krant; artikel; opstel; vragenlijst--------v. behangen, met papier beplakkenpaper1[ peepə]1 blad/vel papier ⇒ papiertje4 paper ⇒ verhandeling, voordracht5 document♦voorbeelden:1 papier2 (waarde)papier ⇒ papiergeld, bankbiljetten♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on paper • op papier, in theorie→ worth worth/IV 〈 meervoud〉1 papieren ⇒ identiteits/legitimatiepapieren————————paper2〈 werkwoord〉1 in papier wikkelen/pakken♦voorbeelden:paper up • (met papier) beplakken -
54 pick up and leave
-
55 pick up
v. oprapen; opknappen,verkrijgen; beter worden, verbeteren;, opleven; accelereren; schoonmaken (Spreektaal); vaart krijgen, aanwakkeren; weer beginnen, hervatten; met iemand een roman beginnen (Informeel); vernieuwen na een onderbreking; kopen, meebrengen (bv. "We hebben geen melk meer, op weg naar huis kun je een karton melk meebrengen?")pick up♦voorbeelden:¶ pick up with • aanpappen met, leren kennen1 opruimen♦voorbeelden:2 opdoen ⇒ oplopen, oppikken4 ophalen ⇒ een lift geven, meenemen♦voorbeelden:pick someone up for questioning • iemand oppakken om te verhorenpick oneself up • overeind krabbelenpick up a language • zich een taal eigen makenpick up speed • vaart vermeerderenhe picked her up in a bar • hij heeft haar in een bar opgepiktwhere did you pick that up? • waar heb je dat geleerd? -
56 pull up stakes
-
57 ravish
v. betoveren; pakken; verkrachten[ rævisj] 〈zelfstandig naamwoord: ravishment〉♦voorbeelden:1 ravished by/with her blue eyes • in vervoering over/betoverd door haar blauwe ogen -
58 reach down something from a shelf
reach down something from a shelfiets van een plank af pakken/nemenEnglish-Dutch dictionary > reach down something from a shelf
-
59 reach for something
reach for something(naar) iets grijpen, iets pakken -
60 run down
uitgeput raken; verlopen; omverlopen, overrijden; opsporen; uitputten (onderwerp); afbreken, afgeven op; verminderenrun down2 uitgeput raken ⇒ verzwakken, op raken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 opsporen ⇒ vinden, te pakken krijgen♦voorbeelden:4 how dare you run her down? • hoe durf je haar te kleineren?
См. также в других словарях:
pakken — teki … Woordenlijst Sranan
Netværk switch — Digitalt data netværksudstyr, som har 2 eller flere porte. Switch kan fås til forskellige data netværkstyper; ethernet, firewire/IEEE1394 og fibre channel. En switch sender data pakker ud forstærket på en eller flere porte. Switche er normalt sat … Danske encyklopædi
David Guetta — at the 2011 MuchMusic Video Awards … Wikipedia
§ 30. Imperativ — (1) HOVEDREGEL Man danner imperativ af verber der i infinitiv ender på tryksvagt e, ved at fjerne e et: Skriv snart igen! Hils fra mig! Indsend bestillingskuponen i dag! Dog må en imperativ som hovedregel ikke ende på to ens konsonanter (jf. § 8 … Dansk ordbog
Pack — (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to place and… … The Collaborative International Dictionary of English
Packed — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Packing — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
send packing — Pack Pack (p[a^]k), v. t. [imp. & p. p. {Packed} (p[a^]kt); p. pr. & vb. n. {Packing}.] [Akin to D. pakken, G. packen, Dan. pakke, Sw. packa, Icel. pakka. See {Pack}, n.] 1. To make a pack of; to arrange closely and securely in a pack; hence, to… … The Collaborative International Dictionary of English
Semaphore (programming) — For other uses, see Semaphore (disambiguation). In computer science, a semaphore is a variable or abstract data type that provides a simple but useful abstraction for controlling access by multiple processes to a common resource in a parallel… … Wikipedia
Torg — is a cinematic multi genre role playing game (RPG) created by Greg Gorden and Bill Slavicsek and released by West End Games in 1990, which uses several innovative techniques. Players take the role of Storm Knights , deliberately larger than life… … Wikipedia
Michael Silberbauer — Winning the Superliga with FC Copenhagen, 2006. Personal information Full name … Wikipedia