-
21 op zijn stuk blijven staan
гл.общ. настаивать на своём -
22 op zijn stuk blijven staan
v. hold on to -
23 staan
1 [m.b.t. personen, dieren] être debout2 [op steunpunten rusten] se trouver3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] être4 [passen, kleden] aller (à qn.)5 [opgetekend, gedrukt zijn] figurer6 [+ op; + onbepaalde wijs][weldra zullen] être sur le point (de)7 [gericht zijn] être dirigé (vers)8 [bij voortduring met iets bezig zijn] être en train (de)10 [stilstaan] rester immobile11 [onaangeroerd zijn] rester intact12 [niet wijken] résister (à)♦voorbeelden:ga er maar aan staan! • essaie un peu!gaan staan • se leverergens aan gaan staan • attaquer qc.ergens onverwacht voor komen te staan • se trouver subitement confronté à qc.iemand laten staan • laisser qn. deboutik kan niet lezen wat daar staat • je ne peux pas lire ce qui est écritovereind staan • se tenir deboutrechtop staan • se tenir droit〈 figuurlijk〉 achter iets staan • soutenir qc.die gebeurtenis staat geheel op zichzelf • cet événement est totalement isoléje staat op mijn tenen • tu me marches sur le piedop zijn tenen staan • être sur la pointe des pieds〈 figuurlijk〉 voor iemand staan • défendre la cause de qn.voor zijn mening staan • défendre son opinion〈 figuurlijk〉 ergens alleen voor staan • être seul face à qc.de kerk staat midden in het dorp • l'église se trouve au milieu du villagedeze stoel staat op drie poten • cette chaise repose sur trois piedshet eten staat op tafel • le repas est sur la tablealleen staan • être seulde kansen staan goed • les chances sont bonneshet water staat hoog • la marée est hauteleeg staan • être inoccupéde bloemen staan er mooi bij • les fleurs sont belleshaar gezicht staat vrolijk • elle a un visage réjouihet staat geschreven • c'est écriter goed bij staan • prospérerzoals de zaken ervoor staan • au point où en sont les chosesergens middenin staan • participer activement à qc.〈 figuurlijk〉 iemand na staan • être proche de qn.buiten iets staan • être en dehors de qc.in zijn twee staan • être en secondezij staat derde in het klassement • elle est troisième au classementde tranen staan hem in de ogen • il a les larmes aux yeuxonder iemand staan • être sous les ordres de qn.de verwarming staat op 18° • le chauffage est à 18°ergens sceptisch tegenover staan • être sceptique à l'égard de qc.7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 est à 14 ce que 8 est à 16dat stáát niet • ça ne va pasdat kapsel staat u goed • cette coiffure vous va bienhet staat niet in van Dale • (le) Van Dale ne le mentionne paswat staat er in de krant? • qu'y a-t-il dans le journal?het staat op haar naam • c'est à son nom7 de zon staat 's middags op deze kamer • l'après-midi, le soleil donne dans cette pièceergens van staan kijken • être très étonné par qc.staan luisteren • être en train d'écouterzich staan te vervelen • s'ennuyerze staat al een uur te wachten • ça fait une heure qu'elle attend(iets) tot staan brengen • arrêter (qc.)sta of ik schiet! • halte ou je tire!laat staan dat … • sans parler de …zijn eten laten staan • ne pas toucher à son repasde alcohol laten staan • ne plus boire (d'alcool)zijn baard laten staan • se laisser pousser la barbeer staat nog wat van gisteren • il en reste encore un peu d'hier12 ervoor staan • être prêt à affronter qc.zij staat voor niets • elle ne recule devant rienhij staat op goede manieren • il exige de bonnes manièreser staat heel wat te doen • il y a encore beaucoup à fairezij ziet hem niet staan • il n'existe pas pour elle -
24 blijven
♦voorbeelden:dat kan niet zo blijven • cela ne peut durer ainsiblijven staan • 〈 niet gaan zitten〉 rester debout; 〈 stilhouden〉 s'arrêter; 〈 niet omvallen〉 tenir tout seulblijven steken • 〈m.b.t. iemand〉 être bloqué; 〈m.b.t. iemands betoog〉 avoir perdu le fil de ses idées; 〈m.b.t. iets〉 rester en plan; 〈m.b.t. machine〉 être tombée en panneik blijf werken • je continue à travaillerwaar blijft de tijd! • comme le temps passe!achterwege blijven • ne pas avoir lieudaarbij blijft het • on en reste(ra) làniet lang blijven • ne faire que passerblijf maar! • ne vous dérangez pas!waar blijf je toch? • mais où es-tu donc?waar blijf je nou met je bewijzen? • où sont-elles, tes fameuses preuves?waar zijn wij gebleven? • où en sommes-nous restés?waar is mijn portemonnee gebleven? • où est passé mon portemonnaie?bij iets blijven • maintenir qc.laat dit onder ons blijven • que cela reste entre nousblijf van mijn lijf! • bas les pattes!¶ ergens in blijven • mourir subitement de qc.je kunt aan het verbieden blijven • cela ne sert à rien d'interdireII 〈 koppelwerkwoord〉1 [niet ophouden te zijn] rester♦voorbeelden:anoniem blijven • garder l'anonymatbeleefd blijven • rester poligezond blijven • rester en bonne santéniet goed blijven • se gâter -
25 blijven
1 [voortgaan te bestaan] remain3 [niet verder gaan] be ⇒ keep4 [sterven] perish, be left/remain behind♦voorbeelden:het blijft altijd gevaarlijk • it is always/will always be dangerous2 twee commissieleden blijven, de rest neemt ontslag • two committee members are staying on, the rest are resigninghet antwoord schuldig blijven • have no answerblijven leven/logeren/eten/wonen • stay alive/the night/for dinner/on (in the house)blijven wachten/hopen • go on waiting/hopingik blijf werken • I'll go/keep on workingblijven zitten/liggen • remain sitting/lyingen daar blijft het bij! • and that's final!en daarbij bleef het • and that was it, and that ended the matterik blijf erbij, dat … • I still think that …blijft u even aan de lijn? • hold the line, pleasebij iets blijven • stick to somethinghet bleef bij plannen • it never got beyond the planning stageblijf bij de reling vandaan • keep clear of the railingsbij de tijd blijven • keep up with the timeshij blijft bij zijn weigering • he persists in his refusallaat dit onder ons blijven • let this go no furtherje moet op het voetpad blijven • you have to keep to the footpathhet wil niet blijven zitten/op zijn plaats blijven • it won't stay put/in its placewaar blijf je toch? • what's keeping you?waar blijf je nou met je bewijzen? • so where is your evidence?; 〈 bij weerlegging〉 so much for all your evidencewaar zijn wij gebleven? • where were we?waar is mijn portemonnee gebleven? • where has my purse got to?waar blijft het geld? • where does the money go?ik blijf daarbuiten • I'll keep out of thatblijf maar! • don't bother, I'll take/do it!blijf van mijn lijf • keep your hands to yourselfhij is op zee gebleven • he died at seaII 〈 koppelwerkwoord〉♦voorbeelden:1 het blijft de vraag of … • the question remains whether …beleefd blijven • remain politeernstig/rustig blijven • remain serious, keep quietdeze appel blijft lang goed • this apple keeps welljong blijven • stay younghet weer blijft mooi • the fine weather is holding -
26 staan
1 [met betrekking tot personen, dieren] stand2 [op steunpunten rusten] stand3 [in een toestand, hoedanigheid zijn] stand ⇒ be4 [passen, kleden] look6 [weldra zullen] be ready/about to7 [gericht zijn] be8 [bij voortduring met iets bezig zijn] stand ⇒ be9 [geëist worden] carry10 [stilstaan] stand still12 [functie, standplaats hebben] be (employed)13 [eisen] insist ((up)on)♦voorbeelden:1 ga er maar aan staan! • (you) just go ahead and try!; 〈 dat is niet eenvoudig〉 that's no easy mattergaan staan • stand upachter/naast elkaar gaan staan • 〈 ook〉 queue/line upergens onverwacht voor komen te staan • come up against something unexpectedlyiemand terzijde staan • help/support someonekom bij me staan! • come stand beside me〈 figuurlijk〉 waar sta jij in deze zaak? • where do you stand in this?op zijn remmen staan • slam on the brakesdie gebeurtenis staat geheel op zichzelf • that is an isolated incident〈 figuurlijk〉 voor een probleem staan • be faced with/face a problemhiermee staat of valt de zaak • this will make or break the business3 hoe staat de barometer? • what does the barometer say/read?hoe staat het pond? • how high is the pound?zó staat die zaak • that's how the matter standshoe staan de zaken? • how are things?alleen staan • be alonebekend staan als • be known ashoe staat het ermee? • how's it going?, how are things?er goed bij staan • be doing weller goed voor staan • look goodhiertegenover staat echter dat … • on the other hand, however, …zij staan sterk • they are in a strong positionzijn ogen staan wazig • he has a hazy look in his eyesboven iemand staan • be above someonebuiten iets staan • not be involved in somethingin zijn twee staan • be in second (gear)in de grondverf staan • have an undercoat onin de schuld staan • be in debthoe staat het met de gezondheid? • how is your health?onder iemand staan • be under someonede verwarming staat op 18° • the heating is at 18 degreesde snelheidsmeter stond op 80 • the speedometer showed 80ergens ambivalent tegenover staan • be ambivalent about somethingergens positief tegenover staan • think something is a good thing7 staat tot 14 als 8 staat tot 16 • 7 is to 14 as 8 is to 16zij staat derde in het algemeen klassement • she is third in the overall rankingwie staat er nummer één? • who is number one?zoals de zaken nu staan • as things now standdie kleur staat er niet bij • that colour clashesdat kapsel staat u goed • that hairstyle suits youdie jas staat netjes • that jacket looks smarter staat geschreven • it is written, it says in the Bibleer staat niet bij wanneer • it doesn't say whenhet staat niet in Van Dale/in de krant • it's not in Van Dale/the paperwat staat er in de krant over Thatcher? • what does it say in the paper about Thatcher?het staat in de wet • the law says soin de tekst staat daar niets over • the text doesn't say anything about iter stond een waarschuwing op • there was a warning on itwat staat er op het programma? • what's on the programme?i.e. staat voor id est • i.e. stands for id ester staat nog 100 pond (schuld) • there is still £100 outstanding8 verlegen/raar staan (te) kijken • feel embarrassed/strangeergens van staan (te) kijken • be flabbergastedze staat al een uur te wachten • she has been waiting (for) an hourkoud staan (te) worden • be getting colder staat een hoge beloning op zijn hoofd • there's/he's got a high price on his headde vijand tot staan brengen • stop the enemysta of ik schiet! • stop or I'll shoot11 laat maar staan • just leave it (alone/there)laat staan dat … • not to mention (that) …hij kon nauwelijks spreken, laat staan zingen • he could barely speak, let alone singzijn eten laten staan • leave one's foodzijn baard laten staan • grow a beardhij liet nog wat op zijn rekening staan • he left some money in his accounter staat nog wat van gisteren • there is some left over from yesterdayhij staat op goede manieren • he insists upon good mannerser staat ons heel wat te doen • there is a whole lot (waiting) to be doneer staat hem wat te wachten • there is something in store for him -
27 blijven
остаться; продолжить; оставаться; пребывать; сохраняться; погибать; в сочетании с инфинитивом выполняет функцию полувспомогательного глагола для обозначения длительности, продолжительности действия* * ** (z)1) оставатьсяblíjven staan — остановиться
2) продолжаться* * *гл.общ. оставаться, погибать, сохраняться, пребывать, в сочетании с инфинитивом выполняет функцию полувспомогательного глагола для обозначения длительности, продолжительности действия (waar is hij gebleven? куда же он делся?) -
28 in evenwicht staan/blijven
in evenwicht staan/blijvenbe/remain balancedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in evenwicht staan/blijven
-
29 stay
n. verblijf; stut; stag; hulp--------v. blijven; verblijven; logeren; een achterstand oplopen; steunenstay1[ stee] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 balein♦voorbeelden:————————stay2♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 come to stay, be here to stay • blijven; 〈 figuurlijk〉 zich een blijvende plaats verwervenstay for/to dinner • blijven etenstay at a hotel • in een hotel logerenstay with friends • bij vrienden logeren♦voorbeelden:4 stay one's appetite/stomach • zijn honger/maag stillenIV 〈 koppelwerkwoord〉1 blijven♦voorbeelden:stay abreast (of) • op de hoogte blijven vanstay ahead • aan de leiding blijvenstay ahead of the others • de anderen voor blijvenstay away • wegblijvenstay away from someone/something • zich niet bemoeien met iemand/ietsstay behind • (achter)blijvenstay down • beneden/erin blijven (staan)stay in • binnen blijvenstay in (after school) • nablijvenstay indoors • binnen blijvenstay up • recht blijven (staan); boven blijven 〈 in het water〉; blijven staan/hangen; in de lucht blijvenstay up late • laat opblijvenstay up (at the University) • niet met vakantie gaanstay off the bottle • niet meer drinkenstay out of trouble • moeilijkheden vermijden -
30 arrêter
arrêter [aarettee]1 stilhouden ⇒ stoppen, blijven staan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ ophouden, stilzetten3 bepalen ⇒ vaststellen, afspreken♦voorbeelden:arrêter sa voiture • zijn auto tot stilstand brengenle maire arrête que • de burgemeester verordent dat1 blijven staan ⇒ stilhouden, stoppen2 ophouden♦voorbeelden:s'arrêter à une décision • bij een beslissing blijven1. v1) stoppen, blijven staan3) tegenhouden4) arresteren5) bepalen7) afsluiten [rekening]2. s'arrêterv1) blijven staan, stoppen2) ophouden -
31 rester
rester [restee]〈 werkwoord〉1 blijven2 overblijven ⇒ overschieten, resten♦voorbeelden:où en sommes-nous restés? • waar zijn we gebleven?restons-en là pour aujourd'hui • laten we het voor vandaag daarbij houden〈 onpersoonlijk〉 il reste vrai, entendu que • het blijft waar, het spreekt vanzelf datil n'en reste pas moins que • desalnietteminrester en arrière • achterblijvenrester court • niet verder kunnen, blijven stekenrester debout • blijven staanrester dans l'ignorance • onkundig blijvenne pas rester en place • niet stil kunnen zittenrester sans bouger • roerloos blijven staan, zittenrester tout un jour sans manger • een dag lang niet etenrester sur un travail • lang doen over een werk→ paroleil me reste trois francs • ik heb nog drie frankil ne me reste plus qu'à vous remercier • rest mij slechts u te bedankenrester à faire • gedaan moeten wordenreste à savoir si • blijft nog de vraag ofv1) blijven2) overblijven -
32 stehen
stehenI 〈onovergankelijk werkwoord; Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland sein〉♦voorbeelden:1 es steht zu befürchten, dass … • het is te vrezen, staat te duchten dat …wo sind wir stehen geblieben? • waar zijn we gebleven?etwas, jemanden stehen lassen • iets, iemand laten staanalles liegen und stehen lassen, alles stehen und liegen lassen • de boel de boel latenwie stehen Sie dazu? • hoe staat u daartegenover?freundschaftlich, gut mit jemandem stehen • op vriendschappelijke, goede voet met iemand staanes steht gut für mich • het staat er voor mij goed voorwie stehts mit deiner, um deine Gesundheit? • hoe gaat het met je gezondheid?〈 sport en spel〉 wie steht es? • hoe is de stand?am Fenster stehen • bij het raam staanauf dieses Verbrechen steht (die) Todesstrafe • op dit misdrijf staat de doodstrafdie Mark steht bei 1,10 • de mark staat op 1,10die Entscheidung steht bei ihm • de beslissing ligt bij hemes steht bei euch • het hangt van jullie afim Stehen (essen) • (al) staande (eten)über jemandem stehen • (a) boven iemand staan; 〈 als chef〉 iemands chef zijn • 〈 (b) figuurlijk〉de meerdere van iemand zijn, iemand de baas zijnunter jemandem stehen • een lagere positie bekleden dan iemand, iemands ondergeschikte zijnzu jemandem stehen • aan iemands zijde staanzum Stehen bringen • tot staan brengenzum Stehen kommen • tot stilstand komenich stehe für nichts • ik sta nergens voor inzu seinen Taten stehen • achter zijn daden staan, de verantwoording voor zijn daden op zich nemenzu seinem Versprechen stehen • zijn belofte houdenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:Wache stehen • op wacht staan♦voorbeelden:er stand sich gut dabei • hij voer daar wel bijsich auf 5000 Mark monatlich stehen • 5000 mark in de maand verdienen -
33 tenir
tenir [tənier]1 houden ⇒ vastzitten, weerstand bieden, standhouden2 een plaats, onderkomen vinden♦voorbeelden:le beau temps tiendra • het mooie weer houdt aantenir bon • volhouden, niet toegeventenir tout seul • blijven staanne plus pouvoir tenir, ne pouvoir y tenir • zijn geduld verliezen, ten einde raad zijncela tient toujours pour samedi? • gaat het zaterdag nog door? 〈 afspraak〉elle ne tenait plus debout (de fatigue) • ze kon niet meer op haar benen blijven staan (van vermoeidheid)cette histoire ne tient pas debout • dat verhaal snijdt geen hout2 ce que nous avons dit tient en quelques mots • wat we hebben gezegd kan in enkele woorden worden samengevat4 à quoi cela tient-il? • hoe komt dat?cela ne tient qu'à moi • dat hangt alleen van mij afqu'à cela ne tienne! • dat is geen bezwaar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 houden ⇒ vast-, tegenhouden4 (plaats) innemen ⇒ beslaan, bevatten♦voorbeelden:la colère le tient • hij is woedendtenir la comptabilité • de boekhouding voerentenir ses engagements • zijn verplichtingen nakomentenir ses larmes • zijn tranen inhoudence mal le tient • die ziekte houdt hem in haar greeptenir le pouvoir • de macht in handen hebbentenir qn. • iemand in zijn macht hebbentenir les voleurs • de dieven te pakken hebbenfaire tenir qc. à qn. • iemand iets doen toekomen〈 spreekwoord〉 un tiens vaut mieux que deux tu l'auras • één vogel in de hand is beter dan tien in de luchttenez, voilà votre argent • hier hebt u uw geldtiens! je ne l'aurais pas cru • hé, dat had ik niet gedachttiens, tiens! • wel, wel!→ bout, boutique, classe, cordon, estime, haleine, langue, lieu, mer, pari, parole, quitte, tête, vin1 zich vasthouden ⇒ leunen (tegen), zich houden2 staan ⇒ zich bevinden, plaats hebben3 waarschijnlijk, steekhoudend zijn ⇒ goed in elkaar zitten, met elkaar samenhangen♦voorbeelden:1 s'en tenir là • stoppen, ophoudensavoir à quoi s'en tenir • weten waar men zich aan te houden heeftse tenir à quatre • z'n woede met moeite bedwingen¶ s'en tenir à • zich houden aan, blijven bijse tenir qc. pour dit • zich iets voor gezegd houdenv1) vastzitten2) standhouden5) voortkomen6) lijken (op)7) (vast)houden8) tegenhouden9) hebben10) weerstand bieden11) in beslag nemen12) beschouwen (als)13) onderhouden -
34 stay up
stay up -
35 keep up
doorgaan, overeind blijven; boven blijven; hoog blijven; aanhouden; opblijvenkeep up3 (in dezelfde/goede staat) blijven ⇒ aanhouden♦voorbeelden:keep up with friends abroad • contact houden met vrienden in het buitenlandkeep up with one's neighbours • niet bij de buren achterblijvenkeep up with the times • bij de tijd blijvenII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 doorgaan met ⇒ handhaven, volhouden♦voorbeelden:keep morale up • het moreel hoog houdenkeep up the old customs • de oude gebruiken handhavenkeep up the good work! • ga zo door!keep it up! • ga zo door! -
36 stand
n. standaard, voet, stel; tribune; plaats; plaats voor taxi's--------v. staan; doen staan; opstaan; aanleunen; erop staan; leed dragen; waarderenstand1[ stænd] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 plaats ⇒ positie, post4 stander ⇒ statief, standaard♦voorbeelden:————————stand22 zich bevinden ⇒ staan, liggen6 zijn ⇒ (ervoor) staan, zich in een bepaalde situatie bevinden♦voorbeelden:as I stand here • zowaar ik hier sta4 stand and deliver! • je geld of je leven!he stands at nothing • hij staat nergens voorstand at thirty degrees • op dertig graden staanas it stands • momenteel, zoals het nu isknow where he stands • weten waar hij aan toe isstand to lose something • waarschijnlijk/zeker iets zullen verliezenstand aloof • zich op een afstand houdenstand apart • zich afzijdig houdenstand easy! • op de plaats rust!stand well with someone • met iemand op goede voet staanstand in (for someone) • (iemand) vervangenstand on • aandringen opstand on ceremony • aan plichtplegingen hechtenstand over • toezicht houden opstand upon • staan op→ stand aside stand aside/, stand back stand back/, stand by stand by/, stand down stand down/, stand for stand for/, stand off stand off/, stand out stand out/, stand up stand up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
37 stellen
stellen1 stellen, plaatsen, zetten ⇒ gelijkzetten; neerzetten; brengen; salariëren2 zorgen voor ⇒ leveren, ter beschikking stellen4 ensceneren, in scène zetten♦voorbeelden:1 einen Antrag stellen • een motie, verzoek(schrift) indienenjemandem eine Aufgabe stellen • iemand een taak stellen, opgevender Hund stellt die Ohren • de hond zet zijn oren opdie Uhr stellen • de klok, het horloge gelijkzettenetwas nicht stellen können • geen plaats hebben voor ietsgut gestellt sein • in goeden doen zijnStühle an den Tisch stellen • stoelen bij de tafel zetten〈 figuurlijk〉 eine Sache über eine andere stellen • de voorkeur geven aan iets, iets verkiezen boven iets andersetwas unter ein Thema stellen • iets onder een thema plaatsenzur Diskussion, Erörterung stellen • ter discussie stellenZeugen stellen • getuigen voorbrengen, presenteren2 zich houden ⇒ doen alsof, veinzen3 zich aangeven, zich melden5 bereid zijn ⇒ opkomen, aantreden♦voorbeelden:sich gegen jemanden stellen • zich tegen iemand kerensich hinter jemanden stellen • achter iemand gaan staansich (schützend) vor jemanden stellen • (verdedigend) vóór iemand gaan staansich schlafend stellen • zich slapende houden3 sich der Polizei stellen • zich bij de politie aangeven, meldenes stellt sich die Frage • de vraag rijst4 sich mit jemandem gut stellen • met iemand overweg kunnen, het met iemand kunnen vindenwie stellst du dich zu diesem Problem? • hoe sta jij tegenover dit probleem?sich der Presse stellen • de pers te woord staansich zu seinen Taten stellen • de verantwoordelijkheid voor zijn daden op zich nemen9 sich auf 200 Mark stellen • 200 mark kosten, op 200 mark komen -
38 balk
n. balk; belemmering; hindernis--------v. twijfelen; blijven staan; niet verder willen gaan; verijdeld worden[ bo:k, bo:lk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————1 weigeren ⇒ stokken, blijven steken/hangen♦voorbeelden:the horse balked at the fence • het paard weigerde de hindernisII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:be balked in one's ambitions • geremd worden in zijn ambities -
39 dead
adj. dood; levenloos, gevoelloos; absoluut; pal; dode; holst--------adv. compleet, totaal; zeker; (Slang) extreem, heel (Bv. "Our vacation in the Bahamas was dead good")--------n. dood; ten midden (van), in de kern (van)dead1[ ded] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoogte/dieptepunt♦voorbeelden:the dead of winter • hartje winter————————dead2〈 deadness〉1 dood ⇒ overleden, gestorven3 onwerkzaam ⇒ leeg, uit, op♦voorbeelden:leave for dead • voor dood achterlatenthe dead • de dode(n)raise from the dead • uit de dood wekkenrise from the dead • uit de dood opstaandead coal • dove/ 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉dead flame • uitgedoofde vlamdead match • afgebrande luciferthe radio is dead • de radio is uitgevallen/doet het niet (meer)cut out (the) dead wood • ontdoen/verwijderen van ballast/overbodige franje¶ dead as a doornail/as mutton • morsdood, zo dood als een pier〈 slang〉 dead duck • mislukk(el)ing, verliezerdead end • doodlopende straat; impasse, dood puntcome to a dead end • op niets uitlopen〈 sport〉 dead heat • gedeelde eerste (tweede enz.) plaatsbeat/flog a dead horse • oude koeien uit de sloot halenstep into a dead man's shoes • iemand opvolgenwait for a dead man's shoes • op iemands bezit/erfenis/baantje azen〈 informeel〉 dead from the neck up • hersenloos, stompzinnigdead nettle • dovenetelQueen Anne is dead • (dat is) oud nieuwsdead weight • dood gewicht, dode last; 〈 techniek, technologie〉deadweight, draagvermogen, eigen gewicht; 〈 figuurlijk〉 ongedekte schuldgo dead • vastlopen, niet verder kunnen; 〈 figuurlijk〉 opgeven; verbroken worden, uitvallen 〈 van verbinding〉〈 informeel〉 I wouldn't be seen dead in that dress/in there • voor geen geld/goud zou ik me in die jurk/daar vertonenI'll see you dead first • over mijn lijkII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 volkomen ⇒ absoluut, compleet♦voorbeelden:in dead earnest • doodernstigdead silence • doodse stilteon a dead level • precies naast elkaar¶ the dead spit of (his father) • het evenbeeld van/precies (zijn vader)————————dead3〈 bijwoord〉2 pal ⇒ vlak, onmiddellijk♦voorbeelden:dead certain • honderd procent zekerdead drunk • stomdronkendead easy • doodsimpelbe dead right • groot gelijk hebbendead slow • met een slakkengangdead straight • kaarsrechtstop dead • stokstijf blijven staandead tired/exhausted • doodop, bekaf2 dead ahead of you • pal/vlak voor je (uit) -
40 pal
pal1〈de〉1 〈 vergrendeling〉 catch; 〈 klink〉 click; 〈 scheepvaart〉 pawl, pall, paul; 〈 van vuurwerk〉 pallet, pawl; 〈 van geweer〉 trigger; stop(per)————————pal2〈 bijwoord〉3 [op zeer korte afstand] directly4 [onbeweeglijk] firmly5 [bestendig] solidly♦voorbeelden:we hadden de wind pal tegen • the wind was right in our teethhij kreeg de bal pal in zijn gezicht • the ball hit him flush on the face2 pal voor de pauze • right before the break/intervalhij ging pal voor mij staan • he went and stood directly in front of me
См. также в других словарях:
De Vlaamse Leeuw — English: The Flemish Lion Regional anthem of Flanders Lyrics Hippoliet Van Peene, 1847 Music Karel Miry Adopted 1973 … Wikipedia
Anne Frank tree — The Anne Frank tree (Dutch: Anne Frankboom or, incorrectly, Anne Frank boom [cite web|url=http://www.annefranktree.nl/index.aspx?lang=nl|title=Anne Frank Boom|publisher=Anne Frank House|accessdate=2007 11 19] ) is the horse chestnut tree in the… … Wikipedia
De Vlaamse Leeuw — (ndl.), zu deutsch „Der flämische Löwe“, ist der Name der Nationalhymne Flanderns. Am 6. Juli 1973 wurde sie per Dekret zur Hymne erhoben. Hippoliet van Peene (1811–1864) verfasste den Text, Karel Miry (1823–1899) komponierte die Melodie.… … Deutsch Wikipedia
Vlaamse Leeuw — Le Vlaamse Leeuw est depuis 1985 l hymne officiel de la Communauté flamande. Sommaire 1 Origine et Histoire 2 Musique 3 Texte de l hymne en néerlandais 4 … Wikipédia en Français
De Vlaamse Leeuw — El Vlaamse Leeuw es el himno de Flandes, que es una región de Bélgica. La letra de el Vlaamse Leeuw (en flamenco/holandés) es la siguiente: Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw, Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en… … Wikipedia Español
Дерево Анны Франк — в 2006 г. Координаты … Википедия
Thal — 1. Bleiben im Thal, ist gut für den Fall. – Chaos, 368. 2. Das Thal wäre schön, sagte Töffel, wenn man nur nicht müsste über die Berge gehen. – Altmann VI, 416. 3. Im Thal wächst stets das beste Gras. – Parömiakon, 2533. Vorzüge des niedern… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Frau — 1. Alle Frauen sind Eva s Tochter. Dän.: Alle mandfolk ere Adams sönner og quindfolk Evæ døttre. (Prov. dan., 6.) 2. Alle Frauen sind gut. Die Engländer fügen boshaft hinzu: zu etwas oder nichts. (Reinsberg I, 59.) 3. Alte Frau – Liebe lau. In… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Schiff — 1. Alle Schiffe sind gut, so lange sie auf der Werft liegen. Die Russen: So lange das Schiff auf der Werft ist, lobt es der Narr, wenn es vom Stapel lief, lobt es der Weise. (Altmann VI, 440.) 2. An Schiffen und Frauen ist immer was zu flicken. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
0110 — The 0110 concerts, held on October 1, 2006 in Antwerp, Brussels, Charleroi and Ghent, were organised by dEUS frontman Tom Barman, Arno Hintjens and Frederik Sioen to promote tolerance in Belgian society, and against racism, against extremism,… … Wikipedia
Verbes irreguliers neerlandais — Verbes irréguliers néerlandais Infinif OVT Participe passé Traduction Bakken Bakte Gebakken Cuire Barsten Barstte Gebarsten Éclater Bederven Bedorf Bedorven Corrompre Bedriegen Bedroog … Wikipédia en Français