-
41 italique
italique [ietaaliek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 cursief♦voorbeelden:un italique • cursieve (druk)letteradj1) cursief2) Italisch -
42 lourdeur
lourdeur [loerdur]〈v.〉1 zwaarte ⇒ lompheid, logheid♦voorbeelden:lourdeur de tête • zwaar gevoel in het hoofds'exprimer avec lourdeur • zich onbeholpen uitdrukkenf1) zwaarte2) lompheid -
43 passant
passant1 [paasã],passante [paasãt]〈m., v.〉————————passant2 [paasã]1 druk♦voorbeelden:m (f - passante)voorbijganger/-gster -
44 peuple
peuple1 [pupl]〈m.〉3 massa ⇒ volk, klootjesvolk♦voorbeelden:le peuple chrétien • de christenenle peuple élu • het uitverkoren volkle petit, menu, bas peuple • het mindere volksortir du peuple • uit het gewone volk voortkomense moquer du peuple • maling hebben aan de mensen————————peuple2 [pupl]1 volks(-) ⇒ ordinair, achterbuurt-m1) volk2) bevolking3) gewone volk, massa4) mensen -
45 pneumatique
pneumatique [pneummaatiek]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉♦voorbeelden:marteau pneumatique • lucht(druk)hamermatelas pneumatique • luchtbedun pneumatique • luchtband; stadstelegram 〈 per buispost verzonden〉adj1) lucht-2) pneumatisch -
46 presser
presser [pressee]♦voorbeelden:rien ne presse • er is geen haast bijII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uit)persen ⇒ (uit)knijpen, drukken2 vervolgen ⇒ kwellen, aandringen (bij)3 verhaasten ⇒ bespoedigen, spoed zetten achter♦voorbeelden:presser les rangs • de gelederen (dicht aaneen)sluitenpresser la mesure • het tempo opvoerenpresser le pas • vlugger gaan lopen♦voorbeelden:allons, pressons • kom, laten we opschietenv1) haast hebben2) (uit)persen, (uit)knijpen3) kwellen, vervolgen4) verhaasten5) druk uitoefenen [op iemand] -
47 remuer
remuer [rəmuu.ee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ in beweging brengen, roeren, verplaatsen2 (om)roeren ⇒ (om)schudden, mengen♦voorbeelden:remuer l'ordure, la boue • een schandaal oprakelenremuer des souvenirs • (oude) herinneringen ophalenremuer la terre • de aarde omwerken, omspitten2 zich inspannen ⇒ zich druk maken, zich moeite geven♦voorbeelden:3 remue-toi un peu! • schiet eens een beetje op!v1) bewegen3) omroeren4) ontroeren -
48 rien
rien1 [rjẽ]〈m.; ook bijwoord, v.〉♦voorbeelden:comme un rien • alsof het niets is¶ 〈ook v.〉 un(e) rien du tout • nietsnut, vent, vrouw van niets; lor————————rien2 [rjẽ]♦voorbeelden:ce n'est rien • het is niets, het valt wel meeil n'en est rien • er is niets van waarcela ne fait rien • dat geeft nietson n'y peut rien • daar, er is niets aan te doenje ne sais rien • ik weet van nietsça ne sert à rien • dat dient nergens toe, dat is zinloos〈 in casino〉 rien ne va plus • rien ne va plus, niets telt meerplus rien • niets meerrien à dire • daar valt niets tegen in te brengenrien d' étonnant si • helemaal niet zo vreemd datcela n'a rien d' impossible • dat is helemaal niet onmogelijkelle n'a rien d' une ingénue • zij heeft niets van het onschuldige jonge meisjeavoir l'air de rien • er heel onschuldig uitzienavoir un petit bobo de rien du tout • een heel klein wondje hebbenune fille de rien • een sletcomme si de rien n'était • alsof er niets aan de hand wasJe vous remercie. De rien • Dank u wel. Geen dank, tot uw dienstil ne s'agit de rien de moins que • het gaat om niets meer of minder danrien de tel • niets is er zo goedrien du tout • helemaal nietsen rien • in wat dan ook, waar dan ook inc'est pour rien! • dat is voor niets!comme rien • alsof het niets isil n'a rien que son salaire • hij heeft alleen zijn salarisc'est deux fois, trois fois rien • het stelt niets voorc'est cela ou rien • het is kiezen of delen————————rien3 [rjẽ]♦voorbeelden:1. m1) kleinigheid2) een beetje2. pron -
49 salive
salive [saaliev]〈v.〉♦voorbeelden:ne gaspille pas ta salive, je ne t'écouterai pas • klets maar raak, ik luister toch nietf -
50 tape-à-l'oeil
-
51 tension
-
52 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
53 tracasser
tracasser [traakaasee]1 zich zorgen maken ⇒ zich ongerust maken, zich druk makenv1) kwellen, plagen2) verontrusten -
54 tumultueux
-
55 vivant
vivant1 [vievã]〈m.〉♦voorbeelden:du vivant de • bij het leven van————————vivant2 [vievã]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 levend2 levendig ⇒ krachtig, vol energie♦voorbeelden:les vivants et les morts • de levenden en de dodenadj1) levend2) levendig -
56 affluence
-
57 appesantir
appesantir [aapəzãtier]1 verzwaren ⇒ loom maken, traag maken♦voorbeelden:1 zwaar worden ⇒ loom, traag worden2 drukken ⇒ benadrukken, nadruk leggen♦voorbeelden: -
58 attirer une grande affluence
Dictionnaire français-néerlandais > attirer une grande affluence
-
59 avoir toujours un pied en l'air
avoir toujours un pied en l'airaltijd druk in de weer zijn, opgewonden zijnDictionnaire français-néerlandais > avoir toujours un pied en l'air
-
60 biler
biler (se) (pour) [bielee]1 prakkeseren (over) ⇒ zich ongerust maken, zich druk maken, inzitten (over)
См. также в других словарях:
Druk Gyalpo — of Bhutan Monarchy … Wikipedia
Druk (disambiguation) — Druk (Dzongkha: འབྲུག་) may refer to: Druk, the legendary Bhutanese Thunder Dragon Druk, of or pertaining to Bhutan or the dominant Ngalop people Druk Gyalpo, the formal title of the King of Bhutan, translates to Dragon King Druk Yul, the… … Wikipedia
Druk Air — Druk Air … Deutsch Wikipedia
Druk Air Royal Bhutan Airlines — Druk Air … Deutsch Wikipedia
druk — I {{/stl 13}}{{stl 8}}rz. mnż IIa, D. u, częściej w lm {{/stl 8}}{{stl 20}} {{/stl 20}}{{stl 12}}1. {{/stl 12}}{{stl 7}} to, co zostało wydrukowane w postaci książki, broszury, ulotki, plakatu itp. : {{/stl 7}}{{stl 10}}Czytelnia starych druków.… … Langenscheidt Polski wyjaśnień
Druk — (tibetisch und dzongkha „Drache“) ist Namensbestandteil von Druk Yul, Landesname von Bhutan Drukair, Fluggesellschaft von Bhutan Druk Gyalpo, Titel des Königs von Bhutan Druk Desi, politischer Herrscher Bhutans Druk tsendhen, auch Gyelpoi tenzhu … Deutsch Wikipedia
Druk Gyalpo — (dzongkha; von tib.: brug rgyal po; deutsch: „Drachenkönig“) ist der Titel des Königs von Bhutan, beginnend mit Ugyen Wangchuck, der nach der Einführung der Monarchie 1907 als erster Druk Gyalpo gilt. Der Titel „Seine Majestät der Druk Gyalpo“… … Deutsch Wikipedia
Druk Tsendhen — Druk tsendhen (dz) Le royaume du dragon de tonnerre Hymne de Bhoutan Paroles … Wikipédia en Français
Druk tsendhen — Druk tsendhen (dz) Le royaume du dragon de tonnerre Hymne de Bhoutan … Wikipédia en Français
Druk Air — Saltar a navegación, búsqueda Drukair Royal Bhutan Airlines འབྲུག་མཁའ་འགྲུལ་ལས་འཛིན། A319 de Druk Air … Wikipedia Español
Druk tsendhen — Saltar a navegación, búsqueda Druk tsendhen es el himno nacional de Bután. Adoptado en 1953, compuesta la música por Aku Tongmi con la letra de Gyaldun Dasho Thinley Dorji. LETRA EN DZONGHKA (lengua nacional) Druk tsendhen koipi gyelkhap na Loog… … Wikipedia Español