-
1 bétail
-
2 bête
bête1 [bet]〈v.〉♦voorbeelden:bête à bon dieu • lieveheersbeestjebête de proie • roofdierbête de somme • lastdierbête de trait • trekdier〈 figuurlijk〉 c'est ma bête noire • ik kan hem, haar niet uitstaan〈 figuurlijk〉 être la bête noire • het zwarte schaap, de gebeten hond zijn〈 figuurlijk〉 chercher la petite bête • vitten, muggenziftenbête puante • stinkdierbêtes sauvages, féroces • wilde dierentravailler comme une bête de somme • zich afbeulenêtre malade comme une bête • doodziek zijnregarder qn. comme une bête curieuse • iemand aangapenfaire la bête • dom doen, zich van de domme houden¶ bête à concours • boekenwurm, werkezel, vosser————————bête2 [bet]1 dom♦voorbeelden:bête comme un âne, une oie, un pied • oliedomc'est bête comme chou • dat is kinderspel1. f1) beest, dier3) domkop2. bêtesf pl(het) vee, wilde dieren, insecten3. adj1) dom, dwaas2) onzinnig -
3 lever
lever1 [ləvee]〈m.〉♦voorbeelden:au lever du rideau • bij het opgaan van het doek————————lever2 [ləvee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)heffen ⇒ oprichten, optillen2 opheffen ⇒ een einde maken aan, wegnemen♦voorbeelden:lever un fardeau • een last optillenlever les glaces • de raampjes omhoogdraaienlever les lettres • de brievenbus lichtenlever le poing • zijn vuist opheffenlever les yeux, la tête, le visage, le nez • opkijkenlever des impôts • belastingen heffenlever un lièvre • een haas opjagen♦voorbeelden:→ pied1. m2) (het) opkomen [zon]3) opslag, opmaat [muziek]4) opmeting2. v1) rijzen [deeg]2) ont-kiemen3) opheffen5) opmeten6) oproepen3. se leverv1) opstaan, gaan staan2) omhooggaan3) opkomen [zon, maan]5) opsteken [wind] -
4 parquer
-
5 v.
-
6 véhément
-
7 abattage
abattage [aabaataazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:m1) (het) vellen, hakken [van bomen]2) het slachten [van vee] -
8 crevé
-
9 crever
crever [krəvee]1 barsten ⇒ opengaan, door-, losbreken, (open)springen3 doodgaan 〈 van plant, dier〉 ⇒ 〈 informeel〉 creperen 〈 van mens〉 ⇒ stikken 〈door hitte enz.〉 ⇒ sterven♦voorbeelden:faire crever du riz • rijst laten wellencrever d' ennui • zich doodvervelencrever de jalousie • stikjaloers zijncrever de santé • blaken van gezondheidII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kapotmaken ⇒ (door)breken, openmaken, een gat maken in♦voorbeelden:crever un pneu • een band kapotsteken♦voorbeelden:v1) barsten, opengaan3) doodgaan, creperen6) afpeigeren -
10 étoile
étoile [eetwaal]〈v.〉1 ster2 gesternte ⇒ lot, geluksster♦voorbeelden:étoile de mer • zeestercoucher, loger à la belle étoile • de nacht onder de blote hemel doorbrengenétoile filante • vallende sterétoile Polaire • Poolsteren étoile • stervormigêtre confiant en son étoile • op zijn geluk vertrouwen¶ étoile de David • davidster, jodensterétoile de Noël • kerststerrestaurant trois étoiles • driesterrenrestaurantétoile jaune • gele ster, davidsterf1) ster2) lot, gesternte3) bles, kol -
11 étoilé
étoile [eetwaal]〈v.〉1 ster2 gesternte ⇒ lot, geluksster♦voorbeelden:étoile de mer • zeestercoucher, loger à la belle étoile • de nacht onder de blote hemel doorbrengenétoile filante • vallende sterétoile Polaire • Poolsteren étoile • stervormigêtre confiant en son étoile • op zijn geluk vertrouwen¶ étoile de David • davidster, jodensterétoile de Noël • kerststerrestaurant trois étoiles • driesterrenrestaurantétoile jaune • gele ster, davidsteradj2) stervormig -
12 levé
-
13 levée
levée [ləvee]〈v.〉1 (het) opheffen ⇒ (het) eindigen, (het) intrekken♦voorbeelden:la levée d'une punition • het kwijtschelden van een strafla levée des scellés • het verbreken van de zegelslevée d'un siège • ontzetf2) (het) eindigen, intrekken3) lichting [postbus]4) heffing [belasting]5) inning6) lichting [leger]7) (het) uitdragen [lijk]8) slag [kaarten] -
14 tête
tête [tet]〈v.〉1 hoofd ⇒ kop, gezicht5 kop ⇒ top, bovenkant, voorste gedeelte♦voorbeelden:1 avoir, être une tête à claques, à gifles • een irritant koppie, een rotkop hebbentête de mort • doodshoofd, doodskopune tête de six pieds de long • een lang gezicht, een gezicht als een oorwurmde la tête aux pieds • van top tot teenêtre la tête de Turc, servir de tête de Turc • het mikpunt, pispaaltje zijndonner tête baissée dans qc. • blindelings, zonder te kijken ergens op inlopen, tegenaan lopen; 〈 ook〉 er blindelings inlopenavoir une bonne tête • er betrouwbaar, intelligent uitzien, een sympathieke kop hebbence sont deux têtes sous un même bonnet • dat zijn twee handen op één buiktomber la tête la première • voorovervallenla tête renversée • met het hoofd naar achterensale tête • gemene kopcourir tête baissée • lopen zo snel als men kandonner sa tête à couper • zijn hoofd eronder durven verweddenen faire une tête • een lang gezicht zettenjeter qc. à la tête de qn. • iemand iets naar het hoofd slingeren, iemand iets verwijtenrompre la tête à qn. • iemand de oren van het hoofd schreeuwentourner la tête • het hoofd afwenden2 c'est, il a une tête en l'air, tête sans cervelle, tête de linotte, tête d'oiseau • hij is een leeghoofd, heeft de hersens van een garnaal, gedraagt zich als een kip zonder kopavoir une tête de cochon, de mule • koppig zijnêtre une tête de cochon, de lard, de mule, de pioche • een stijfkop zijnmettre la tête à l'envers à qn. • iemand het hoofd op hol brengentête brûlée • heethoofdavoir la tête chaude • een heethoofd, driftkop zijnavoir la tête fêlée • een beetje getikt zijnune forte tête • iemand met een eigen wil, dwarskopavoir la tête froide • koelbloedig zijn〈 informeel〉 une grosse tête • een knappe kop, superintelligent persoon〈 informeel〉 avoir une, la grosse tête • pretenties, praatjes hebben〈 informeel〉 petite tête! • domkop!, sufferd(je)!examiner, réfléchir à tête reposée • rustig, op z'n gemak bekijken, overdenkenavoir la tête solide • veel aan zijn hoofd kunnen hebbenavoir toute sa tête • bij zijn volle verstand zijnavoir la tête vide • niet (meer) kunnen nadenken, zich niets meer kunnen herinnerenavoir de la tête • een goed verstand hebbenavoir la tête à ce qu'on fait • zijn hoofd, zijn aandacht bij zijn werk hebbenavoir la tête près du bonnet • een heethoofd, driftkop zijncasser, fendre la tête à qn. • iemand op zijn zenuwen werken, irriterense casser la tête contre les murs • met zijn hoofd tegen de muur lopen, wanhopig zijnchercher dans sa tête • proberen zich iets te herinnerense creuser la tête • z'n hersens pijnigenéchauffer la tête • iemand nijdig, woedend makenn'en faire qu'à sa tête • precies doen waar men zin in heeftfourrer, mettre qc. dans la tête • iets in het hoofd prentense mettre dans la tête, en tête de 〈+ onbepaalde wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten omse mettre dans la tête, en tête que 〈+ aantonende wijs〉 • zich in het hoofd halen, zetten dat, zich inbeelden datidée qui passe par la tête de qn. • idee dat zomaar bij iemand opkomtperdre la tête • het hoofd, zijn verstand verliezen, gek wordenle vin lui tourne la tête • de wijn stijgt hem naar het hoofdtourner la tête à qn. • iemand het hoofd op hol brengenavoir la tête ailleurs • er met zijn gedachten niet bij zijn, afwezig zijn〈 spreekwoord〉 quand on n'a pas de tête, il faut avoir des jambes • wie zijn hoofd vergeet, moet zijn benen gebruikende tête • uit het hoofd, in gedachtenavoir une idée (de) derrière la tête • iets in zijn achterhoofd hebbense mettre à la tête, prendre la tête de • de leiding nemen overà la tête, en tête de • aan het hoofd, aan de leiding vanpar tête • per persoon, per mantête d'ail • knoflookbolletjetête d'épingle • speldenknoptête de ligne • kopstation, beginpunt van een lijntête du lit • hoofdeinde van het bedtête de pipe • pijpenkopvirer tête à queue • helemaal om zijn as draaien, een draai van 180 graden makenwagon de tête • voorste wagontête nucléaire • atoomkopmusique en tête • de muziek vooropcôté tête • kop(zijde), kruisavoir la tête sur les épaules • met beide benen op de grond staanmauvaise tête • dwarsligger, lastpostfaire la mauvaise tête • koppig zijn, dwars liggense cogner, se taper la tête contre les murs • wanhopig naar een oplossing zoekenne plus savoir où donner de la tête • niet meer weten waar te beginnen, overstelpt zijn met werkfaire la tête (à qn.) • mokken (tegen iemand), boos zijn (op iemand)se jeter à la tête de qn. • toenadering zoeken tot iemand, zich bij iemand opdringenlaver la tête à qn. • iemand een flinke uitbrander gevenmonter la tête à qn. • iemand tegen iemand opzettense monter la tête • zich ergens over opwinden, spoken ziense payer (doucement) la tête de qn. • iemand (stiekem) voor de gek houdenpiquer une tête • een duik nemen, duikenredresser, relever la tête • zijn zelfvertrouwen herwinnenrisquer, sauver sa tête • zijn leven wagen, het er levend van afbrengentenir tête • het hoofd bieden, standhoudenen avoir par-dessus la tête • er schoon genoeg van hebben, er de buik van vol hebbenf1) hoofd, kop2) gezicht3) leider4) kopbal5) top, bovenkant -
15 véhicule
véhicule [vee.iekuul]〈m.〉♦voorbeelden:véhicule spatial • ruimtevaartuigm1) voertuig2) vulstof3) heilsweg -
16 affourager
-
17 aiguillonner
-
18 bestiau
-
19 bétail humain
bétail humain -
20 cheptel
См. также в других словарях:
VEE — or Vee may refer to: * Venezuelan Equine Encephalomyelitis virus, is a mosquito borne viral pathogen that causes Venezuelan equine encephalitis or encephalomyelitis. * Agilent VEE, a visual programming and dataflow programming language and… … Wikipedia
VEE — bezeichnet als Abkürzung: Visual Engineering Environment, eine grafische Programmiersprache, siehe Agilent VEE, Vorwohle Emmerthaler Eisenbahn Gesellschaft, Ventrikuläres evoziertes Elektrokardiogramm, Venezuelan Equine Encephalitis, siehe… … Deutsch Wikipedia
vee — /vee/, adj. 1. shaped like the letter V: a vee neckline. n. 2. anything shaped like or suggesting a V. [1880 85; sp. of the letter name] * * * … Universalium
vee|na — «VEE nuh», noun. = vina1. (Cf. ↑vina) … Useful english dictionary
vee — 1883, to denote the shape of the letter V. As a type of engine, by 1951 … Etymology dictionary
vee — [vē] n. 1. the letter V 2. something shaped like V adj. shaped like V … English World dictionary
vee — che·vee; lu·ci·vee; tee·vee; tir·ri·vee; vee; vee·ry; Hum·vee; vee·jay; vee·na; cu·vee; tir·ra·vee; … English syllables
Vee — Cette page d’homonymie répertorie des personnes (réelles ou fictives) partageant un même patronyme. Bobby Vee (1943 ), chanteur américain ; Jimmy Vee, acteur britannique ; Virginia Vee (? 2011), chanteuse américaine. Catégorie :… … Wikipédia en Français
vée — cor·vée; cu·vée; le·vée; … English syllables
vee — noun a) Something with the shape of the letter V. Found in compounds such as vee necked. Migrating geese fly in a vee. b) The arc of the field, forward of the batsman, from cover to midwicket … Wiktionary
Vee, S. — S. Vee (6. Sept.), Jungfrau in Irland. S. S. Bega1 … Vollständiges Heiligen-Lexikon