-
1 to jet clean
spuiten -
2 to paint-spray
spuiten -
3 to spray paint
spuiten -
4 to spray wash
spuiten -
5 to squirt
spuiten -
6 брызнуть
spuiten, stromen -
7 spurt
n. gulp, plotselinge, krachtige straal; uitbarsting, vlaag; spurt--------v. spurten; alle krachten bijzetten; spuiten; spatten (v. pen), spuitenspurt11 uit/losbarsting ⇒ vlaag, opwelling3 (krachtige) straal ⇒ stroom, vloed♦voorbeelden:a spurt of flames • een plotselinge zee van vlammenby/in spurts • bij/met vlagen————————spurt2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spuiten ⇒ doen stromen/vloeien -
8 spritzen
-
9 jet
n. straal(buis), gaspit; straalvliegtuig--------v. uitspuiten, spuiten; per straalvliegtuig gaan of vervoeren, stromenjet1[ dzjet]1 git————————jet2〈 jetted〉♦voorbeelden:1 spuiten ⇒ uitspuiten, uitwerpen♦voorbeelden:jet out • eruit spuiten -
10 spout
n. spuit,pijp, tuig, (dak)goot; dampstraal (v. walvis); straal (v. bloed)--------v. spuiten, gutsen; declameren; uitvoerig spreken, oreren, spuiten, opspuitenspout1[ spaut] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 tuit♦voorbeelden:¶ up the spout • naar de knoppen, verknald 〈 bijvoorbeeld geld, leven〉; totaal verkeerd 〈 bijvoorbeeld cijfers〉; hopeloos in de knoei, reddeloos verloren 〈 van persoon〉; 〈 slang〉 zwanger————————spout2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she was always spouting German verses • ze liep altijd Duitse verzen te galmen -
11 squirt
n. spuit, spuitje, straal; praatjesmaker, branie (slang)--------v. spuiten; uitspuwensquirt1[ skwə:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————squirt2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 опрыскивать
1.gener. (bvb. planten met gif spuiten) spuiten2. vgener. bespatten, besprenkelen, sprenkelen, sproeien -
13 play
n. toneelstuk; spel; speeltuig; lach; humor--------v. spelen; voordragen; spelen ( muziek)play1[ plee] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 spel4 actie ⇒ activiteit, beweging♦voorbeelden:〈Amerikaans-Engels; voornamelijk sport〉 set play • ingestudeerd(e) spel(patroon)/manoeuvreallow/give full/free play to something • iets vrij spel latenthere's too much play in the rope • het touw heeft te veel spelingbring/call into play • erbij betrekkencome into play • mee gaan spelen¶ make great play about/of • erg de nadruk leggen op, sterk benadrukken————————play21 spelen♦voorbeelden:play dead • doen alsof men dood isplay on • doorspelenplay at soldiers/hide-and-seek • soldaatje/verstoppertje spelen〈 figuurlijk〉 play at something • iets niet ernstig nemen, iets doen voor de pretplay down to someone • zich aan iemand aanpassen〈 informeel〉 what on earth are you playing at? • wat heeft dit allemaal te betekenen?play (up)on someone's feelings • op iemands gevoelens werkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:play back a tape • een band afspelen/weergevenhe played his last dollar • hij zette zijn laatste dollar inplay someone along • iemand aan het lijntje houdenplay something down • iets bagatelliseren -
14 shoot
n. schoot, scheut; schietwedstrijd; jachtpartij; schietpartij; fotosessie; de hele zooi--------v. schieten; jagen; laten uitschieten; filmen; laten vallen op; uitzenden; zenden; snel voorbijgaanshoot1[ sjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (jonge) spruit ⇒ loot, scheut————————shoot27 plaatjes schieten ⇒ foto's nemen, filmen♦voorbeelden:2 shoot at/for • schieten op; 〈in het bijzonder Amerikaans-Engels; informeel, ook figuurlijk〉 (zich) richten op¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 shoot ! • zeg op!, zeg het maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 〈 benaming voor〉 doen bewegen ⇒ schuiven 〈 grendel〉; 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 spuiten 〈 drugs〉♦voorbeelden: -
15 laquer
-
16 shooter
-
17 бить
slaan ; schieten ; breken, stukslaan ; spuiten -
18 бить фонтаном
vgener. spuiten -
19 брызгать
vgener. spatten, spetten, spetteren, sprenkelen, sputteren, spuiten -
20 качать
vgener. beieren, schudden, spuiten (âîäó), inpompen (воду и т.п.), jonassen, wiegelen, wiegen, wriggelen, wrikken
См. также в других словарях:
Spuiten en slikken — (« se piquer et avaler » en français) est une émission de télévision néerlandaise. Elle est diffusée depuis octobre 2005 vers 23 heures sur BNN, chaîne publique dédiée aux jeunes. Au cours de cette émission, des chroniqueurs testent des … Wikipédia en Français
Spuiten en Slikken — (translated in English as Shoot up and Swallow , referring to the different methods of taking drugs, as well as referring to the male orgasm and the act of swallowing semen during sex) is a Dutch television program on public television. It is a… … Wikipedia
Spuiten en Slikken — (dt. Spritzen und Schlucken) ist eine niederländische Sendung des Fernsehsenders BNN, welche sich mit Themen aus dem Gebiet Drogen und Sexualität befasst. Es werden wöchentlich Gäste in die Sendung eingeladen, mit denen über ein bestimmtes Thema… … Deutsch Wikipedia
Spuiten en Slikken — (« se piquer et avaler » en français) est une émission de télévision néerlandaise. Elle est diffusée depuis octobre 2005 vers 23 heures sur BNN, chaîne publique dédiée aux jeunes. Au cours de cette émission, des chroniqueurs testent des … Wikipédia en Français
Nicolette Kluijver — Nicolette Born 29 September 1984 (1984 09 29) (age 27) The netherlands Occupation t … Wikipedia
BNN (Dutch broadcaster) — Infobox Broadcasting network name = BNN type = Public broadcasting branding = airdate = country = NLD available = founded = 1997 founder = Bart de Graaff slogan = motto = market share = license area = broadcast area = area = erp = owner = NPO key … Wikipedia
Filemon Wesselink — (* 24. März 1979 in Zutphen, Niederlande) ist ein niederländischer Fernsehmoderator. Er arbeitet für den Sender BNN und ist für seinen kontrovers offenen Umgang mit Themen wie Drogen und Sex bekannt. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Reputation … Deutsch Wikipedia
Sophie Hilbrand — (2006) Sophie Francine Hilbrand (* 5. Oktober 1975 in Alkmaar, Nordholland) ist eine niederländische Schauspielerin und Fernsehmoderatorin. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Spout — (spout), v. t. [imp. & p. p. {Spouted}; p. pr. & vb. n. {Spouting}.] [Cf. Sw. sputa, spruta, to spout, D. spuit a spout, spuiten to spout, and E. spurt, sprit, v., sprout, sputter; or perhaps akin to E. spit to eject from the mouth.] 1. To throw… … The Collaborative International Dictionary of English
Spouted — Spout Spout (spout), v. t. [imp. & p. p. {Spouted}; p. pr. & vb. n. {Spouting}.] [Cf. Sw. sputa, spruta, to spout, D. spuit a spout, spuiten to spout, and E. spurt, sprit, v., sprout, sputter; or perhaps akin to E. spit to eject from the mouth.]… … The Collaborative International Dictionary of English
Spouting — Spout Spout (spout), v. t. [imp. & p. p. {Spouted}; p. pr. & vb. n. {Spouting}.] [Cf. Sw. sputa, spruta, to spout, D. spuit a spout, spuiten to spout, and E. spurt, sprit, v., sprout, sputter; or perhaps akin to E. spit to eject from the mouth.]… … The Collaborative International Dictionary of English