-
1 een ~ uithalen - проявить удальство
vgener. huzarenstukjeRussisch-Nederlands Universal Dictionary > een ~ uithalen - проявить удальство
-
2 вынуть
uithalen, uitnemen -
3 вынимать
uithalen, uitnemen -
4 to drag out
uithalenuitslepen -
5 дурачиться
vgener. dollen, mallen, de zot uithangen, grappen uithalen, kattekwaad uithalen, met (iem.) dollen (с кем-л.), rare bokkesprongen maken -
6 cut at
cut at♦voorbeelden:2 the police cut at the demonstrants with their batons • de politie hakte op de betogers in met de gummiknuppel -
7 gag
n. prop in de mond; grap--------v. iemand de mond snoeren; kokhalzen; verslikken; grappengag1[ gæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————gag2〈 gagged〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 〈 medicijnen, geneeskunde〉van prop/klem voorzien -
8 get into mischief
-
9 gut
n. darmkanaal; ingewanden; snaar, pees--------v. uithalen van ingewanden; vernietigen; plunderengut1[ gut]♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉1 ingewanden ⇒ geweide, visgrom♦voorbeelden:————————gut2♦voorbeelden:————————gut3〈werkwoord; gutted〉 -
10 let out
vrijlaten; kledingstuk verruimenlet out♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 laten uitlekken ⇒ verklappen, openbaar maken, bekendmaken3 laten ontsnappen ⇒ vrijlaten, laten gaan♦voorbeelden: -
11 scavenge
v. bij de reinigingsdienst werken; het vuil op-, uithalen; de straat vegen, (het vuil) opruimen, (riolen)uithalen[ skævindzj]3 aas etenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
12 strike
n. staking; aanval; uitvinding; geluk--------v. slaan; aansteken; toeslaan; toeschijnen; schijnen; opkomen bij; treffen; staken; doorhalen; waarmakenstrike1[ strajk] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 staking♦voorbeelden:————————strike21 slaan ⇒ slaan in/met/op/tegen; uithalen; treffen, raken; aanvallen, toeslaan; aanslaan 〈 snaar, noot〉; aan de haak slaan, vangen; munten, geld slaan; aansteken 〈 lucifer〉; botsen (met/op), stoten (op/tegen)3 wortel (doen) schieten ⇒ stekken; (zich) vasthechten (in)4 aanvoelen ⇒ aandoen, lijken5 (op pad/weg) gaan ⇒ beginnen (met)♦voorbeelden:the clock strikes • de klok slaatstruck dumb • met stomheid geslagenthey were struck silent • ze stonden als verstomdstrike through • doorstrepen, schrappenstrike (up)on • treffen, slaan op; stoten op, ontdekken; krijgen, komen op 〈 idee〉strike at • uithalen naar, een slag toedienen 〈 ook figuurlijk〉struck by lightning • door de bliksem getroffenstrike someone off the list • iemand royerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 bereiken ⇒ sluiten, halen4 uitkomen op ⇒ tegenkomen, stuiten op5 ontdekken ⇒ vinden, stoten op6 een indruk maken op ⇒ opvallen, lijken♦voorbeelden:strike a bargain with • het op een akkoordje gooien metdid it ever strike you that • heb je er wel eens aan gedacht dat¶ strike terror into someone's heart • iemand met schrik vervullen/de schrik op het lijf jagen -
13 swipe
n. harde slag (cricket); veeg (uit de pan)--------v. hard slaan; gappen (slang); weggrissenswipe1[ swajp] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:swipe round the ear • oorveeg————————swipe2♦voorbeelden:1 gappen ⇒ jatten, stelen -
14 evisceration
n. vrijkomen; uithalen van ingewanden; uithalen van belangrijke delen -
15 ausfressen
-
16 ausnehmen
ausnehmen1 (eruit-, weg)nemen ⇒ verwijderen4 〈informeel; pejoratief〉uitvragen, uithoren♦voorbeelden:3 jemanden beim Spiel ausnehmen • iemand bij het spel plukken, afzetten5 ich nehme ihn, mich nicht aus • ik maak voor hem, voor mijzelf geen uitzonderingbitte nimm mich davon aus! • laat mij daar alsjeblieft buiten!♦voorbeelden:das Gemälde nimmt sich dort hübsch aus • het schilderij staat, hangt daar heel aardig -
17 выдвигать
vgener. uithalen, uitschuiven, voordragen (кандидата), inbrengen (обвинение), pousseren -
18 выкинуть коленце
vgener. een streek uithalen -
19 вынимать
vgener. uitnemen, uitlichten, opdiepen, uithalen, uittillen -
20 вынимать птенцов из гнезда
vgener. nesten uithalenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > вынимать птенцов из гнезда
См. также в других словарях:
Hand — 1. Alle Händ voll to dohne, seggt de ol Zahlmann1, on heft man êne. (Insterburg.) – Frischbier2, 1469. 1) Der Name eines Feldwächters in Insterburg. 2. Alten Händen hilft kein Nagelschminken. – Laus. Magazin, XXX, 251. Russisch Altmann V, 85. 3.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Honig — 1. Aussen Honig, innen Galle. Mhd.: Ûzen hönik und innen gall. (Suchenwirth, XXIV, 238.) 2. Das ist schlechter Honig, den man erst mit Zucker süss machen muss. 3. Der bekommt keinen Honig zu lecken, der sich von der Bienen Stachel lässt schrecken … Deutsches Sprichwörter-Lexikon