-
1 вставить
inzetten -
2 вставлять
inzetten -
3 to subject to test
inzetten -
4 come to grips with
inzetten,inspannen -
5 ansetzen
ansetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 beginnen, vormen5 aanzetten, vormen7 ramen, begroten♦voorbeelden:das Glas ansetzen • het glas aan de mond zetten6 eine Besprechung auf, für den nächsten Tag ansetzen • een bespreking voor de volgende dag vaststellen9 eine Bowle, einen Likör ansetzen • een bowl, likeur bereiden¶ 〈 figuurlijk〉 den Hebel an der richtigen Stelle ansetzen • iets goed, op de juiste manier aanpakken♦voorbeelden:1 Kalk, Zahnstein setzt sich an • kalk, tandsteen zet aan -
6 einsetzen
einsetzenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 inzetten, zetten in♦voorbeelden: -
7 put on
aankleden; opladen; voorwenden, aannemenput on8 in werking/beweging stellen ⇒ aandoen 〈 licht〉; aanzetten 〈radio e.d.〉; opzetten 〈 plaat, fluitketel〉♦voorbeelden:put on an accent • een accent aannemenput on airs • zich een air gevenput on speed • sneller/harder gaanput on weight/flesh • aankomen, zwaarder wordenput on years • ouder gaan lijkenwho put the police on to me? • wie heeft de politie op mijn spoor gezet?he put me on to this vacancy • hij bracht me van deze vacature op de hoogte -
8 jouer
jouer [zĵoe.ee]2 speculeren (op) ⇒ wedden (op), gokken (op)3 spelen ⇒ doen alsof, toneelspelen5 werken ⇒ in werking zijn, bewegen♦voorbeelden:jouer aux cartes • kaartspelenjouer avec sa santé • met zijn gezondheid spelenjouer sur un mot, sur les mots • een woordspeling makenc'était pour jouer • het was voor de grapjouer sur la bonté de qn. • op iemands goedheid speculerenjouer de malchance • pech hebbenjouer du bâton • de stok hanteren, met de stok slaanjouer du couteau • het mes hanterenjouer du piano • piano spelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spelen♦voorbeelden:jouer le désespoir • doen of men wanhopig isjouer les hôtes • als gastheer, gastvrouw optredenfaire jouer une pièce • een toneelstuk opvoerenjouer les victimes • het slachtoffer uithangenqu'est-ce qu'on joue au Rex? • welke film draait er in de Rex?jouer cent francs sur • honderd frank inzetten op♦voorbeelden:se jouer des difficultés • de moeilijkheden spelenderwijs overwinnence morceau se joue au piano • dit stuk is voor pianov1) spelen2) speculeren, gokken (op)3) toneelspelen, acteren4) bespelen, hanteren5) in werking zijn, bewegen7) inzetten [spel]8) bedriegen -
9 aufbieten
aufbieten♦voorbeelden: -
10 deploy
-
11 deployment
n. plaatsing (v. wapens); het inzetten (v. troepen) -
12 stake
n. staak, paal; brandstapel; inzet, belang; prijzengeld; op het spel staan--------v. vastbinden aan een staak, stutten; afpalen, afbakenen; aanspraak maken op; verwedden, inzettenstake1[ steek] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 go to the stake • op de brandstapel sterven; 〈 figuurlijk〉 de zure vruchten plukken (van een onverstandig besluit)3 have a stake in something • zakelijk belang hebben/betrokken zijn bij ietslose one's stake • zijn inzet/de weddenschap verliezenbe at stake • op het spel staanthe issue at stake • waar het om gaat————————stake2〈 werkwoord〉3 spietsen♦voorbeelden:¶ 〈Amerikaans-Engels; informeel〉 stake out • posten bij, in de gaten houden 〈 bijvoorbeeld (huis van) misdadiger〉 -
13 attaque
attaque [aataak]〈v.〉1 aanval ⇒ bestorming, uitval, overval, aanranding2 aanval ⇒ beschuldiging, scherpe kritiek3 aanval ⇒ attaque, beroerte♦voorbeelden:lancer une attaque • een aanval inzettenpasser à l'attaque • tot de aanval overgaanune attaque contre • een aanval op2 attaque à main armée • gewapende overval, roofovervalêtre d' attaque • fit zijn, in vorm zijnf1) aanval, overval2) beroerte3) inzet [muziek] -
14 attaquer
attaquer [aataakee]1 aanvallen ⇒ bestoken, bestormen, overvallen, aanranden2 aanvallen ⇒ bestrijden, aanvechten3 beginnen ⇒ aanpakken, aansnijden, aanvatten♦voorbeelden:attaquer qn. en justice • iemand een proces aandoenattaquer qn. par la vanité • op iemands ijdelheid spelen1 aanvallen ⇒ bestrijden, te lijf gaan2 aanpakken ⇒ zich werpen (op), zich wagen (aan)♦voorbeelden:1. v1) aanvallen, overvallen2) bestrijden, aanvechten3) aanpakken4) inzetten [muziek]5) aantasten, aanvreten [scheikunde]2. s'attaquer (à)v1) aanvallen2) aanpakken, zich werpen (op) -
15 dépenser
dépenser [deepãsee]♦voorbeelden:dépenser sans compter • zijn geld wegsmijten1 zich inspannen ⇒ zich inzetten, veel moeite doen1. v1) uitgeven, besteden [geld]2) verbruiken3) gebruiken, aanwenden (voor)2. se dépenservzich inspannen (om), zich inzetten (voor) -
16 engagement
engagement [ãgaazĵmã]〈m.〉4 aanvang ⇒ (het) beginnen, (het) ingaan8 aftrap♦voorbeelden:engagement volontaire • vrijwillige dienstnemingprendre l'engagement de • zich verplichten, beloven tesans engagement de votre part • zonder verplichtingen uwerzijdsm1) pandbewijs2) indienstneming, aanwerving3) dienstneming [leger]4) verbintenis, contract5) gelofte6) engagement [politiek]7) aanvang10) inschrijving [voor wedstrijd]11) aftrap [sport] -
17 monter
monter1 [mõtee]〈m.〉————————monter2 [mõtee]2 instappen ⇒ opstappen, gaan (zitten) in, gaan (staan) op♦voorbeelden:monter sur, à un arbre • in een boom klimmenla mer monte • het wordt vloedle ton monte • het gesprek raakt verhitmonter de 10 pour cent • met 10 procent stijgenles larmes lui montaient aux yeux • de tranen schoten haar, hem in de ogenle vin lui monte à la tête • de wijn stijgt haar, hem naar het hoofdII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bestijgen ⇒ beklimmen, opgaan3 naar boven brengen ⇒ omhoog halen, optrekken5 uitrusten ⇒ geheel voorzien van, inrichten6 plaats nemen in, op ⇒ instappen in♦voorbeelden:v1) klimmen, naar boven gaan2) instappen3) toenemen4) opstijgen6) paardrijden9) reiken (tot)10) bestijgen11) hoger plaatsen13) in elkaar zetten14) uitrusten, inrichten15) dekken [koe]16) opkloppen [eiwit]17) hoger stemmen [muziek]18) ophitsen -
18 setzen
setzen♦voorbeelden:1 hoch setzen • hoog, veel inzetten¶ setzen! • (gaan) zitten!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zetten, stellen, plaatsen ⇒ oprichten; vestigen; brengen♦voorbeelden:〈 sport en spel〉 einen Stein setzen • een steen verplaatsen, een zet doenden Stuhl an den Tisch setzen • de stoel bij de tafel zetten, schuivenzwei Dinge zueinander in Beziehung setzen • twee dingen met elkaar in verband brengenetwas in Brand setzen • iets in brand stekenetwas in Kraft setzen • iets in werking stelleneinen Text in Musik, in Noten setzen • een tekst op muziek, op noten zettenjemanden über einen andern setzen • iemand boven iemand anders plaatsenjemanden über den Fluss setzen • iemand de rivier overzetten(zu einem Verbrechen) eine hohe Strafe setzen • (op een misdaad) een zware straf stellenjemandem etwas als Aufgabe setzen • iemand iets tot taak stellenSalat setzen • sla uitzetten〈 informeel〉 gleich setzt es (et)was! • dadelijk zwaait er wat!1 gaan zitten, plaatsnemen2 zich plaatsen, zich zetten3 bezinken, neerslaan5 〈 aardrijkskunde〉zich zetten, inklinken♦voorbeelden:bitte, setzen Sie sich! • gaat u zitten!sich aufrecht, gerade setzen • rechtop gaan zittensich bequem setzen • er gemakkelijk bij gaan zittensich ans Fenster setzen • aan, bij het raam gaan zittensich aufs Rad setzen • op zijn fiets stappensich zu jemandem setzen • bij iemand gaan, komen zittensich auf eine andere Fahrbahn setzen • van rijstrook wisselen————————setzen!(gaan) zitten! -
19 вводить в бой
vgener. inzetten -
20 вносить вклад
vgener. (во ч-л.) inzetten voor
См. также в других словарях:
German declaration of war against the Netherlands — At 6:00 AM (Amsterdam Time) on 10 May 1940, during the Battle of the Netherlands, the German envoy Count Zech von Burkensroda gave Dutch minister of foreign affairs Van Kleffens the following German declaration of war. It was only later… … Wikipedia
Конкурс песни Евровидение 2013 — Эта статья содержит информацию о запланированном событии, которое состоится через 4 месяца 18 дней. Информация может меняться по мере … Википедия