-
1 agape with surprise
agape with surprise -
2 her eyes rounded with surprise
-
3 stare with surprise
stare with surprise -
4 he gasped with rage/surprise
he gasped with rage/surprisezijn adem stokte van woede/verbazing -
5 agape
-
6 round
adj. cirkel--------adv. rondom--------n. ronde; cirkel--------prep. rondom--------v. afronden, afmakenround1[ raund]2 ronde ⇒ rondgang; toer6 〈 muziek〉drie/vierstemmige canon♦voorbeelden:go/do the rounds • de ronde doen, doorverteld wordenhe stood us a round of drinks • hij gaf een rondje3 rondte♦voorbeelden:theatre in the round • théâtre en rond, arenatoneel————————round2〈bijvoeglijk naamwoord; roundness〉1 rond ⇒ bol, bolvormig2 rond ⇒ gebogen, cirkelvormig♦voorbeelden:in round terms • ronduit————————round3♦voorbeelden:round out • dik worden, opzwellenII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 omringen4 rondgaan ⇒ rondrijden/lopen (op/in)♦voorbeelden:round off sharp edges • scherpe randen rond afwerkenround off • besluiten, afsluiten 〈avondje e.d.〉round (up)on someone • tegen iemand van leer trekken, zich woedend tot iemand keren→ round up round up/————————round4〈 bijwoord〉3 bij ⇒ bij/voor zich♦voorbeelden:he did it the right/wrong way round • hij deed het goed/verkeerdsend round • verspreidenhe talked her round • hij praatte haar omround and round • als maar rondI lost my ring round here • ik ben mijn ring hier in de buurt verlorenthey brought her round • ze brachten haar weer bij (bewustzijn)send round for the girl • stuur iemand om het meisje te halen————————round5〈 voorzetsel〉1 〈plaats en richting; ook figuurlijk〉om ⇒ rondom, om … heen♦voorbeelden:they sat round the storyteller • ze zaten rond de vertellerit must be somewhere round the house • het moet ergens in (het) huis zijn -
7 stare
n. staren--------v. aanstaren; doordringend aankijkenstare1[ steə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————stare2♦voorbeelden:stare with surprise • verbaasd starenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:stare someone down/out • iemand aanstaren tot hij de ogen neerslaat -
8 register
n. lijst; notitieblok; kombinatie; regulator; meter; stijl; (in computers) verzamelaar, een kleine tijdelijke opslagplaats in de hoofd processor--------v. zich (laten) inschrijven; inchecken (in hotel)register1[ redzjistə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 register ⇒ (naam)lijst, rol; gastenboek; kiezerslijst♦voorbeelden:register of shipping • scheepsregisterthe Register of voters • de kiezerslijst, het kiezersregisterthe Parliamentary Register • de kiezerslijst————————register2♦voorbeelden:register for an examination • zich inschrijven/opgeven voor een examenregister with the police • zich aanmelden bij de politie2 it hasn't registered with her • het is niet (echt) tot haar doorgedrongen, ze heeft het niet (echt) in zich opgenomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:register one's name with • zich aanmelden bij -
9 well
adj. goed; gezond; tevreden--------adv. goed; mooi; in orde; met goedkeuring; op herkenbare manier; eerlijk--------interj. wel; goed; in orde--------n. bron; oorsprong; put--------n. wel, goed--------v. (op)wellen, ontspringenwell1[ wel]1 put4 inktpot5 diepe ruimte ⇒ diepte, kuil♦voorbeelden:1 drive/sink a well • een put boren/slaan→ artesian artesian/♦voorbeelden:1 wish someone well • iemand succes/het beste toewensen¶ leave/let well alone, 〈 Amerikaans-Engels〉leave/let well enough alone • laat maar zo, het is wel goed zo————————well21 gezond ⇒ goed, beter, wel2 goed ⇒ in orde, naar wens♦voorbeelden:she's feeling well again • zij voelt zich weer goedwell enough • goed genoegall is not quite well with him • het gaat niet zo best met hem3 it would be well to contact them first • het zou raadzaam zijn om eerst contact met ze op te nemenit would be (just) as well to confess your little accident • je kan het beste je ongelukje maar opbiechten¶ if you accept that offer, (all) well and good • als je dat bod aanneemt, goedall very well (, but) • alles goed en wel (maar), dat kan wel zijn (maar) 〈 maar〉very well • (nou) goed danshe's well in with my boss • zij staat in een goed blaadje bij mijn baas————————well3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:well up • opborrelen, opkomen 〈 van tranen, gevoelens〉a feeling of pity welled up in him • een gevoel van medelijden welde in hem op————————well4〈bijwoord; better, best〉1 op de juiste/goede manier ⇒ goed, naar wens2 zorgvuldig ⇒ grondig, door en door3 ver ⇒ ruim, zeer, een eind4 gunstig ⇒ vriendelijk, goedkeurend5 redelijkerwijze ⇒ met recht/reden♦voorbeelden:well done! • goed gedaan!I don't speak Russian very well • ik spreek niet erg goed RussischJohn did as well as you • John deed het net zo goed als jijthink well before you answer • denk goed na voordat je antwoordtthe exhibition was well worth visiting • de tentoonstelling was een bezoek ruimschoots waardwell pleased • zeer tevredenbe well away on something • f opschieten met ietsshe's well up in the computer technology • zij is goed thuis in de computertechniekshe's well over sixty years of age, well past sixty • zij is ver over de zestighe made it well within the time • hij haalde het ruimschoots binnen de tijdit may well be that she is right • mogelijk heeft ze gelijkyou may (just) as well go • je kunt net zo goed gaanwell and truly • helemaalas well • ook, evenzeer; net zo lief/goedas well as • zowel … als, en, niet alleen … maar ookin theory as well as in practice • zowel in theorie als in praktijk————————well51 zo ⇒ nou, wel3 goed ⇒ nu♦voorbeelden:1 well, what a surprise • zó, wat een verrassingwell, here we are • zo, we zijn er2 well, if she loves the boy • nou ja, als ze van de jongen houdt3 well, she continued with a long story about • goed/wel, ze ging verder met een lang verhaal over¶ oh well/ah well, you can't win them all • nou ja/ach, je kan niet altijd winnenwell then! • welnuwell then? • wel?, nu? -
10 gasp
n. hijging, het snakken naar adem--------v. snakken (naar adem), hijgengasp1[ ga:sp] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 snik♦voorbeelden:1 at one's last gasp • bij de laatste ademtocht/snikwith a gasp • met stokkende adem————————gasp22 hijgen ⇒ puffen, snuiven♦voorbeelden:gasp for breath • naar adem snakkenhe gasped with rage/surprise • zijn adem stokte van woede/verbazingII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:gasp out • uitstoten -
11 be in
be in1 binnen zijn ⇒ er zijn, aanwezig/aangekomen zijn♦voorbeelden:be in on • meedoen aanbe in on the latest developments/the secret • op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen/van het geheimbe in with somebody • goede maatjes zijn met iemandthe tide is in • het is hoog tijbe in for a position • kandidaat zijn voor een betrekking -
12 much
adj. veel; veel meer; heel veel; op grote schaal--------adv. veel; veel meer; heel veel; op grote schaal--------n. veel; heel veel; grote hoeveelheid; op grote schaalmuch11 veel♦voorbeelden:how much is it? • hoeveel is/kost het?the chapel is not much to look at • de kapel ziet er onooglijk uitit's not up to much • het stelt niet veel voorher contribution didn't amount to much • haar bijdrage was van weinig betekenisI thought as much • dat dacht ik alit was as much as I could do to … • ik had er mijn handen vol mee om …he's not much of a sportsman • hij is geen sportman, als sportman stelt hij niet veel voorso much for his high falutin' words • daarmee weten we wat we aan zijn mooie woorden hebbenwell, so much for that • dat was dan datit is too much for me • het is meer dan ik (ver)dragen kan————————much2〈bijwoord; more, most〉♦voorbeelden:he was much pleased with it • hij was er erg mee ingenomenas much as \\td2 million • wel/(maar) liefst 2 miljoen dollarhe didn't so much want to meet John as (to meet) John's sister • hij wilde niet zozeer John ontmoeten als (wel) Johns zustermuch as he would have liked to go • hoe graag hij ook was gegaanmuch to my surprise • tot mijn grote verrassing→ never never/————————much3〈determinator; more, most〉1 veel♦voorbeelden:not much use • niet erg bruikbaar¶ so much rubbish • allemaal/niets dan nonsens -
13 something
adv. op bepaalde wijze; iets--------n. iets--------pron. iets, een ding; en iets ( dertig en nog iets, etc.)something1[ sumθing] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 iets♦voorbeelden:1 I've bought you a little something to take with you • ik heb een kleinigheidje voor je gekocht om mee te nemen————————something2♦voorbeelden:he dropped something • hij liet iets vallenhe must have forgotten something or other • hij moet het een of ander vergeten zijnseventy something • zeventig en nog watthere's something in/to it • daar is iets van aanit's something like a church • het ziet er min of meer uit als een kerkit came as something of a surprise • het kwam een beetje als een verrassinghe's something of a painter • het is een niet onverdienstelijk schilder————————something3♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
surprise — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 feeling of surprise ADJECTIVE ▪ great, total, utter ▪ mild, slight, some ▪ initial … Collocations dictionary
surprise — surprisedly /seuhr pruy zid lee, pruyzd , seuh /, adv. surpriser, n. /seuhr pruyz , seuh /, v., surprised, surprising, n. v.t. 1. to strike or occur to with a sudden feeling of wonder or astonishment, as through unexpectedness: Her beauty… … Universalium
surprise — 1 noun 1 EVENT (C) an unexpected or unusual event: Joan! What a lovely surprise to see you again! | surprise visit/announcement/attack etc: Let s pay grandma a surprise visit. | US forces launched a surprise attack on the Panamanian capital. |… … Longman dictionary of contemporary English
surprise — sur|prise1 W2S3 [səˈpraız US sər ] n ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(event)¦ 2¦(feeling)¦ 3 take/catch somebody by surprise 4 take somebody/something by surprise 5¦(gift/party etc)¦ 6 surprise guest/visitor etc 7 surprise! 8 9¦(method)¦ ▬▬▬▬▬▬▬ [ … Dictionary of contemporary English
surprise — n. & v. n. 1 an unexpected or astonishing event or circumstance. 2 the emotion caused by this. 3 the act of catching a person etc. unawares, or the process of being caught unawares. 4 (attrib.) unexpected; made or done etc. without warning (a… … Useful english dictionary
with one's eyes open — If you do something with your eyes open, you are fully aware of what you are doing. I took on the job with my eyes wide open so I m not complaining. eyes on stalks If your eyes are on stalks when you look at something, they are wide … English Idioms & idiomatic expressions
surprise — vb 1 Surprise, waylay, ambush are comparable when they mean to attack unawares. Surprise is in military as well as in general use. As a technical term it implies strategy in the disposition and movement of troops and equipment and secrecy in the… … New Dictionary of Synonyms
surprise — [sər prīz′, sə prīz′] vt. surprised, surprising [ME surprysen < OFr surpris, pp. of sorprendre, to surprise, take napping < sur (see SUR 1) + prendre, to take (see PRIZE2)] 1. to come upon suddenly or unexpectedly; take unawares 2. to at … English World dictionary
Surprise Valley (Modoc County, California) — Surprise Valley is a valley in California, about 60 miles in length from north to south. Locals refer to the area as the Tricorner Region because of the region s location at the intersection of California, Oregon, and Nevada state lines. The… … Wikipedia
Surprise — Sur*prise , v. t. [imp. & p. p. {Surprised}; p. pr. & vb. n. {Surprising}.] [From {Surprise}, n.: cf. F. surprendre, p. p. surpris.] 1. To come or fall suddenly and unexpectedly; to take unawares; to seize or capture by unexpected attack. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
Surprise — Sur*prise , n. [F. surprise, fr. surprendre, surpris; sur over + prendre to take, L. prehendere. See {Sur }, and {Prehensile}.] 1. The act of coming upon, or taking, unawares; the act of seizing unexpectedly; surprisal; as, the fort was taken by… … The Collaborative International Dictionary of English