Перевод: со всех языков на все языки

со всех языков на все языки

wegstromen

Толкование Перевод

1 wegströmen

вытекать, истекать

Немецко-русский математический словарь > wegströmen
2 wegströmen

гл.
1) авиа. утекать

2) аэродин. вытекать, истекать

Универсальный немецко-русский словарь > wegströmen
3 wegstromen

n. efflux

Holandés-inglés dicionario > wegstromen
4 wegstromen

утечь; вытечь; стечь; отхлынуть, схлынуть

Dutch-russian dictionary > wegstromen
5 écouler

écouler [eekoelee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 van de hand doen ⇒ slijten, afzetten

2 〈 valse bankbiljetten〉 in omloop brengen

♦voorbeelden:

1    le stock est écoulé • we zijn door de voorraad heen

II s'écouler 〈 wederkerend werkwoord〉

1 wegstromen ⇒ weg-, afvloeien

2 verstrijken ⇒ voorbijgaan

3 wegtrekken ⇒ uiteengaan, langzaam verdwijnen

4 van de hand gaan ⇒ verkocht worden

♦voorbeelden:

2    l'année écoulée • (in) het afgelopen jaar

1. v
1) slijten, afzetten

2) in omloop brengen [valse bankbiljetten]
2. s'écouler
v

1) wegstromen

2) voorbijgaan

3) langzaam verdwijnen

4) verkocht worden

Dictionnaire français-néerlandais > écouler
6 Ausfluss

Ausfluss

〈m.〉

1 het wegstromen

2 afvoer(leiding)

3 〈 formeel〉 uitvloeisel ⇒ consequentie

4 〈 techniek〉 uitstroming 〈 hoeveelheid〉

5 〈 medisch〉vloeiing, afscheiding

♦voorbeelden:

1 der Ausfluss des Wassers • het wegstromen van het water

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Ausfluss
7 вытекать

, < вытечь> herausfließen, ausfließen, entweichen; impf. entspringen; fig. folgen, sich ergeben; pf. Auge: auslaufen

* * *

вытека́ть, <вы́течь> herausfließen, ausfließen, entweichen; impf. entspringen; fig. folgen, sich ergeben; pf. Auge: auslaufen

* * *

вытека́|ть

<-ю, -ешь> нсв, вы́течь св

нпрх

1. (нару́жу) herausfließen, auslaufen

2. только нсв (река́) entspringen

3. перен (результа́т) sich ergeben, resultieren aus +dat

* * *
v
1) gener. sich erklären, ablaufen, abströmen, ausfließen (о жидкости), ausströmen, den Ablauf nehmen, echappieren, entfließen (брать начало), entquellen (D), entrieseln (струёй), entrinnen (D), entströmen (D), enttriefen (D) (каплями), entträufeln (D) (каплями), entweichen (о газе и т. п.), folgen (из чеrо-л.), folgen (из чего-л.), folgern, herausströmen, resultieren (из чего-л.), rinnen, sich ergeben, erwachsen, sich anbieten, herauslaufen (о жидкости), heraustreten, (aus D) hervorgehen, ausfließen, auslaufen, aussickern (по капле), entspringen, hervorquellen, verrinnen, vorquellen, herauslaufen (о жид-кости)

2) geol. ausströmen (потоком), herausquellen, herausrinnen

3) Av. fließen

4) poet. entwallen (D) (из чего-л.)

5) milit. laufen

6) eng. emanieren, lecken

7) artil. abfließen

8) polygr. ausfliessen

9) food.ind. herausfließen

10) S.-Germ. ausrinnen

11) pompous. entquellen, entrinnen, entströmen

12) aerodyn. Abströmung, austreten, wegströmen

13) nav. durchsickern

Универсальный русско-немецкий словарь > вытекать
8 истекать

v
1) gener. umgeh, umgehe, umlaufen (о времени), ablaufen, verfallen (о сроке действия), verrinnen

2) colloq. umsein

3) book. erlöschen (о сроке)

4) law. fällig werden, inveterieren (о сроке действия), laufen (о сроке)

5) fin. (о сроке) ablaufen, (о сроке) ungültig werden, (о сроке) verfallen

6) artil. abfließen

7) phys. emanieren

8) electr. auslaufen

9) oil. ausfließen

10) weld. ausströmen (о газе)

11) pompous. verfließen (о времени)

12) f.trade. ablaufen (о сроке), verfallen (о сроке), verlaufen

13) aerodyn. ausströmen, wegströmen

Универсальный русско-немецкий словарь > истекать
9 утекать

v
1) gener. abfließen, abströmen (напр. о газе), ausströmen (о газе), entweichen (о токе), fortfließen, herabfließen, hinabfließen, wegfließen (о воде, времени)

2) geol. weiterfließen

3) Av. wegströmen

4) electr. entströmen

5) pompous. entrinnen

Универсальный русско-немецкий словарь > утекать
10 drain

n. afvoerkanaal
--------
v. draineren, afvoeren; legen; teneinde gaan, uitverkocht zijn

drain¹

[ dreen] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 afvoerkanaal ⇒ afvoerbuis/pijp, riool; 〈 medicijnen, geneeskunde〉 drain

2 afvloeiing ⇒ onttrekking; 〈 figuurlijk〉 druk, belasting

♦voorbeelden:

1   〈 informeel〉 down the drain • naar de knoppen, verloren

2   it is a great drain on his strength • het vergt veel van zijn krachten

————————

drain²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 weglopen ⇒ wegstromen, (uit)lekken

2 leeglopen ⇒ afdruipen, uitdruipen

3 afwateren ⇒ lozen

♦voorbeelden:

1   drain away • wegvloeien; 〈 figuurlijk〉wegebben, afnemen

2   let the dishes drain dry • de vaat droog laten druipen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 afvoeren ⇒ doen afvloeien, afgieten; 〈 figuurlijk〉 doen verdwijnen

2 leegmaken ⇒ leegdrinken, uitdrinken; 〈 figuurlijk〉 uitputten

3 draineren ⇒ droogleggen

♦voorbeelden:

1   drain away • doen wegvloeien, doen weglopen

2   drain dry • tot op de bodem leegmaken; 〈 figuurlijk〉 helemaal uitputten

     drain off • afvoeren, leegmaken

¶ a face drained of all colour • een doodsbleek gezicht

English-Dutch dictionary > drain
11 drainage

n. drainage, afvoer, afwatering

drainage

[ dreenidzj]

1 drainage ⇒ het afvoeren, drooglegging

2 het leegmaken ⇒ 〈 figuurlijk〉 het uitputten

3 het leeglopen ⇒ het wegstromen

4 afvoer ⇒ afwatering, riolering

5 het afgevoerde water ⇒ 〈 Brits-Engels〉 rioolwater

English-Dutch dictionary > drainage
12 dribble

n. stroompje; druppeltje; dribble (sport)
--------
v. druppelen; kwijlen; dribbelen (sport)

dribble¹

[ dribl] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 stroompje ⇒ 〈 figuurlijk〉 vleugje, druppeltje, beetje

2 〈 sport〉 dribbel

3 kwijl ⇒ speeksel

————————

dribble²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (weg)druppelen ⇒ langzaam wegstromen; 〈 figuurlijk〉 haast ongemerkt verdwijnen

2 kwijlen

3 〈 sport〉 dribbelen

♦voorbeelden:

1 money just dribbles away • geld glipt als zand door je vingers

the answers dribbled in • de antwoorden kwamen binnendruppelen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (laten) druppelen ⇒ langzaam laten vloeien

English-Dutch dictionary > dribble
13 run off

weglopen; op papier gooien; afdrukken, afdraaien (met stencilmachine); nog een keer laten lopen (om winnaar te bepalen); wegsturen; beslissende wedstrijd

run off

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 weglopen ⇒ wegvluchten

♦voorbeelden:

1 run off with someone • er vandoor gaan met iemand

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 laten weglopen ⇒ laten wegstromen, aftappen

2 reproduceren ⇒ afdraaien, fotokopiëren

English-Dutch dictionary > run off
14 run out

run out

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 op raken ⇒ aflopen

2 niets meer hebben ⇒ te weinig hebben

3 weglopen ⇒ wegstromen

4 〈 plantkunde〉 uitspruiten ⇒ uitlopen

♦voorbeelden:

1 our supplies have run out • onze voorraden zijn uitgeput

2 we are running out of time • we komen tijd te kort

¶ run out on someone/something • iemand/iets in de steek laten

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 uitrollen ⇒ afwikkelen, laten aflopen 〈 touw〉

2 〈 cricket〉 uitgooien 〈 lopende batsman〉

3 〈 sport〉 tot het eind volhouden ⇒ uitlopen

English-Dutch dictionary > run out
15 pisser

pisser [piesee]

〈 informeel〉

I    〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 pissen ⇒ plassen

♦voorbeelden:

1    〈 figuurlijk〉 pisser sur qn., qc. • tegen iemand, iets aanpissen

il y a de quoi pisser • het is om je te bepissen

  → clarinette, mérinos, vache, violon

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (uit)pissen ⇒ plassen

2 laten wegstromen ⇒ weg laten druipen, verliezen

♦voorbeelden:

2    son nez pisse du sang • hij heeft een flinke bloedneus

  → copie

Dictionnaire français-néerlandais > pisser
16 aflopen

aflopen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [weglopen] s'éloigner (de)

2 [+ op][zich haastig begeven naar] se hâter d'aller (vers)

3 [ten einde lopen] se terminer ⇒ 〈 van termijn, contract〉 expirer

4 [m.b.t. wekkers] sonner

5 [wegstromen] s'écouler (de)

6 [naar beneden lopen] descendre (de)

7 [zich naar beneden uitstrekken] être en pente

8 [ergens afgaan] se détacher (de)

♦voorbeelden:

1   niet van je plaats aflopen! • ne quitte pas ta place!

3   dit jaar loopt het huurcontract af • le bail vient à expiration cette année

     de afgelopen nacht • la nuit dernière

     goed aflopen • bien se terminer

     slecht aflopen • mal tourner

     het loopt af met hem • sa fin approche

     hoe is het met die zaak afgelopen? • comment s'est terminée cette affaire?

5   het bloed liep hem van het gezicht af • le sang coulait de son visage

6   van de trap aflopen • descendre l'escalier

7   de rivier loopt hier sterk af • ici, la rivière a une forte pente

     een aflopende weg • un chemin qui descend

¶   aflopend tij • marée descendante

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [verslijten] user 〈bijv. schoeisel〉

2 [doorlopen] parcourir

♦voorbeelden:

2   in hoeveel tijd kan men die afstand aflopen? • combien de temps faut-il pour parcourir cette distance?

Deens-Russisch woordenboek > aflopen
17 aflopen

aflopen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [+ op] [zich begeven naar] make for

2 [ten einde lopen] (come to an) end ⇒ finish, expire 〈 termijn, contract〉

3 [met betrekking tot wekkers] go off

4 [wegstromen] run/flow down

5 [naar beneden lopen] run/go/walk down

6 [zich naar beneden uitstrekken] slope (down/away)

7 [ergens afgaan] run off; 〈 weglopen〉 leave

♦voorbeelden:

2   de cursus is afgelopen • the course is finished

     dit jaar loopt het huurcontract af • the lease expires this year

     en daar is de zaak mee afgelopen • and that's the end of the matter

     de operatie is goed afgelopen • the operation was successful

     het verhaal liep goed af • the story had a happy ending

     het loopt af met hem • he is sinking fast/is near the end

4   aflopen als een wekker • 〈 figuurlijk〉 rattle on (non-stop)

6   de weg loopt snel af • the road slopes down steeply

7   een kabel laten aflopen • run out a cable

     niet van je plaats aflopen • not leave your place

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [verslijten] wear out

2 [doorlopen] tramp 〈 land, straten〉

3 [ten einde toe doorlopen] cover ⇒ walk

♦voorbeelden:

2   stad en land aflopen om iets te vinden • search high and low to find something

3   de universiteit aflopen • go through university

     in hoeveel tijd kan men die weg aflopen? • how long does it take to walk it?

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aflopen
18 abströmen

abströmen

1 wegstromen ⇒ wegvloeien

2 neerstromen ⇒ neergutsen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > abströmen
19 dahinfließen

dahinfließen

1 voorbijstromen ⇒ wegstromen, voortstromen

2 〈 figuurlijk〉 voorbijgaan

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dahinfließen
20 der Ausfluss des Wassers

der Ausfluss des Wassers

het wegstromen van het water

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Ausfluss des Wassers

Страницы

См. также в других словарях:

Allgemeine Zirkulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Antipassat — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Atmosphärische Zirkulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Ferrel-Zelle — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Gegenpassat — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
General circulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Globale Zirkulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Globalzirkulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Planetare Zirkulation — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Planetares Windsystem — vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia
Planetarische Zirkulation — Vereinfachtes Schema der globalen Zirkulation Die planetarische Zirkulation, oder auch allgemeine, planetare oder globale Zirkulation (englisch: general circulation, global circulation), ist eine Sammelbezeichnung für atmosphärische… … Deutsch Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

wegstromen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на все языки

wegstromen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: