-
61 censure
n. afkeuring, berisping--------v. censureren, schrappencensure1[ sensjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 afkeuring ⇒ berisping, terechtwijzing♦voorbeelden:————————censure2〈 werkwoord〉1 afkeuren ⇒ laken, bekritiseren♦voorbeelden: -
62 favour
n. gunst; insigne; genegenheid; partijdigheid; steun; voordeel; toestemmingfavour11 genegenheid ⇒ sympathie, goedkeuring2 partijdigheid ⇒ voorkeur, voortrekkerij3 gunst ⇒ attentie, begunstiging♦voorbeelden:find favour in someone's eyes, find favour with someone • iemands goedkeuring krijgenlook with favour on • iets met welgevallen bezien, iets goedkeurenlose favour with someone/in someone's eyes • uit de gratie raken bij iemandbe/stand high in someone's favour • bij iemand in een goed blaadje staanbe in/out of favour with • in de gunst/uit de gratie zijn bijreturn a favour • een wederdienst bewijzen¶ do me a favour! • zeg, doe me een lol!vote in favour of a motion • vóór een motie stemmena cheque in favour of • een cheque ten name vanin your favour • te uwen gunste————————favour21 gunstig gezind zijn ⇒ positief staan tegenover, een voorstander zijn van3 begunstigen ⇒ prefereren, bevoorrechten♦voorbeelden: -
63 ineligible
adj. niet verkiesbaar; niet in aanmerking komend--------n. afgevallen, niet verkiesbaar, niet in aanmerking komend[ innellidzjəbl] 〈ineligibly; zelfstandig naamwoord: ineligibility〉♦voorbeelden: -
64 left
n. s (in politiek)left1[ left]3 se draai1 〈 the〉erkant/zijde ⇒ s, erhand♦voorbeelden:turn to the left • s afslaanon your left • aan uw erhandIII 〈niet-telbaar zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud; vaak Left; the〉♦voorbeelden:————————left21 er ⇒ s♦voorbeelden:at/on/to one's left hand • aan zijn erhand————————left3→ leave leave/————————left4〈 bijwoord〉1 s ⇒ aan de erzijde2 naar s ⇒ saf, som♦voorbeelden:→ right right/ -
65 postal
adj. post-[ poostl]1 post- ⇒ met betrekking tot de post, per post♦voorbeelden:postal vote • per brief uitgebrachte stem -
66 qualify
v. scholen, bekwamen; bevoegd zijn; aan de eisen voldoen; beperken; distantiëren; definiëren; karakteriseren; matigen1 zich kwalificeren ⇒ zich bekwamen, bevoegd/geschikt zijn/worden♦voorbeelden:do you qualify to vote? • heb je stemrecht?qualify for membership • in aanmerking komen voor lidmaatschapII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beperken ⇒ kwalificeren, (verder) bepalen2 kenmerken ⇒ kenschetsen, karakteriseren3 geschikt/bevoegd maken ⇒ het recht geven♦voorbeelden:a qualifying match • een kwalificatiewedstrijdqualify one's statement • zijn verklaring nader preciseren -
67 show
n. toneelstuk; opvoering; programma; tentoonstelling; amusementsvoorstelling, schouwspel, show; vertoon; schijn--------v. tonen, laten zien; duidelijk maken; aantonen, bewijzen; vertonen; tentoonstellenshow1[ sjoo]♦voorbeelden:a fine show of blossoms • een prachtige bloesemtooimake a show of one's learning • te koop lopen met zijn geleerdheidunder a show of benevolence • onder het mom van welwillendheidno show of resistance • geen enkel blijk van verzetgood show! • goed geprobeerd!put up a good show • een goede prestatie leverenlet's get this show on the road • laten we nu maar eens beginnengive the (whole) show away • de hele zaak verradensteal the show • de show stelen〈 informeel〉 all over the show • door elkaar, overal1 uiterlijk ⇒ schijn, opschepperij♦voorbeelden:she only does it for show • ze doet het alleen voor de show3 what's on show today? • wat wordt er vandaag vertoond?objects on show • de tentoongestelde voorwerpen————————show21 (zich) (ver)tonen ⇒ (duidelijk) zichtbaar zijn, (ver)schijnen, eruitzien, vertoond worden 〈 van film〉♦voorbeelden:his education shows • het is goed merkbaar dat hij goed onderlegd isthe scar still shows • het litteken is nog goed te zienyour slip is showing • je onderjurk komt eruittime will show • de tijd zal het lerenwhat's showing at the cinema? • wat draait er in de bioscoop?her Dutch accent still shows through • haar Nederlandse accent is nog (goed) hoorbaar¶ it just goes to show! • zo zie je maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aan)tonen ⇒ laten zien, tentoonstellen, vertonen2 uitleggen ⇒ demonstreren, bewijzen♦voorbeelden:show me an example • geef me een voorbeeldshe never shows her feelings • ze toont haar gevoelens nooitthis year's figures show some recovery • de cijfers van dit jaar geven enig herstel te zienwhich film are they showing? • welke film draaien ze?he has nothing to show for all his work • zijn werk heeft helemaal geen vruchten afgeworpenshow me the truth of what you're saying • bewijs me dat het waar is wat je zegtthis goes to show that crime doesn't pay • dit bewijst dat misdaad niet loonthe showed me how to write • hij leerde me schrijvenshow one's kindness • vriendelijk blijken te zijnimpressed by the vast knowledge she showed • onder de indruk van de enorme kennis die ze aan de dag legdeshow bad taste • van een slechte smaak getuigenshow someone in/out • iemand binnenlaten/uitlatenhe showed us (a)round the house • hij liet ons het huis zienshow her into the waiting room • breng haar naar de wachtkamerI'll show you out of the house • ik zal u uitlatenshow someone over the factory • iemand een rondleiding geven door de fabriek6 Lord, show mercy • Heer, schenk genade -
68 solid
adj. vast; massief; stevig; solidair; vol--------n. vast lichaam; vast voedselsolid1[ sollid]II 〈 meervoud〉————————solid2〈bijvoeglijk naamwoord; solidness〉8 zuiver ⇒ massief, puur♦voorbeelden:solid rock • vast gesteente4 solid evidence • betrouwbaar/concreet bewijssolid firm • kredietwaardige zaaksolid against/for something • unaniem tegen/voor ietssolid reasons • gegronde redenen -
69 straw poll
См. также в других словарях:
vote — vote … Dictionnaire des rimes
voté — voté … Dictionnaire des rimes
vote — [ vɔt ] n. m. • 1702; mot angl.; lat. votum → vœu 1 ♦ Opinion exprimée, dans une assemblée délibérante, un corps politique. ⇒ suffrage, voix. Compter les votes favorables à un projet. ♢ Suffrage, dans une élection. « Je lui enlèverai [...] les… … Encyclopédie Universelle
vote — 1 n [Latin votum vow, hope, wish] 1 a: a usu. formal expression of opinion or will in response to a proposed decision; esp: one given as an indication of approval or disapproval of a proposal, motion, or candidate for office b: the total number… … Law dictionary
Vote — Vote, n. [L. votum a vow, wish, will, fr. vovere, votum, to vow: cf. F. vote. See {Vow}.] [1913 Webster] 1. An ardent wish or desire; a vow; a prayer. [Obs.] Massinger. [1913 Webster] 2. A wish, choice, or opinion, of a person or a body of… … The Collaborative International Dictionary of English
Vote-OK — are a group of political activists which were active in the United Kingdom general election of 2005 and have grown into a strong lobby group since then.The group stands as a single issue lobby group and is a Registered Recognised Third Party, one … Wikipedia
vote — [vōt] n. [LME (Scot) < L votum, a wish, vow < neut. of votus, pp. of vovere, to vow < IE base * ewegwh , to speak solemnly, vow > Sans vāghát, one who vows, Gr euche, a vow, prayer] 1. a) a decision by a group on a proposal,… … English World dictionary
vote — ► NOUN 1) a formal indication of a choice between two or more candidates or courses of action. 2) (the vote) the right to participate in an election. 3) (the vote) a particular body of electors or the votes cast by them: the green vote. ► VERB 1) … English terms dictionary
Vote — Vote, v. i. [imp. & p. p. {Voted}; p. pr. & vb. n. {Voting}.] [Cf. F. voter.] To express or signify the mind, will, or preference, either viva voce, or by ballot, or by other authorized means, as in electing persons to office, in passing laws,… … The Collaborative International Dictionary of English
Vote — Vote, v. t. 1. To choose by suffrage; to elec?; as, to vote a candidate into office. [1913 Webster] 2. To enact, establish, grant, determine, etc., by a formal vote; as, the legislature voted the resolution. [1913 Webster] Parliament voted them… … The Collaborative International Dictionary of English
vote — [n] decision or right to decide representation aye*, ballot, choice, franchise, majority, nay*, plebiscite, poll, referendum, secret ballot, show of hands*, suffrage, tally, ticket, will, wish, yea*, yes or no*; concepts 300,376 vote [v] decide… … New thesaurus