Перевод: с английского на все языки

со всех языков на английский

Со всех языков на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

verplichten

Толкование Перевод

1 render liable

verplichten

English-Dutch dictionary > render liable
2 sign oneself

verplichten

English-Dutch dictionary > sign oneself
3 read the riot act to

verplichten een onwettige handeling stop te zetten

English-Dutch dictionary > read the riot act to
4 bind

v. binden; verplichten; zich houden aan

bind¹

[ bajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 band ⇒ bindsel

2 binding ⇒ band, gebondenheid

3 〈 informeel〉 moeilijkheid ⇒ dilemma

♦voorbeelden:

3   be in a bind • in de knoei zitten

————————

bind²

〈 bound, bound [ baund]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 (aaneen)plakken ⇒ zich (ver)binden, vast/hard/dik worden

♦voorbeelden:

1   butter binds with egg and flour • boter bindt met ei en bloem

     heat causes clay to bind • door de hitte wordt klei hard

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (vast)binden ⇒ bijeenbinden, boeien

2 bedwingen ⇒ aan banden leggen, hinderen

3 verplichten ⇒ verbinden, dwingen

4 verbinden ⇒ omwinden, omwikkelen

5 (in)binden 〈 boek〉 ⇒ van een band voorzien; (om)boorden 〈tapijt e.d.〉

6 binden ⇒ dik/hard/vast(er) maken

7 verstoppen

8 (contractueel) verbinden ⇒ in dienst nemen

♦voorbeelden:

1   bind (up) one's hair • zijn haar bijeenbinden

     〈 figuurlijk〉 she was bound by the magic of his voice • ze werd geboeid door zijn betoverende stem

2   be snow-bound • vastzitten in/door de sneeuw

     she felt bound down by the regulations • ze voelde zich aan banden gelegd door de bepalingen

3   she's bound to come • ze moet (wel)/is verplicht te komen, ze zal zeker komen

     bind someone to secrecy • iemand tot geheimhouding verplichten

4   bind (up) a wound • een wond verbinden

6   bind a sauce with corn flour • een saus binden met maïzena

7   eggs may bind the bowels • eieren kunnen verstopping veroorzaken

8   he's bound (by contract) • hij is (contractueel) gebonden

¶ I'll be bound • ik ben er absoluut zeker van

     he's bound up in his job • hij gaat helemaal op in zijn werk

→ bind over bind over/

English-Dutch dictionary > bind
5 oblige

v. verplichten; een goede daad doen

oblige

[ əblajdzj]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 het genoegen doen ⇒ ten beste geven

♦voorbeelden:

1   oblige with a song • een lied ten beste geven

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 aan zich verplichten

2 〈 voornamelijk passief〉 verplichten ⇒ (ver)binden 〈 door eed, belofte, contract〉

♦voorbeelden:

1   (I'm) much obliged (to you) • dank u zeer

     could you oblige me by opening the door? • wilt u zo vriendelijk zijn de deur voor mij te openen?

2   I feel obliged to say that … • ik voel me verplicht te zeggen dat …

English-Dutch dictionary > oblige
6 constrain

v. (af)dwingen, verplichten

constrain

[ kənstreen]

1 (af)dwingen ⇒ verplichten, noodzaken

♦voorbeelden:

1 feel constrained to do something • zich ergens toe verplicht voelen

English-Dutch dictionary > constrain
7 engage

v. werkgeven, huren; verbinden

engage

[ ingeedzj]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 〈+in〉 zich bezig houden (met) ⇒ zich inlaten (met), doen (aan)

2 zich verplichten ⇒ beloven, aangaan

3 〈+for〉 borg staan (voor) ⇒ garanderen, instaan (voor)

4 〈 voornamelijk techniek, technologie〉 in elkaar grijpen ⇒ gekoppeld worden

5 〈+with; voornamelijk leger〉 de strijd aanbinden (met)

♦voorbeelden:

1   she engages in politics • ze houdt zich met politiek bezig

     〈 formeel〉 engage upon • zich bezig gaan houden met, aangaan

4   engage with • grijpen 〈 tandradertjes〉

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 aannemen ⇒ in dienst nemen, contracteren

2 bespreken ⇒ reserveren 〈 plaats〉

3 bezetten ⇒ in beslag nemen 〈 ook figuurlijk〉

4 beloven ⇒ verplichten

5 〈 voornamelijk leger〉 aanvallen

6 〈 techniek, technologie〉 koppelen ⇒ doen ingrijpen, inschakelen

♦voorbeelden:

1   engage oneself with a new theatre company • bij een nieuw toneelgezelschap gaan

3   her attention was engaged • haar aandacht werd in beslag genomen

     he engages himself in painting • hij houdt zich bezig met schilderen

     engage someone in conversation • een gesprek met iemand aanknopen

4   engage oneself to do something • beloven iets te doen

6   engage the clutch • koppelen 〈 auto〉

English-Dutch dictionary > engage
8 obligate

v. verplichten

obligate

[ obligeet] 〈 formeel〉

1 verplichten 〈 wettelijk, moreel〉

♦voorbeelden:

1 feel obligated to do something • zich verplicht voelen iets te doen

English-Dutch dictionary > obligate
9 prebill

n. Vóóruit verplichten
--------
v. Vóóruit verplichten

English-Dutch dictionary > prebill
10 bind over

(onder borgstelling) verplichten zich voor het gerecht te verantwoorden

bind over

〈 juridisch〉

1 onder toezicht plaatsen

♦voorbeelden:

1 bind someone over to keep the peace • iemand onder toezicht plaatsen (in het belang van de openbare orde)

English-Dutch dictionary > bind over
11 bind someone to secrecy

bind someone to secrecy

iemand tot geheimhouding verplichten

English-Dutch dictionary > bind someone to secrecy
12 bound

adj. zeker; samengaand; verbonden
--------
n. grens
--------
v. binden; verplichten; zich houden aan

bound¹

[ baund] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 〈 voornamelijk meervoud〉 grens ⇒ 〈 wiskunde〉 limiet

2 sprong

3 stuit ⇒ terugsprong 〈 van bal〉

♦voorbeelden:

1   his anger knew no bounds • zijn woede ging alle perken te buiten

     out of bounds • verboden terrein, taboe 〈 ook figuurlijk〉

2   at a/one bound • met één sprong

¶ keep within the bounds of reason • redelijk blijven

————————

bound²

I 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 〈 boekwezen〉 gebonden

2 〈 scheikunde〉 gebonden ⇒ verbonden

II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉

1 gebonden ⇒ vast

2 zeker

3 verplicht

4 vastbesloten

5 op weg ⇒ onderweg

♦voorbeelden:

1   he's bound to his job • hij zit vast aan zijn werk

     she's completely bound up in her research • ze gaat helemaal op in haar onderzoek

     our future is bound up with that of the EEC • onze toekomst is nauw verbonden met die van de EEG

2   he's bound to pass his exam • hij haalt zijn examen beslist

     I'll be bound • daar sta ik voor in, daar ben ik zeker van

3   I feel bound to warn you • ik voel me verplicht je te waarschuwen

4   bound and determined to try it • vastbesloten het te proberen

5   this train is bound for Poland • deze trein gaat naar Polen

————————

bound³

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 springen

2 stuit(er)en ⇒ terugkaatsen

♦voorbeelden:

1   the dogs bounded down the hill • de honden kwamen met grote sprongen de heuvel af

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 begrenzen ⇒ de grens vormen, beperken

♦voorbeelden:

1   Belgium is bounded on the South by France • België grenst in het Zuiden aan Frankrijk

English-Dutch dictionary > bound
13 commit oneself

ergens aan verbinden

commit oneself

zich verplichten; zich uitspreken

English-Dutch dictionary > commit oneself
14 commit

v. uitvoeren; overgeven, overhandigen; opnemen in een gesticht; gevangen zetten

commit

[ kəmit] 〈 committed〉

1 toevertrouwen ⇒ prijsgeven

2 verwijzen 〈 wet naar commissie〉

3 in (voorlopige) hechtenis nemen ⇒ opsluiten

4 plegen ⇒ begaan, bedrijven

5 beschikbaar stellen ⇒ toewijzen

♦voorbeelden:

1   commit to the earth • ter aarde bestellen

     commit to memory • uit het hoofd leren

     commit to writing/paper • op schrift stellen

3   commit to a mental hospital • in een inrichting (doen) opnemen

     commit to prison • in hechtenis nemen

5   commit money to a new project • geld uittrekken voor een nieuw project

¶ commit oneself • zich verplichten; zich uitspreken

     commit oneself on an issue • zijn mening over een zaak geven

     commit oneself to a cause • zich inzetten voor een (goed) doel

English-Dutch dictionary > commit
15 compel

v. dwingen

compel

[ kəmpel] 〈 compelled〉

1 (af)dwingen ⇒ verplichten, noodzaken

♦voorbeelden:

1 lack of money compelled us to return • geldgebrek dwong ons terug te keren

¶ 〈 figuurlijk〉 his eloquence compelled the audience • met zijn welbespraaktheid hield hij het publiek geboeid

English-Dutch dictionary > compel
16 contract to do something

contract to do something

zich contractueel verplichten om iets te doen

English-Dutch dictionary > contract to do something
17 contract

n. contract
--------
v. een contract afsluiten; krijgen, besmet worden; krimpen; inkrimpen

contract¹

[ kontrækt] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 contract 〈 ook bridge〉 ⇒ (bindende) overeenkomst, verdrag, verbintenis; 〈 attributief〉 contractueel vastgelegd

♦voorbeelden:

1   enter into/make a contract • een contract sluiten, een verbintenis aangaan

     be under contract to someone • zich contractueel verbonden hebben tegenover iemand

————————

contract²

[ kəntrækt]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 een contract/overeenkomst/verdrag sluiten ⇒ een verbintenis aangaan, contracteren

♦voorbeelden:

1   contracting parties • contracterende partijen

     contract to build a factory • een contract sluiten voor de bouw van een fabriek

     contract to do something • zich contractueel verplichten om iets te doen

     〈 voornamelijk Brits-Engels〉 contract out • zich terugtrekken

II 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 samentrekken ⇒ inkrimpen, sen

♦voorbeelden:

1   ‘we will’ can be contracted to ‘we'll’ • ‘we will’ kan samengetrokken worden tot ‘we'll’

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 per/bij contract regelen/vaststellen ⇒ contracteren, aangaan

2 〈 voornamelijk pejoratief〉 oplopen ⇒ zich op de hals halen

♦voorbeelden:

1   contract an alliance • een bondgenootschap sluiten

     contract debts • schulden aangaan/op zich nemen

     contract out • uitbesteden

2   contract a cold • een verkoudheid oplopen

English-Dutch dictionary > contract
18 enforce

v. (het) opleggen (v.d. wet), verplichten; versterken

enforce

[ info:s] 〈zelfstandig naamwoord: enforcement〉

1 uitvoeren ⇒ op de naleving toezien van, de hand houden aan 〈 regel, wet〉

2 (af)dwingen

3 versterken ⇒ benadrukken

♦voorbeelden:

2 enforce obedience (up)on someone • iemand dwingen tot gehoorzaamheid

3 enforce an argument with • een argument kracht bijzetten met

English-Dutch dictionary > enforce
19 lay/place/put someone under an obligation

lay/place/put someone under an obligation

iemand aan zich verplichten

English-Dutch dictionary > lay/place/put someone under an obligation
20 obligation

n. plicht; verplichting

obligation

[ obligeesjn]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 plicht ⇒ (zware) taak

2 〈 geldwezen〉 obligatie

II 〈 telbaar en niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 verplichting ⇒ verbintenis

♦voorbeelden:

1 lay/place/put someone under an obligation • iemand aan zich verplichten

English-Dutch dictionary > obligation

Страницы

См. также в других словарях:

Plight — Plight, v. t. [imp. & p. p. {Plighted}; p. pr. & vb. n. {Plighting}.] [AS. plihtan to expose to danger, pliht danger;cf. D. verplichten to oblige, engage, impose a duty, G. verpflichten, Sw. f[ o]rplikta, Dan. forpligte. See {Plight}, n.] 1. To… … The Collaborative International Dictionary of English
Plighted — Plight Plight, v. t. [imp. & p. p. {Plighted}; p. pr. & vb. n. {Plighting}.] [AS. plihtan to expose to danger, pliht danger;cf. D. verplichten to oblige, engage, impose a duty, G. verpflichten, Sw. f[ o]rplikta, Dan. forpligte. See {Plight}, n.]… … The Collaborative International Dictionary of English
Plighting — Plight Plight, v. t. [imp. & p. p. {Plighted}; p. pr. & vb. n. {Plighting}.] [AS. plihtan to expose to danger, pliht danger;cf. D. verplichten to oblige, engage, impose a duty, G. verpflichten, Sw. f[ o]rplikta, Dan. forpligte. See {Plight}, n.]… … The Collaborative International Dictionary of English
Same-sex marriage in the Netherlands — Two men marrying in Amsterdam, Netherlands, in the first month marriage there was opened to same sex couples (2001).[clarification needed] … Wikipedia
Confessionalism (politics) — Confessionalism (Arabic: taifiyya‎) is a system of government that refers to de jure mix of religion and politics. It can mean distributing political and institutional power proportionally among religious communities. Contents 1 Debate 2 The… … Wikipedia
Bengelhaus — Albrecht Bengel Haus Typ evangelisches Konvikt Anschrift Ludwig Krapf Str. 5 72072 Tübingen Landeskirche … Deutsch Wikipedia
Ендришек — Ендришек, Эрик Эрик Ендришек Общая информация Родился … Википедия
Ендришек, Эрик — Эрик Ендришек … Википедия

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

verplichten

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на все языки

verplichten

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: