-
1 vaas
• vase -
2 pot
n. pot, jar, vase, container -
3 pul
n. vase -
4 vaas
n. vase, container used for holding cut flowers or for decoration -
5 vazen
adj. vase-like -
6 bloemenvaas
-
7 de vaas kegelde op de grond
de vaas kegelde op de grondVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de vaas kegelde op de grond
-
8 de vaas stond niet op haar plaats
de vaas stond niet op haar plaatsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de vaas stond niet op haar plaats
-
9 die vaas heeft niet de minste waarde
die vaas heeft niet de minste waardethat vase has no value at all/whateverVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > die vaas heeft niet de minste waarde
-
10 een kunstig bewerkte vaas
een kunstig bewerkte vaasan ingeniously/a skilfully decorated vaseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kunstig bewerkte vaas
-
11 een porseleinen vaas
een porseleinen vaasa china/porcelain vaseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een porseleinen vaas
-
12 een vaas van de kast stoten
een vaas van de kast stotenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vaas van de kast stoten
-
13 kegelen
1 [het kegelspel spelen] 〈 negen kegels〉 play skittles/ninepins 〈ook → link=bowlen, met tien kegelsbowlen, met tien kegels〉2 [vallen] crash♦voorbeelden:1 [ergens af/uit gooien] throw out -
14 kunstig
♦voorbeelden:1 een kunstig bewerkte vaas • an ingeniously/a skilfully decorated vase -
15 leeft die vaas nog?
leeft die vaas nog?is that vase still in one piece?Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > leeft die vaas nog?
-
16 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
17 minst
minst12 [zelfstandig (gebruikt)] least♦voorbeelden:1 die vaas heeft niet de minste waarde • that vase has no value at all/whateverniet de/het minste … 〈 kans, twijfel enz.〉 • not a shadow of …, not the slightest …ten minste/op zijn minst een week • at least one weekbij het minste of geringste • at the least little thinghij heeft er niet in het minst bezwaar tegen • he does not object (to it) at allwat ik het minst verwacht had, gebeurde • what I had least expected happened————————minst2〈 telwoord〉♦voorbeelden:de minste overtredingen gemaakt hebben • have committed the fewest offences -
18 plaats
1 [punt/gebied op aarde/in de ruimte] place2 [plek op een oppervlak] place5 [juiste plek/ruimte] place6 [stad] town13 [landgoed] place in the country♦voorbeelden:plaats en datum • time and placede plaats van handeling • the scene of the actioneen plaatsje onder de zon • a place in the sunje kunt niet op twee plaatsen tegelijk zijn • one can't be in two places at oncede vaas stond niet op haar plaats • the vase was not in its usual placevan plaats veranderen • change one's place4 een grote/belangrijke plaats innemen (in/op) • occupy a major/an important place (in)zijn plaats afstaan voor • give one's place tois hier nog plaats? • 〈in trein/bioscoop enz.〉 is there a seat free?; 〈 op boot〉 is there a berth free?plaats maken (voor iemand) • make room (for someone)een plaats openlaten (voor) • keep a space (free) (for)zich een plaats veroveren als • establish oneself aszijn plaats niet weten • not know one's placezich ergens op z'n plaats voelen • feel one belongs somewhereop uw plaatsen! klaar, af • on your marks, get set, goiemand op z'n plaats zetten • put someone in his place; 〈 figuurlijk〉 take someone down a peg or two, put someone in his/her proper placeniet op zijn plaats zijn 〈van opmerking e.d.〉 • be out of place, be uncalled forneemt u a.u.b. plaats • please take your seatsiemand naar zijn plaats brengen • show someone to his placetot de laatste plaats bezet • filled to capacity〈 figuurlijk〉 op de eerste plaats komen • come first, take first place¶ voor iets/iemand in de plaats komen • take something/someone's place, replace something/someonein plaats van • instead ofstel je(zelf) in mijn plaats • put yourself in my place -
19 porseleinen
-
20 schenker
schenker, schenkster♦voorbeelden:1 wie is de milde schenker van die vaas? • who is the generous donor of that vase?
- 1
- 2
См. также в других словарях:
vase — vase … Dictionnaire des rimes
vase — 1. (va z ) s. f. 1° Limon déposé au fond des étangs, des fossés, des rivières, de la mer. • La mer transporte aujourd hui ses vases avec les dépouilles des coquillages actuellement vivants, comme elle a autrefois transporté ces mêmes vases… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
vase — VASE. s. m. Sorte d ustencile qui est fait ordinairement pour contenir quelque liqueur, mais dont on ne se sert d ordinaire que pour l ornement. Vase d or, d argent, de cristal. vase à l antique. vase cizelé. vase precieux. vase de porcelaine.… … Dictionnaire de l'Académie française
Vase — (v[=a]s or v[aum]z; 277), n. [F. vase; cf. Sp. & It. vaso; fr. L. vas, vasum. Cf. {Vascular}, {Vessel}.] 1. A vessel adapted for various domestic purposes, and anciently for sacrificial uses; especially, a vessel of antique or elegant pattern… … The Collaborative International Dictionary of English
vasé — vasé, ée (vâ zé, zée) adj. Terme rural. Couvert de vase, de terre. Foin vasé, celui qui reste couvert de vase, de limon à la suite d un débordement qui a submergé une prairie. ÉTYMOLOGIE Vase 1 … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Vase — Sf std. (18. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. vase m., dieses aus l. vās (vāsis) n. Gefäß, Geschirr, Gerät . Ebenso nndl. vaas, ne. vase, nfrz. vase, nschw. vas, nisl. vasi. ✎ DF 6 (1983), 128f. französisch l … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
vase — [ veıs, veıs ] noun count * a container for cut flowers: a vase of roses … Usage of the words and phrases in modern English
vase — late 14c., from M.Fr. vase, from L. vas container, vessel. Amer.Eng. preserves the original English pronunciation (Swift rhymes it with face, Byron with place and grace), while British English shifted mid 19c. to preference for a pronunciation… … Etymology dictionary
Vase — »Ziergefäß (meist für Schnittblumen)«: Das bereits im 16. Jh. bezeugte, aber erst seit dem 18. Jh. allgemein übliche Wort ist aus gleichbed. frz. vase entlehnt, das auf lat. vas (vasis) »Gefäß, Geschirr« zurückgeht … Das Herkunftswörterbuch
Väse — is a village in Karlstad Municipality, Värmland, Värmland County, Sweden. It has a population of 517 (2005).cite web |title=Tätorternas landareal, folkmängd och invånare per km2 2000 och 2005 |publisher=Statistics Sweden… … Wikipedia
Vase — (v. lat. Vas), 1) Gefäß überhaupt für Flüssigkeiten; 2) Gefäß, welches bald ohne, bald mit Fuß vom Boden aufwärts sich erweitert u. dann bald plötzlich, bald allmälig wieder mehr od. weniger verengt u. zuweilen mit Hals, Mündung u. Henkeln… … Pierer's Universal-Lexikon