-
1 extraneous
uitwendig -
2 outward
uitwendig -
3 outer shell electron
uitwendig electron (electron dat zich in meest ver van kern verwijderde schil bevindt) -
4 external magnetic field
uitwendig magnetisch veldEnglish-Dutch technical dictionary > external magnetic field
-
5 external
adj. uiterlijk, van buiten, buiten--------n. uiterlijk; uitwendigexternal1[ ikstə:nl] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 uitwendig deel/oppervlak♦voorbeelden:————————external21 uiterlijk ⇒ buiten-, extern♦voorbeelden:external causes • externe oorzakenexternal pressure • druk van buitenafexternal examination/examiner • examen/examinator van buiten de schoolstudy externally • als extraneus studeren -
6 outer
adj. buiten[ autə]1 buitenste ⇒ aan de buitenzijde, buiten-, over-♦voorbeelden:outer ear • uitwendig oorouter garments/wear • bovenkledingouter space • de ruimtethe outer world • de buitenwereld2 outer man/woman • het uiterlijk, het voorkomen -
7 application
n. verzoek; aanvraag; toepassing, applikatie (ook in computers); applikatie, een computer programma bestemd om bepaalde taken uit te voeren (computers); volharding[ æplikkeesjn]3 middeltje ⇒ papje, zalfje♦voorbeelden:put in an application for • solliciteren naar1 toepassing ⇒ gebruik, aanwending4 ijver ⇒ vlijt, toewijding♦voorbeelden: -
8 arthropod
n. geleedpotige (Arthropoda), dier met een uitwendig skelet van chitine (in zoologie)[ a:θrəpod] 〈 biologie〉 -
9 auricle
n. oorschelp; hartboezem[ o:rikl] -
10 cortical
adj. van de schors; uitwendig[ ko:tikl] 〈 anatomie, plantkunde〉 -
11 exogenous
-
12 expression
n. uitdrukking, blik, gezegde; woord; (hoeveelheids) uitdrukking; (genetica) de mate waarin genetische eigenschappen in cellen uitwendig zichtbaar zijn[ ikspresjn]♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 these ideas find expression in his last novel • deze ideeën komen tot uitdrukking in zijn laatste romanthat's beyond/past expression • daar zijn geen woorden voor2 she laid so much expression in her performance • ze legde zoveel gevoelsuitdrukking in haar uitvoering -
13 for external use only
-
14 for outward application only
-
15 getup
n. uitwendig gezicht (slang); kleding (slang); mode (slang); soort, wijzegetup -
16 outer ear
-
17 outward
adj. uit-; naar buiten--------adv. uit; naar buitenoutward1[ autwəd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 buitenwaarts ⇒ naar buiten (gekeerd), uitgaand♦voorbeelden:outward form • voorkomenoutward things • de buitenwereld————————[ autwədz] 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 outward bound • uitgaand, op de uitreis -
18 without
adv. zonder; buiten--------conj. zonder dat--------n. buiten, buitenste gedeelte--------prep. zonder; buitenwithout1♦voorbeelden:it is cold without • het is buiten koud————————without2〈 voorzetsel〉1 zonder♦voorbeelden:he spoke without enthusiasm • hij sprak zonder geestdrifthe cannot do without his paper • hij kan niet zonder zijn krantwithout a penny in her pocket • zonder een cent op zakshe left without a word • zij vertrok zonder een woord te zeggenwithout my knowing about it • zonder dat ik het wistit goes without saying • het hoeft geen betoogspeak without thinking • spreken zonder nadenken -
19 curtain wall
n. uitwendige glas en staalwanden tussen pilaren of steunbalken zonder structurele waarde (Moderne Architectuur); uitwendig versterkte muren in kastelen -
20 ectal
adj. uitwendig
- 1
- 2