-
1 two years from that day
-
2 drinking two pints of beer a day makes for good health
English-Dutch dictionary > drinking two pints of beer a day makes for good health
-
3 his G.P. rationed him to two cigarettes a day
his G.P. rationed him to two cigarettes a dayEnglish-Dutch dictionary > his G.P. rationed him to two cigarettes a day
-
4 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
5 one
adj. een--------n. een--------pron. iemandone1[ wun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:these come only in ones • deze worden alleen in verpakkingen van één/per stuk verkocht————————one21 〈als vervanging voor eerder genoemd woord; meestal onvertaald〉 (er) een ⇒ 〈 benaming voor〉 (er) eentje 〈 grap, verhaal, drankje, snuiter enz.〉♦voorbeelden:like one dead • als een dodelet's have (a quick) one • laten we er (gauw) eentje gaan drinkenthe one that I like best • degene die ik het leukst vindI'll go him one better • ik zal hem een slag voor zijn/overtroevennever a one • geen enkelehe was one up on me • hij was me net de baasthe one about the generous Scot • die mop over de vrijgevige Schothe's a one for music • hij is een muziekliefhebberthis one's on me • ik trakteer!this one • deze hier2 〈 Brits-Engels〉 one must never pride oneself on one's achievements, 〈 Amerikaans-Engels〉one must never pride himself on his achievements • men mag nooit prat gaan op zijn prestatiesII 〈telwoord; als voornaamwoord〉1 één♦voorbeelden:1 become one • één worden, samenvallen/smeltenone after another • een voor een, de een na de andereone or two • één of twee, een paarhe and I are at one (with one another) • hij en ik zijn het (roerend) eens (met elkaar)one by one • een voor een, de een na de anderone of the members • een van de ledenone to one • één op/tegen éénone to one match • één op één/puntsgewijze overeenkomstas one • als één man¶ one and all • iedereen, jan en allemanI was one too many for him • ik was hem te sterk/te slim af〈 informeel〉 like one o'clock • als een gek, energiekI, for one, will refuse • ik zal in ieder geval weigeren(all) in one • (allemaal) tegelijkertijd/gecombineerd〈 informeel〉 done it in one! • in één keer!, de eerste keer goed!→ one another one another/————————one31 een zeker(e) ⇒ één of ander(e), ene♦voorbeelden:we'll meet again one day • we zullen elkaar ooit weer ontmoetenone Mr. Smith called for you • een zekere Mr. Smith heeft jou gebeldII 〈telwoord; als determinator〉1 één ⇒ enig; 〈 figuurlijk〉 de/hetzelfde; 〈 als versterker, Amerikaans-Engels; informeel〉 enig, hartstikke♦voorbeelden:from one chore to another • van het ene klusje naar het anderethey are all one colour • ze hebben allemaal dezelfde kleurone day out of six • één op de zes dagen, om de zes dagenthey cried out with one voice • ze riepen als uit één mondmy one and only friend • mijn enige echte vriendthe one and only truth • de alleenzaligmakende waarheidone and the same thing • één en dezelfde zaak, precies hetzelfdeneither one thing nor the other • vlees noch vis, halfslachtig -
6 to
adv. aan; naar; voor; een toost--------prep. aan; naar; om; ondanksto1[ toe:] 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:pace to and fro • ijsberenhe put his signature to • hij zette zijn handtekening erop→ come to come to/————————to2♦voorbeelden:pale to clear blue • bleek tot hel blauwcovered up to his chin • tot de kin bedekthurry to church • zich naar de kerk haastenhis money went to clothes • zijn geld besteedde hij aan klerento her dismay • tot haar ontzettingsing hymns to God • hymnen zingen voor Goddrink to her health • op haar gezondheid drinkenit seemed strange to John • het kwam John vreemd voorshe held the letter to the light • ze hield de brief tegen het lichtloyal to a man • stuk voor stuk trouwto my mind • volgens mijturn to your right • sla rechtsaftravel to Rome • naar Rome reizengo to sea • zee kiezenfrom bad to worse • van kwaad tot ergerhe kept it to himself • hij hield het voor zichwe beat them eleven to seven • we hebben ze met elf tegen zeven verslagenthis is nothing to the capital • dit is niets vergeleken bij de hoofdstadsuperior to synthetic fabric • beter dan synthetische stofJack had eight marbles to Bill's forty • Jack had slechts acht knikkers tegenover Bill, die er veertig hadcompared to Jack • vergeleken bij Jackhe wrote music to his lyrics • hij schreef muziek bij zijn tekstenhe sang to the music • hij zong op de muziek/met de muziek meea disaster to the nation • een ramp voor het volktrue to nature • natuurgetrouwdifferent to Philip's • verschillend van die van PhilipI'm new to the place • ik ben hier nieuwmade to size • op maat gemaaktsweeten to taste • zoeten naar smaakto the present day • tot op hedenpaid to the day • stipt betaaldstay to the end • tot het einde blijvenfrom week to week • van week tot week5 son to Mr Boswell • de zoon van dhr. Boswellthe key to the house • de sleutel van het huisthere's more to the story • het verhaal is nog niet afthere's more to it • er zit meer achter————————to31 〈 vaak onvertaald〉te2 〈 vaak onvertaald〉dat/het♦voorbeelden:I don't want to apologize • ik wil mij niet verontschuldigenthe plane took off (only) to crash two minutes later • het vliegtuig steeg op en/maar stortte twee minuten later neer/ 〈 substandaard ook〉I'd like to apologize, but I don't know how to • ik zou graag mijn verontschuldigingen aanbieden, maar ik weet niet hoe om twee minuten later neer te storten -
7 after
adj. van achteren--------adv. nadat; van toen af aan--------conj. nadat--------prep. na; achter; volgens iemand, volgens iets; betrekking hebbend totafter1[ a:ftə] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 in after years • in latere jaren, in de daarop volgende jaren————————after2〈 bijwoord〉1 na ⇒ nadien, erachter♦voorbeelden:come after • achterop komen, later volgenJack fell down and Jill came tumbling after • Jack viel en Jill kwam hem achterna getuimeldshortly after • spoedig daarna————————after3〈 voorzetsel〉2 〈 tijd〉na4 naar ⇒ volgens, in navolging van♦voorbeelden:Jack ran after Jill • Jack liep Jill achternastand one after another • achter elkaar staanafter you • na u, ga je gangit's after two o'clock • het is over tweeënafter the French nobility • in navolging van de Franse adela study after Rubens • een studie naar Rubenstake after one's father • op zijn vader lijken¶ after all • toch, per slot (van rekening)be after something • het gemunt hebben op/uit zijn op iets, iets najagen————————after4〈 voegwoord〉1 nadat ⇒ als, toen, wanneer♦voorbeelden: -
8 from
prep. van, uit, door♦voorbeelden:from childhood • van kindsbeen aftwo years from that day • twee jaren vanaf die dag (gerekend)from one day to the next • van de ene dag op de anderefrom 3 to 6 days • 3 tot 6 dagenjudge from the facts • oordelen naar de feitenspeak from the heart • (recht) uit het hart sprekenI heard from Mary • ik heb bericht gekregen van Maryrecite from memory • uit het geheugen opzeggenpaint from nature • schilderen naar de natuurfrom bad to worse • van kwaad tot ergertell her this from me • zeg haar dit namens mijfrom far and near • van heinde en verre(in) a week from now • over een weekfrom now on, as from now • van nu af aan -
9 make for
zich wenden tot; aanvallen; vooruitgaan, brengen naarmake for3 bevorderen ⇒ leiden tot, bijdragen tot, zorgen voor♦voorbeelden:3 drinking two pints of beer a day makes for good health • twee glazen bier per dag bevordert een goede gezondheidthis new chair makes for more comfortable sitting • deze nieuwe stoel maakt het zitten comfortabeler -
10 off
adj. gesloten; afgezegd; aan de kant (weg); vrij (vrije dag); aan de rechterkant van de weg--------adv. verder; weg; af--------interj. verder!--------n. dicht--------prep. van; opoff1[ of] 〈→ Sporttermen: CricketSporttermen: Cricket/〉2 minder (goed) ⇒ slecht(er), teleurstellend♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:4 off chance • kleine/geringe kans4 van de baan ⇒ afgelast, uitgesteld5 weg ⇒ vertrokken, gestart6 uit(geschakeld) ⇒ buiten werking, niet aan♦voorbeelden:this sausage is off • dit worstje is bedorven3 a bit off • niet in de haak, niet zoals het hoort5 be/get off to a good/bad start • goed/slecht beginnen(be) off with you • maak dat je wegkomt6 the water is off • het water is afgesloten/niet aangesloten————————off2〈bijwoord; vaak predicatief〉1 〈 verwijdering of afstand in ruimte of tijd〉 verwijderd ⇒ weg, (er)af, ver, hiervandaan; 〈 dramaturgie〉 achter de coulissen2 〈 einde, voltooiing of onderbreking〉af ⇒ uit, helemaal, ten einde♦voorbeelden:chase the dog off • de hond wegjagenrun a few pounds off • er een paar pondjes afrennensend off a letter • een brief versturenfar off in the mountains • ver weg in de bergenoff with his head • maak hem een kopje kleineroff with it • weg ermeeoff with you • maak dat je wegkomtkill off • uitroeienturn off the radio • zet de radio af3 5% off • met 5% korting¶ off and on • af en toe, nu en danbe well/badly off • rijk/arm zijn————————off3〈 voorzetsel〉1 〈plaats of richting met betrekking tot een beweging; ook figuurlijk〉 van ⇒ van af, vandaan, verwijderd van2 〈 bron〉op ⇒ van, met, uit4 〈ligging met betrekking tot een plaats; ook figuurlijk〉van … af ⇒ naast, opzij van, uit♦voorbeelden:she fell off the chair • zij viel van de stoeltake your hands off me • hou je handen thuisit bounced off the wall • het ketste van de muur terugI bought it off a gypsy • ik heb het van een zigeuner gekochtI got this information off John • ik heb deze informatie van John gekregenlive off the land • van het land leven3 off duty • vrij (van dienst), buiten dienstI've gone off fish • ik lust geen vis meera house off the road • een huis opzij van de wegan alley off the square • een steegje dat op het plein uitkomta year or two off sixty • een jaar of wat onder de zestig -
11 bite
n. beet; (slange-) beet--------v. bijten; bijten (van aas)bite1[ bajt]♦voorbeelden:have a bite to eat • iets eten1 vinnigheid ⇒ bits(ig)heid; scherpte♦voorbeelden:that gin had much bite • die gin had een scherpe smaak————————bite21 bijten ⇒ toebijten, (toe)happen 〈 ook figuurlijk〉, zich (gemakkelijk) laten beetnemen; steken, prikken 〈 van insecten〉♦voorbeelden:1 the cold bit my fingers • de kou beet/sneed me in de vingersbite off • afbijtenbite at something • naar iets happen〈 informeel〉 what's biting you? • wat zit je dwars?bite off more than one can chew • te veel hooi op zijn vork nemenbe bitten with a passion for football • verslingerd zijn aan voetbal -
12 evil
adj. slecht, corrupt--------adv. kwaad, slecht, zondig--------n. kwaad, onheil, ongelukevil1[ ie:vl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kwaad ⇒ onheil, ongeluk3 kwaal♦voorbeelden:1 the evils of war • de rampen/het leed van de oorlogchoose the least/lesser of two evils • van twee kwaden het minste kiezendeliver us from evil • verlos ons van het kwadespeak evil of • kwaadspreken over————————evil2〈bijvoeglijk naamwoord; ook evil(l)er〉1 kwaad ⇒ slecht, boos♦voorbeelden:fall on evil days/times • met tegenslag te kampen hebben, slechte tijden beleventhe evil eye • het boze oogan evil repute • een slechte reputatiehave an evil tongue • een kwade tong hebbenevilly disposed • kwaad gezind -
13 order
n. volgorde, orde; stand; bevel; bestelling--------v. ordenen; bestellen; bevelen; leidenorder1[ o:də]1 orde 〈 ook biologie, natuurkunde, wiskunde〉 ⇒ stand, rang, (sociale) klasse/laag; 〈 formeel〉 soort, aard2 (klooster/ridder)orde♦voorbeelden:clerical order • geestelijke stand/cleruspoetry of a high order • eersteklas poëzie〈 Brits-Engels〉 in/of/ 〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • in de orde (van grootte) van, ongeveer, om en (na)bij¶ 〈 Brits-Engels〉 an order to view • een bezichtigingsbriefje 〈 van makelaar gekregen, tot bezichtiging van huis〉take (holy) orders • (tot) priester (gewijd) worden〈 Amerikaans-Engels〉 on the order of • zoals, in de stijl van3 bestelling ⇒ order, levering(sopdracht)♦voorbeelden:make/issue an order • een bevel uitvaardigenobey orders • een bevel/bevelen gehoorzamen/opvolgentake one's orders from • zijn bevelen krijgen van/uitby order of • op bevel/in opdracht vanon doctor's orders • op doktersvoorschriftbe under orders to • bevel (gekregen) hebben teunder the orders of • onder bevel/aanvoering vanorder to pay • betalingsmandaatorder to transfer • (giro-)overschrijvingorder for payment • assignatie, betalingsopdrachtissue an order for the payment of • opdracht/order geven tot uitbetaling vancheque to order • cheque aan orderpayable to the order of • betaalbaar aan de order van3 two orders of French fries • twee porties friet/patatplace an order for something • iets bestellenbe on order • in bestelling/besteld zijn→ tall tall/1 (rang/volg)orde ⇒ op(een)volging2 ordelijke schikking/inrichting/toestand ⇒ orde(lijkheid), ordening; geregeldheid, netheid; 〈 leger〉 opstelling; stelsel, (maatschappij)structuur4 orde ⇒ tucht, gehoorzaamheid5 bedoeling ⇒ doel, intentie♦voorbeelden:in order of importance • volgens/in (volg)orde van belangrijkheidout of order • niet in/op volgordethe order of things • de orde der dingenin good order • piekfijn/netjes in ordeleave one's affairs in order • orde op zaken stellenput/set something in order • orde scheppen in ietsout of order • defect, buiten gebruik/werking3 Order! (Order!) • Tot de orde!rise to a point of order • een procedurekwestie stellencall someone to order • iemand tot de orde roepencall (a meeting) to order • een vergadering voor geopend verklaren〈 formeel〉 in order • in orde, in overeenstemming met de regels, geoorloofdbe out of order • buiten de orde/het reglement van orde gaan 〈 van spreker〉; (nog) niet aan de orde zijn 〈 van voorstel, zaak enz.〉keep order • de orde bewaren/handhavenin order to • om, teneinde————————order21 bevelen ⇒ het bevel hebben/voerenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ordenen ⇒ in orde brengen, (rang)schikken2 (een) bevel/order/opdracht geven ⇒ het bevel geven (tot); verordenen, gelasten; verzoeken om; voorschrijven 〈 van dokter〉♦voorbeelden:order someone a month's rest • iemand een maand rust voorschrijvenhe ordered the troops to open fire • hij gaf de troepen bevel het vuur te openen¶ order someone about/around • iemand (steeds) commanderen/voortdurend de wet voorschrijvenorder home • naar huis/het vaderland (terug)sturenorder someone off • van/uit het veld sturen 〈 van scheidsrechter〉order round • laten komen/halen→ order out order out/ -
14 ration
n. rantsoen--------v. rantsoenerenration1[ ræsjn]1 proviand ⇒ voedsel, rantsoenen→ short short/————————ration2〈 werkwoord〉1 rantsoeneren ⇒ op rantsoen stellen; distribueren, uitdelen♦voorbeelden:ration out • uitdelenhis G.P. rationed him to two cigarettes a day • zijn huisarts stelde hem op een rantsoen van twee sigaretten per dag
См. также в других словарях:
-day — [[t] deɪ[/t]] COMB in ADJ You use day with a number to indicate how long something lasts. The Sudanese leader has left for a two day visit to Zambia … English dictionary
DAY OF ATONEMENT — (Heb. יוֹם הכִּפּוּרִים, Yom ha Kippurim), one of the appointed seasons of the Lord, holy convocations, a day of fasting and atonement, occurring on the Tenth of Tishri. It is the climax of the ten days of penitence and the most important day in… … Encyclopedia of Judaism
day — /day/, n. 1. the interval of light between two successive nights; the time between sunrise and sunset: Since there was no artificial illumination, all activities had to be carried on during the day. 2. the light of day; daylight: The owl sleeps… … Universalium
Day to Day — Genre News: analysis, commentary, features, interviews, specials Running time ca. 50 minutes Country United States Languages … Wikipedia
Day-care sex-abuse hysteria — was a panic that occurred primarily in the 1980s and early 1990s featuring claims against daycare providers of satanic ritual abuse and several forms of child abuse.[1][2] A prominent case in Kern County, California, first brought the issue of… … Wikipedia
Day care sex abuse hysteria — occurred in the 1980s and early 1990s. [cite news |first= |last= |authorlink= |coauthors= |title=Parole Board recommends Amirault s commutation. |url=http://www.truthinjustice.org/amirault.htm |format=courtesy link from Truth in Justice|quote=The … Wikipedia
Two Cities (musical) — Two Cities is a stage musical by Howard Goodall based on the novel A Tale of Two Cities by Charles Dickens. The music and lyrics were written by Goodall, and the book was co written by both Goodall and Joanna Read.In contrast to the source… … Wikipedia
Day — /day/, n. 1. Clarence (Shepard) /shep euhrd/, 1874 1935, U.S. author. 2. Dorothy, 1897 1980, U.S. Roman Catholic social activist, journalist, and publisher. * * * I Time required for a celestial body to turn once on its axis; especially, the… … Universalium
Day of the Dead (1985 film) — Day of the Dead Theatrical release poster Directed by George A. Romero … Wikipedia
Day — (d[=a]), n. [OE. day, dai, dei, AS. d[ae]g; akin to OS., D., Dan., & Sw. dag, G. tag, Icel. dagr, Goth. dags; cf. Skr. dah (for dhagh ?) to burn. [root]69. Cf. {Dawn}.] 1. The time of light, or interval between one night and the next; the time… … The Collaborative International Dictionary of English
Day after day — Day Day (d[=a]), n. [OE. day, dai, dei, AS. d[ae]g; akin to OS., D., Dan., & Sw. dag, G. tag, Icel. dagr, Goth. dags; cf. Skr. dah (for dhagh ?) to burn. [root]69. Cf. {Dawn}.] 1. The time of light, or interval between one night and the next; the … The Collaborative International Dictionary of English