-
1 fly off the handle
-
2 fly/go off at a tangent
fly/go off at a tangenteen gedachtesprong maken, plotseling van koers veranderen -
3 handle
n. handvat; titel; bijnaam; (in computers) specifiek identifikatieteken dat aan een bestand wordt gegeven waardoor toegang aan een programma wordt verleend--------v. aanraken; bevoelen; zorgen voor; handelen in-handle1[ hændl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 handvat ⇒ hendel, steel2 knop ⇒ kruk, k3 gevest ⇒ heft, greep♦voorbeelden:get a handle on something • greep krijgen op iets, iets onder de knie krijgendon't give your enemies a handle against you • laat je vijanden geen vat op je krijgen————————handle2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 hanteren ⇒ bedienen, manipuleren♦voorbeelden:6 can he handle that situation? • kan hij die situatie aan? -
4 let
n. verhindering; huren; verhuren; "terugkomen" (bij tennis)--------v. laten; de mogelijkheid geven; geven; verhuren; laten liggen; ontdekkenlet1[ let]♦voorbeelden:————————let2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 laten ontsnappen ⇒ bevrijden, loslaten♦voorbeelden:1 she wants to, but her mother won't let her • ze wil wel, maar ze mag niet van haar moederlet someone go • iemand laten gaanlet me have that • geef (maar/eens) hierlet something be known • iets laten wetenplease, let me buy this round • laat mij nu toch dit rondje aanbiedenlet there be no mistake about my opinion • laat er over mijn mening geen misverstand bestaanlet me hear/know • hou me op de hoogtelet me see • eens kijkenlet's face it • laten we wel wezen4 let x be y/z • stel x is y/z, gegeven x is y/zlet something be • iets laten rustenlet drop/fall • (zich) laten (ont)vallenlet fly (at) • uithalen (naar)let someone get on with it • iemand zijn gang laten gaanlet oneself go • zich laten gaanlet someone have it • iemand de volle laag/ervan langs gevenlet pass • laten lopen, onweersproken latenlet something ride • iets op zijn beloop latenlet someone stew • iemand in zijn eigen sop laten gaarkokenlet through • laten passeren, doorlatenlet into • binnenlaten in, toelaten tot; in vertrouwen nemen over, vertellen -
5 face
n. gezicht--------v. tegenover iemand staan, tot iemand wenden, voor iemand staan, tegenoverstellen, afwachten; dekken; verwijzen; houwenface1[ fees] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aanzien ⇒ reputatie, goede naam4 〈 benaming voor〉 (belangrijkste) zijde ⇒ oppervlak, bodem 〈 aarde〉; gevel, voorzijde; 〈 techniek, technologie〉 loopvlak, draagvlak; wijzerplaat 〈 klok〉; 〈 mijnwezen〉 pijler, front; kant, wand 〈 berg〉♦voorbeelden:meet someone face to face • iemand onder ogen komenshow one's face • zijn gezicht laten zienbefore one's face • voor iemands ogenshe shut the door in my face • ze gooide de deur (vlak) voor mijn neus dichtin (the) face of • ondanks, tegenoverin the face of, to someone's face • in aanwezigheid vanlaugh in someone's face • iemand in zijn gezicht uitlachenmake/pull faces/a face at someone • een gezicht tegen iemand trekken3 lose (one's) face • zijn gezicht verliezen, afgaansave (one's) face • zijn figuur reddenhave the face to • de brutaliteit hebben omset one's face against something • ergens tegen gekant zijnthrow something in someone's face • iemand iets voor de voeten gooien/verwijtenwipe something off the face of the earth • iets volkomen doen verdwijnenon the face of it • op het eerste gezicht————————face21 uitzien ⇒ het gezicht/de voorkant toekeren, uitzicht hebben♦voorbeelden:face up to the truth • de waarheid onder ogen zien/accepterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 let's face it, … • laten we wel wezen, …face something out • zich ergens met lef doorheen slaanthe picture facing the title page • de illustratie tegenover het titelblad -
6 help
n. hulp; voordeel; hulp--------v. helpen; hulp bieden; genezen; maken; voordeel brengenhelp1[ help] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hulp ⇒ steun, bijstand2 help(st)er ⇒ dienstmeisje, werkster4 remedie♦voorbeelden:1 can we be of any help? • kunnen wij ergens mee helpen?fly to the help of • te hulp snellenit was not of much help to him • hij heeft er niet veel aan gehadhelp wanted • personeel/hulp gevraagd4 there is no help for it • er is niets aan/tegen te doen————————help2〈 werkwoord〉1 helpen ⇒ bijstaan, (onder)steunen, baten♦voorbeelden:help someone (to) clean/in cleaning • iemand helpen bij het schoonmakenhelp along/forward • vooruithelpen, bevorderenhelp someone off/on with his coat • iemand uit/in zijn jas helpen5 we could not help but smile • wij moesten wel glimlachen, of we wilden of nietI could not help myself • ik kon niet anders¶ he cannot help himself, that is the way he is • hij kan er niets aan doen, zo is hij nu eenmaal -
7 tangent
adj. raaklijn--------n. tangens; plotseling een andere richting inslaand, van koers veranderend[ tændzjənt]♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
fly off the handle — {v. phr.}, {informal} To become very angry. * /John flew off the handle whenever Mary made a mistake./ * /The children s noise made the man next door fly off the handle./ Syn.: LOSE ONE S TEMPER … Dictionary of American idioms
fly off the handle — {v. phr.}, {informal} To become very angry. * /John flew off the handle whenever Mary made a mistake./ * /The children s noise made the man next door fly off the handle./ Syn.: LOSE ONE S TEMPER … Dictionary of American idioms
fly off the handle — ► fly off the handle informal lose one s temper suddenly. Main Entry: ↑fly … English terms dictionary
fly|off — «FLY F, OF», noun. a contest in flying between two or more aircraft … Useful english dictionary
fly off the handle — If someone flies off the handle, they get very angry … The small dictionary of idiomes
fly off at a tangent — index deviate, digress Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
fly off the handle — verb get very angry and fly into a rage The professor combusted when the student didn t know the answer to a very elementary question Spam makes me go ballistic • Syn: ↑flip one s lid, ↑blow up, ↑throw a fit, ↑hit the roof, ↑hit the ceiling, ↑ … Useful english dictionary
fly\ off\ the\ handle — v. phr. informal To become very angry. John flew off the handle whenever Mary made a mistake. The children s noise made the man next door fly off the handle. Syn.: lose one s temper … Словарь американских идиом
To fly off — Fly Fly (fl[imac]), v. i. [imp. {Flew} (fl[=u]); p. p. {Flown} (fl[=o]n); p. pr. & vb. n. {Flying}.] [OE. fleen, fleen, fleyen, flegen, AS. fle[ o]gan; akin to D. vliegen, OHG. fliogan, G. fliegen, Icel. flj[=u]ga, Sw. flyga, Dan. flyve, Goth. us … The Collaborative International Dictionary of English
fly off at a tangent — fly/go off at a ˈtangent idiom (BrE) (NAmE go off on a ˈtangent) (informal) to suddenly start saying or doing sth that does not seem to be connected to what has gone before • … Useful english dictionary
fly-off — ˈ ̷ ̷ ˌ ̷ ̷ noun ( s) Etymology: fly (I) + off (as in play off) : an exhibition in which competing manufacturers attempt to win government contracts by demonstrating the performance characteristics of their aircraft … Useful english dictionary