-
1 er hard aan trekken
er hard aan trekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er hard aan trekken
-
2 zwaar
1 [veel wegend] heavy♦voorbeelden:zwaar wegen • weigh/count heavily, lie heavy, be importantzwaarder worden • put on/gain weighttwee pond te zwaar • two pounds overweight/too heavy3 zwaar linnen/papier • heavy quality linen/paperzwaar geschut • big/heavy gunszwaar vergif • strong poisonzware wijn • full-bodied wine5 zware ademhaling • hard breathing, wheezingeen zware bevalling • a difficult deliveryeen zware dag • a hard dayeen zwaar examen • a stiff/difficult exam〈 figuurlijk〉 hij heeft het zwaar • he's having a hard time of it, he really has it roughde tocht viel hem zwaar • the trip took it out of him6 zware tijden • hard/difficult timesiemand zwaar straffen • punish someone severely7 een zwaar ongeval • a bad/serious accidentzwaar verlies • a heavy losszwaar zondigen • sin grievously, offend deeplyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:het is tweemaal zo zwaar • it is twice as heavy, it weighs twice as much♦voorbeelden:1 zwaar gewond • badly/seriously/severely woundedzwaar verkouden zijn • have a bad coldiemand zwaar belasten • put stress on someone, burden someonezwaar drukken op • weigh heavily (up)onzwaar getroffen zijn • be badly/hard hitiets zwaar opnemen • take something hard -
3 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
4 aankomen
2 [het doel treffen] hit hard3 [komen aanzetten] come (with)5 [bij toeval aanraken] touch, hit ⇒ come up (against)6 [in gewicht toenemen] put on weight7 [neerkomen] come down (to), depend (on)♦voorbeelden:daar komt iemand aan • someone is coming3 en daar kom je nu pas mee aan? • and now you tell me!je hoeft met dat plan bij hem niet aan te komen • it's no use going to him with that plan5 niet/nergens aankomen! • don't touch!, hands off!alles komt op hem aan • it all depends on himiets op het laatste ogenblik laten aankomen • leave something to the last momentII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gelden, betreffen] come (down) (to)♦voorbeelden:waar het op aankomt • what really mattersals het erop aan komt • when it comes to the crunch -
5 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
6 vergeten
vergeten1♦voorbeelden:vergeten schrijvers • forgotten/obscure writers————————vergeten2♦voorbeelden:1 hoe kunnen we hen dit ooit doen vergeten? • how can we ever make up to them for this?alles is vergeten en vergeven • everything is forgiven and forgotten, (there are) no hard feelingsglad vergeten • clean forgot(ten)niet vergeten • don't forgetdat is om nooit te vergeten! • that is unforgettable!dat kun je wel vergeten • you can kiss that goodbye!, you can put that right out of your heado ja, vóór ik het vergeet … • ah yes, before I forget …men moet niet vergeten dat • it mustn't be forgotten that, it should be remembered thatiemand kunnen vergeten • get over someone〈 figuurlijk〉 vergeet het maar! • forget it!, no way!, don't even think about it!II 〈wederkerend werkwoord; zich vergeten〉1 [buiten zichzelf raken] forget oneself -
7 flink
♦voorbeelden:2 een flinke dosis • a stiff/generous doseeen flink pak slaag • a good hidingeen flinke portie • a generous helpingeen flinke slok • a good mouthfuleen flinke wandeling • a good (long) walkeen flinke vent • a fine felloween flinke werker • a hard workerzich flink houden • put on a brave front/facenog flink zijn 〈 van oude mensen〉 • still be hale and hearty/going strongII 〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 flink aanpakken • do one's share, work hardiets flink bestrooien met • sprinkle something liberally withflink doorstappen • step on itflink optreden • act firmly, take a strong/firm lineflink wat mensen • quite a number of/quite a few peopleiemand er flink van langs geven • give someone what forer flink tegenaan gaan • go (at) itflink zo! • that's the way!flink wat verdienen • make good money -
8 hengsten
1 [hard slaan] thump2 [hard studeren] cram♦voorbeelden:1 sta niet zo op die deur te hengsten • don't thump/bash on the door like thatII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [dekken] cover♦voorbeelden: -
9 moeite
♦voorbeelden:met die jongen krijg je nog moeite • that boy will give you a lot of bother/troublevergeefse moeite • wasted effortbespaar je de moeite • (you can) save yourself the trouble/botherer is veel moeite aan besteed • considerable effort has been expended on itmoeite doen • take pains/troubleu hoeft geen extra moeite te doen • you need not bother, don't put yourself outik had moeite mij in te houden • I had difficulty holding myself back, I could hardly control myselfhet is de moeite niet (waard) • it's not worth it/the effort/the bother〈 ironisch〉 het is de moeite! • big deal!het kost me moeite om • I find it hard todat loont de moeite • it's worth the effort/trouble/itzich veel/de grootste moeite getroosten • go to/take great pains, bend over backwardshet is de moeite waard om het te proberen • it's worth a try/tryingde dingen die het leven de moeite waard maken • the things that make life worth livinghet was zeer de moeite waard • it was most rewardingmet moeite de 100 (km/u) halen • barely do/reach 100 kilometres per hourmet grote moeite • with great difficultydat is voor de moeite • that's for your troubledank u wel voor de moeite! • thank you very much!, sorry to have troubled you!doe (maar) geen moeite • don't bother, never mindgeen moeite was hem teveel • he spared no pains/effortdat is me te veel moeite! • I can't be bothered (with it/that)!, that's too much trouble -
10 overwerken
overwerken♦voorbeelden:ik moet vanavond overwerken • I have to work late tonight————————overwerken〈wederkerend werkwoord; zich overwerken〉♦voorbeelden:1 overwerk je niet • don't drive/push yourself too hard -
11 tegenaan
♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 ergens (veel) geld tegenaan gooien • spend a lot of money on something, put a lot of money into something〈 figuurlijk〉 ergens tegenaan hikken • shrink from something, not look forward to somethingergens (toevallig) tegenaan lopen • 〈 figuurlijk〉 hit/chance upon something, run into somethinghet andere huis staat er vlak tegenaan • the other house is right (up) against it -
12 verduren
♦voorbeelden:1 heel wat moeten verduren • have to put up with/suffer a great dealhet zwaar te verduren hebben • 〈 kritiek krijgen〉 be at/on the receiving end of severe complaints, take a beating/some hard knocks; 〈 in moeilijkheden〉 have a hard/rough time of it; 〈 ontberen〉 suffer heavily/great hardships -
13 afknijpen
1 [door knijpen ontdoen van] pinch off♦voorbeelden: -
14 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven • your money or your life!baar geld • (hard) cashgroot geld • notes, Abillshet grote geld • (the) big money, Amegabucksklein geld • (small) changepapieren/gemunt geld • paper money, notes, Abills; 〈 gemunt〉 coin(s), specievals geld • counterfeit (money)in/met vreemd geld betalen • pay in foreign currencyzwart geld • undisclosed income, money received under the counterbulken van/zwemmen in het geld • be loaded, be rolling in money/itgeld drukken • print moneyhet geld laten rollen • spend money freelygeld moet rollen • you must keep money movingsmijten met geld • 〈 figuurlijk〉 throw one's money about/aroundgeld in iets steken • put money into somethinggeld wisselen • change moneyde waarde is niet in geld uit te drukken • you can't put a price on itwaar voor zijn geld krijgen • get value for moneygeld als water verdienen • earn big money/a packet〈 spreekwoord〉 het geld dat stom is, maakt recht wat krom is • a golden handshake is better than ten witnesses2 een smak/hoop/berg geld • bags/stacks of moneyhet is weggegooid geld! • that's a (sheer) waste of moneyiemand geld afpersen • extort money from someonegeld hebben • be well-offgeen geld hebben • be brokezij heeft geld van zichzelf • she has money of her owngelden misbruiken • misappropriate/misapply fundsdat zal zijn geld wel opbrengen • that will pay (for itself)iemand die veel geld uitgeeft • a big spendergoed in zijn geld zitten • be well offmet zijn geld geen raad weten • have money to burnmensen met geld • moneyed peoplezonder geld zitten • be out of pocket, be brokekinderen betalen half geld • children half-priceik zal het geld er gauw weer uit hebben • it will soon pay for itselfniet goed? geld terug • money refunded/back if not satisfactory, money-back guaranteehet is echt niet duur voor dat geld • its a good buyvoor geen geld ter wereld • not for love or money(dat is) geen geld! • that's a bargain! -
15 lijden
lijden1〈 het〉♦voorbeelden:1 nu is hij uit zijn lijden verlost • he is now released from his suffering; 〈 figuurlijk〉 that's put him out of his miseryeen dier uit zijn lijden verlossen • put an animal out of its misery————————lijden23 [toestaan] allow♦voorbeelden:1 hevige pijn lijden • suffer/be in terrible pain¶ ik mag lijden dat hij … • I hope he …ik mag die man wel/niet lijden • I like/I can't stand that man1 [in ellende verkeren] suffer♦voorbeelden:zij leed het ergst van al • she was (the) hardest hit of allaan een kwaal lijden • suffer from a complaintin stilte lijden • suffer in silencezwaar lijden onder iets • suffer terribly under something -
16 paal
2 [sport] [doelpaal] (goal)post3 [vulgair] [stijve penis] hard on♦voorbeelden:1 een paal inslaan/inheien • drive/sink in a post/stake/pilein een paal klimmen • climb a polede eerste paal slaan • ±lay the foundation stone¶ 〈 figuurlijk〉 paal en perk stellen aan iets • put a check on something; 〈 informeel〉 put the lid on somethingvoor paal staan • look foolish/stupidiemand voor paal zetten • make someone look foolish -
17 weer
weer1I 〈 het〉1 [gesteldheid van de atmosfeer] weather2 [aantasting] weathering♦voorbeelden:tegen weer en wind beschut • protected from the elementsblootgesteld aan weer en wind • exposed to every kind of weather〈 figuurlijk〉 zijn gezicht staat op slecht weer • he's in a bad mood(, stay out of his way)er wordt zonnig weer verwacht • sun is expectedhet weer is omgeslagen • the weather has turnedhet weer wordt weer beter • it's clearing up againik ga niet uit met dit/zulk weer • I'm not going out in this/such weatherhet is geen weer • it's nasty weatherweer of geen weer • whatever the weather, come rain or shineII 〈de〉1 [weerstand] resistance♦voorbeelden:vroeg in de weer zijn • be up and at it early————————weer2〈 bijwoord〉1 [opnieuw] again2 [terug] back♦voorbeelden:er is weer water • the water is back onde kinderen zijn weer bezig • the children are at it againmorgen komt er weer een dag • tomorrow is another dayhet komt wel weer goed • it will all turn out all rightnu ik weer • now it's my turndie tijd komt nooit weer • those days are gone foreverwat moest hij nu weer? • what did he want now?wat nu weer? • now what?dat hebben we dan ook weer gehad • so much for that2 heen en weer gaan/reizen • go/travel back and forthheen en weer lopen • pace up and downover en weer • back and forth¶ hoe heette hij ook weer? • what was his name again?zo moeilijk is het nou ook weer niet • it's not all that hard -
18 werk
2 [plaats] work♦voorbeelden:het betere werk • the right thingzijn werk goed/slecht doen • make a good/bad job of one's workhet grote werk • the big jobgeen half werk doen • not stop at half measures, go the whole hogze houden hier niet van half werk • they don't do things by halves heredat is een heel werk • it's quite a joblos werk hebben • have a casual jobhet is onbegonnen werk • it's a hopeless taskpublieke werken • public workshet vuile werk opknappen (voor iemand) • do the dirty work (for someone)aangenomen werk • contract workeen nieuwe fabriek geeft werk aan 250 mensen • a new factory provides jobs/work for 250 people(vast) werk hebben • have a regular jobhet is zijn werk • it's his businesshij kan het werk niet aan • 〈 te zwaar〉 he isn't up to his work; 〈 te veel〉 he's up to the neck in workveel werk maken van de aankleding van zijn huis • take great pains over the furnishing of one's houseiemand werk opdragen • give someone a task(op school) werk opgeven • give an assignmentwerk zoeken • look for work/employment〈 figuurlijk〉 heb je altijd zo lang werk met het eten klaarmaken • do you always take so long preparing dinner/breakfast/ 〈enz.〉aan het werk gaan • set to workaan het werk houden • keep goingiedereen aan het werk! • everybody to their work!iemand aan het werk zetten • put someone to workhard aan het werk gaan • set to work at full tilt〈 figuurlijk〉 er is werk aan de winkel • there's work to be done, there's a lot to do/to be doneer is weinig werk in de bouw • work is slack in the building tradehoe gaat dat in z'n werk? • how is it done?werk in uitvoering • road workshoe is dat allemaal in zijn werk gegaan • how did it all come abouthet ging allemaal zo razendsnel in zijn werk • it was all such very quick workonder het werk mag er niet gerookt worden • smoking is forbidden at work/during working hourste werk stellen • employ, set to workheel behoedzaam te werk gaan • go very carefullyimpulsief te werk gaan, oneerlijk te werk gaan • act on impulse, act unfairlyieder ging op zijn eigen manier te werk • each took his/her own linezonder werk zitten • be out of work/unemployedniet op zijn werk komen • fail to turn up for work/dutywerk van iemand maken • play up to someonewerk van iets maken • do something about something; take action; 〈 sterker〉 put some work into something; 〈 klacht indienen〉 complain about somethingze wilden er geen werk van maken • they didn't want to take the matter in handalles in het werk stellen • make every effort to, strain every nerve (to), leave no stone unturneddat is geen werk • that's unfair -
19 hoek
1 [wiskunde] angle2 [deel van een ruimte/vertrek] corner3 [handel] pit7 [landtong, kaap] point, head8 [boksen] hook♦voorbeelden:1 hoek van inval/uitval • angle of incidence/reflection〈 figuurlijk〉 iets vanuit de juiste/een andere hoek bekijken • look at something from the right/from a different anglein een rechte hoek • at a right angleeen scherpe/een stompe hoek • an acute/obtuse angledie lijnen snijden elkaar onder een hoek van 45° • those lines meet at an angle of 45°2 iemand alle hoeken van de kamer laten zien • 〈 figuurlijk〉 beat the living daylights out of someonezich niet in een hoek laten drukken • not let oneself be pushed aroundin de hoek staan/zetten • stand/put in the cornerraak uit de hoek komen • come out with a telling remark5 de wind zat in de goede/verkeerde hoek • the wind was in the right/wrong quarter(vlak) om de hoek (van de straat) • (just) round/around the corner〈 figuurlijk〉 daarbij komen allerlei problemen om de hoek kijken • that involves all kinds of problemsde bakker op de hoek • the baker's on the cornerhet vijfde huis van de hoek • the fifth house from the corner8 linkse/rechtse hoek op de kaak • left/right hook to the jaw -
20 lijn
2 [wiskunde] line4 [omtrek] (out)line, contour7 [potlood/krijtstreep] line♦voorbeelden:2 in rechte lijn (gemeten) • in a straight/direct line, as the crow fliesin grote lijnen • broadly speaking, on the wholeaan de (slanke) lijn doen • be on a dietin grote lijnen begrijpen wat er gezegd wordt • get the gist of what is being said〈 figuurlijk〉 op één lijn brengen • align, bring into linealleen op binnenlandse lijnen vliegen • fly only domestic routesdie lijn bestaat niet meer • that service/route no longer existsblijft u even aan de lijn a.u.b. • hold the line, pleaseik heb je moeder aan de lijn • your mother is on the line/phonelijn 15 • number 157 lijnen trekken/krassen (op) • draw/scratch lines (on)de bal ging over de lijn • the ball crossed the lineeen harde lijn • a hard linede resultaten bewegen zich in opgaande lijn • the results show an upward trendin opgaande lijn • (going) in the right directioneen andere lijn (gaan) volgen • pursue a different coursedat ligt in zijn lijn • 〈 ongunstig〉 that's just the sort of thing he'd do; 〈 gunstig〉 that's right up his streetzij trekken één lijn • they adopt one single view
- 1
- 2
См. также в других словарях:
hard put to do something — hard put to (do something) finding something difficult to do. None of the family I was staying with spoke English and I was hard put to recall my high school French. You d be hard put to find any other college students more deserving of the award … New idioms dictionary
hard put to — (do something) finding something difficult to do. None of the family I was staying with spoke English and I was hard put to recall my high school French. You d be hard put to find any other college students more deserving of the award … New idioms dictionary
hard put to it — In dire straits or difficulty • • • Main Entry: ↑hard … Useful english dictionary
hard put — adjective facing or experiencing financial trouble or difficulty (Freq. 1) distressed companies need loans and technical advice financially hard pressed Mexican hotels are lowering their prices we were hard put to meet the mortgage payment found… … Useful english dictionary
hard put — or[hard put to it] {adj.} In a difficult position; faced with difficulty; barely able. * /John was hard put to find a good excuse for his lateness in coming to school./ * /The scouts found themselves hard put to it to find the way home./ … Dictionary of American idioms
hard put — or[hard put to it] {adj.} In a difficult position; faced with difficulty; barely able. * /John was hard put to find a good excuse for his lateness in coming to school./ * /The scouts found themselves hard put to it to find the way home./ … Dictionary of American idioms
hard put — adj. facing difficulties hard put to + inf. (she was hard put to pay her rent) … Combinatory dictionary
hard\ put — adj In a difficult position; faced with difficulty; barely able. John was hard put to find a good excuse for his lateness in coming to school. The scouts found themselves hard put to it to find the way home … Словарь американских идиом
hard\ put\ to\ it — adj In a difficult position; faced with difficulty; barely able. John was hard put to find a good excuse for his lateness in coming to school. The scouts found themselves hard put to it to find the way home … Словарь американских идиом
hard put — adjective Date: 1893 barely able ; faced with difficulty or perplexity < was hard put to find an explanation > … New Collegiate Dictionary
hard put — adjective To be in a situation that is difficult to resolve. I know what it means, but would be hard put to define it … Wiktionary