-
1 to counteract
tegenwerken -
2 to oppose
tegenwerken -
3 thwarting a plan
tegenwerken van een plan (een programma tegenwerken) -
4 go against
-
5 cross the path of
tegenwerken,tegenstand -
6 antagonize
v. ophitsen, zich tot vijand maken, doen haten; vijandigheid kweken, iemand tegen zich in harnas jagen; tegenwerken, bestrijden (ook "antagonise")antagonize, antagonise[ æntægənajz] -
7 cross
adj. boos; kruisend; tegengesteld--------n. kruis; lijden; mengsel; kruising (bij dieren)--------v. kruisen; oversteken; kruisigen; tegenwerkencross1[ kros]I 〈eigennaam; Cross; the〉2 kruis ⇒ beproeving, lijden♦voorbeelden:1 make the sign of the cross • een kruis(je) slaan/makentake up one's cross • gelaten zijn kruis dragen————————cross2〈bijvoeglijk naamwoord; crossness〉♦voorbeelden:————————cross31 (elkaar) kruisen/snijden♦voorbeelden:1 I'll meet you where the roads cross • ik tref je bij/op het kruispunt/de viersprong1 oversteken ⇒ over/doortrekken♦voorbeelden:2 een kruisteken maken op/boven3 (door)strepen ⇒ een streep trekken over/door, wegstrepen♦voorbeelden:1 cross one's arms/legs • zijn armen/benen over elkaar slaan2 cross oneself • een kruis(je) slaan/makencross out/off • doorstrepen/halen, schrappen 〈 ook figuurlijk〉 -
8 antagonise
v. ophitsen, zich tot vijand maken, doen haten; vijandigheid kweken, iemand tegen zich in harnas jagen; tegenwerken, bestrijden (ook "antagonize")→ antagonize antagonize/ -
9 buck
n. mannetjes damhert; mannelijk konijn; dollar--------v. afwerpen; opvrolijken; bokken (v. paard); moed houden, voortmakenbuck1[ buk] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.1 ook buck〉4 〈 Amerikaans-Engels〉zaag/houtbok♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 pass the buck (to someone) • de verantwoordelijkheid afschuiven (op iemand); (iemand) de zwartepiet toespelen→ fast fast/————————buck2→ buck up buck up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:→ buck up buck up/ -
10 counter
adv. in tegenstelling, tegen--------n. toonbank (in restaurant of keuken; teller, meter; (Computers) aantal getallen gebruikt om aan te geven hoeveel mensen de Webpagina hebben bezocht--------pref. tegen---------v. reagerencounter1[ kauntə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 toonbank ⇒ balie, bar; loket, kassa2 teller ⇒ telwerk, rekenmachine4 tegenzet ⇒ tegenmaatregel, tegenwicht♦voorbeelden:under the counter • onder de toonbank, clandestien————————counter21 tegen(over)gesteld ⇒ tegenwerkend, contra-♦voorbeelden:2 counter list • duplicaat, controlelijst————————counter3II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 zich verzetten tegen ⇒ tegenwerken, (ver)hinderen————————counter4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:2 act/go counter to • niet opvolgen, ingaan tegen -
11 counteract
-
12 disoblige
v. niet gehoorzamen, niet samenwerken[ dissəblajdzj] -
13 thwart
adj. gedwarsboomd--------n. preventie; bank voor roeiers (in boot), doft--------v. voorkomen; voortdrijventhwart1[ θwo:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————thwart2〈 werkwoord〉 -
14 work against
werken tegen; tegenwerkenwork againsttegengaan/werken, belemmeren -
15 counter an initiative
een initiatief tegenwerken -
16 counterwork
n. werk of actie ondernomen om ander werk of actie tegen te werken--------v. tegenwerken; tenietdoen -
17 put sand in the wheels
een spaak in de wielen steken, iem. tegenwerken -
18 thwart a plan
een plan dwarsbomen, tegenwerken -
19 thwart attack
een aanval tegenwerken
См. также в других словарях:
tegenwerken — dyens … Woordenlijst Sranan