-
1 stom
♦voorbeelden:1 stomme ezel dat je bent! • triple idiot!een stomme streek uithalen • faire une bêtisedat vind ik stom van je • je ne trouve pas ça malin de ta part(wat) stom van hem! • qu'il est bête!geen stom woord zeggen • ne pas dire un traître moteen stomme • un(e) muet(te)stom werk moeten verrichten • devoir faire un travail ennuyeux -
2 stom
-
3 stom
idiot, muet, silencieux, sot, stupide -
4 stom als een vis
stom als een vis -
5 stom geluk
stom geluk -
6 stom toeval
stom toeval -
7 stom werk moeten verrichten
stom werk moeten verrichten -
8 (wat) stom van hem!
(wat) stom van hem!qu'il est bête! -
9 dat vind ik stom van je
dat vind ik stom van je -
10 die jongen is zo godvergeten stom
die jongen is zo godvergeten stomDeens-Russisch woordenboek > die jongen is zo godvergeten stom
-
11 geen stom woord zeggen
geen stom woord zeggen -
12 het geld dat stom is, maakt recht wat krom is
het geld dat stom is, maakt recht wat krom isDeens-Russisch woordenboek > het geld dat stom is, maakt recht wat krom is
-
13 hij is dom, liever (beter) gezegd stom
hij is dom, liever (beter) gezegd stomil est bête, ou plutôt idiotDeens-Russisch woordenboek > hij is dom, liever (beter) gezegd stom
-
14 te stom zijn om voor de duvel te dansen
te stom zijn om voor de duvel te dansenDeens-Russisch woordenboek > te stom zijn om voor de duvel te dansen
-
15 zo stom als het achtereind van een varken
zo stom als het achtereind van een varkenDeens-Russisch woordenboek > zo stom als het achtereind van een varken
-
16 achtereind
♦voorbeelden: -
17 geld
♦voorbeelden:1 je geld of je leven! • la bourse ou la vie!baar geld • espècescontant geld • (argent) liquidein contant geld • en espècesgemunt geld • numérairemet gepast geld betalen • faire l'appointgrof geld verdienen • gagner grosgroot geld • billetskinderen betalen half geld • les enfants paient demi-tarifklein geld • monnaiepapieren geld • papier-monnaievals geld • fausse monnaiehet volle geld • (le) plein tarifvuil geld • argent gagné malhonnêtementzwart geld • argent noirzijn geld erdoor jagen • brûler la chandelle par les deux boutsergens (veel) geld tegenaan gooien • investir (des sommes folles) dans qc.het geld groeit mij niet op de rug • je ne suis pas Crésushet geld voor het grijpen hebben • rouler sur l'orgeen geld hebben • être sans le souzijn geld erbij inschieten • en être pour son argent〈 figuurlijk〉 iemand geld uit de zak kloppen • soutirer de l'argent à qn.zijn geld er uit krijgen • rentrer dans son argentgeld laten rollen • faire valser l'argentgeld door de vingers laten slippen • ne pas regarder à la dépenseveel geld opleveren • rapporter grosgeld slaan • battre monnaiesmijten met geld • jeter l'argent par les fenêtresgeld in iets steken • placer son argent en, dans qc.er geld op moeten toeleggen • en être de sa pochegeld wisselen • faire de la monnaiebovenop zijn geld zitten • être près de ses souszwemmen in het geld • rouler sur l'orniet goed? geld terug • remboursement garanti en cas de non-satisfactiondik in het geld zitten • être cousu d'ormet zijn geld geen raad weten • ne savoir que faire de son argentom geld vragen • demander de l'argentom geld verlegen zijn • être à court d'argentiets te gelde maken • faire argent de qc.van zijn geld leven • vivre de ses rentesvoor geld • pour de l'argentvoor geen geld ter wereld • pour rien au mondevoor geen geld • à aucun prixtwee voor hetzelfde geld • deux pour le prix d'ungeld als water verdienen 〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 geld als slijk verdienen • faire beaucoup d'argentdat brengt geld in 't laatje • ça fait des soushet geld niet over de balk gooien • ne pas jeter l'argent pas les fenêtres -
18 geluk
♦voorbeelden:een pril geluk • un bonheur naissantgeluk brengen • porter bonheurhopen op geluk • espérer trouver le bonheuriemand geluk wensen • souhaiter du bonheur à qn.iemand deelgenoot maken van zijn geluk • partager son bonheur avec qn.niet voor het geluk geschapen zijn • ne pas être né pour le bonheuruw geluk staat op het spel • il y va de votre bonheurstom geluk • un coup de chancezijn geluk beproeven • courir sa chanceik heb geluk gehad • j'ai eu de la chanceze hebben ook niet veel geluk! • ils ne sont pas gâtés!het geluk is met hem • la chance lui souritdat is een geluk bij een ongeluk • c'est encore une chanceer komt een beetje geluk bij • il y a une petite part de chancehet was zijn geluk dat hij zwemmen kon • il a eu la chance de savoir nagerik zou ook wel eens zo'n gelukje willen hebben • j'aimerais bien avoir une telle aubainegeluk ermee! • bonne chance!bij geluk • par chancegeluk hebben in de liefde • être heureux en amourgeluk hebben in het spel • être heureux au jeuhij mag van geluk spreken • il peut se féliciterdat is meer geluk dan wijsheid • il, elle a plus de chance que de méritezijn geluk niet op kunnen • se pâmer d'aisenog een geluk dat … • encore heureux que … -
19 godvergeten
♦voorbeelden:een godvergeten schooier • un scélératII 〈 bijwoord〉1 [in zeer hoge mate, gruwelijk] diablement♦voorbeelden:hij heeft mij godvergeten slecht behandeld • il m'a traité comme du poisson pourri -
20 toeval
♦voorbeelden:II 〈 het〉♦voorbeelden:stom toeval • pur hasardhet toeval wilde dat … • le hasard a voulu que …wat een toeval! • quel hasard!bij toeval • par hasard
- 1
- 2
См. также в других словарях:
stom — stom·ach·al; stom·ached; stom·ach·er; stom·ach·less; stom·achy; stom·ach; stom·ach·ful; cteno·stom·a·tous; cy·clo·stom·a·tous; neph·ro·stom; tel·eo·stom·ic; … English syllables
Stom — ist der Familienname folgender Personen: Augustin Stom, niederländischer Maler Ben Stom (1886–1965), niederländischer Fußballspieler Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidung mehrerer mit demselben Wort bezeichnet … Deutsch Wikipedia
Stom — Stom, Matthias, niederländischer Maler, * Amersfoort (?) um 1600, ✝ Sizilien (?) nach 1649 (?); war um 1630 in Rom, ab 1632 in Neapel und spätestens ab 1641 auf Sizilien tätig. Stom malte religiöse Szenen im Stil Caravaggios … Universal-Lexikon
stom — var. of stam n.3 dial., stum n. and v … Useful english dictionary
STOM — Stomatin, also known as STOM, is a human gene.cite web | title = Entrez Gene: STOM stomatin| url = http://www.ncbi.nlm.nih.gov/sites/entrez?Db=gene Cmd=ShowDetailView TermToSearch=2040| accessdate = ] PBB Summary section title = summary text =… … Wikipedia
stom- — ⇒STOMAT(O) , STOM(O) , (STOMAT , STOMATO , STOM , STOMO )élém. formant Élém. empr. au gr. ( / ) et ( ) , de , « bouche », entrant dans la constr. de termes appartenant au vocab. de la méd. (qui semble privilégier la forme stomat( … Encyclopédie Universelle
stom|a|tal — «STOM uh tuhl, STOH muh », adjective. Biology. 1. having to do with or connected with a stoma or stomata; of the nature of a stoma. 2. having stomata; stomatous … Useful english dictionary
stom|a|to|pod — «STOM uh tuh pod, STOH muh », adjective, noun. –adj. of or belonging to an order of marine crustaceans having the gills on abdominal appendages. –n. a stomatopod crustacean, such as the squilla. ╂[< New Latin Stomatopoda the order name <… … Useful english dictionary
stom|a|tous — «STOM uh tuhs, STOH muh », adjective. having or furnished with stomata; stomatal … Useful english dictionary
stom|ach|a|ble — «STUHM uh kuh buhl», adjective. that can be stomached … Useful english dictionary
stom|ach|ache — «STUHM uhk AYK», noun. a pain in the stomach or abdomen … Useful english dictionary