-
61 in een affaire omroeren
in een affaire omroerenstir/rake things upVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een affaire omroeren
-
62 in opschudding brengen
in opschudding brengenstir up, throw into a turmoilVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in opschudding brengen
-
63 kraaien
1 crow♦voorbeelden:victorie kraaien • crowde baby kraaide van plezier • the baby crowed with pleasure -
64 leven in de brouwerij brengen
leven in de brouwerij brengenstir/liven things up, get things goingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > leven in de brouwerij brengen
-
65 leven
leven1〈 het〉3 [levensduur] life, lifetime5 [morele handel en wandel] life7 [verschijnselen/werkzaamheden in een kring] life♦voorbeelden:het leven begint bij 40 • life begins at 40zijn leven geven voor zijn land • lay down one's life for one's countryvoor hun leven wordt gevreesd • there are fears for their liveszijn leven hangt aan een zijden draad(je) • his life hangs by a threadde aanslag heeft aan twee mensen het leven gekost • the attack cost the lives of two peoplezo is het leven • that's lifedat kostte hem het leven • that killed him/cost him his lifehet leven laten/erbij inschieten • lose one's lifezijn leven loopt op een eind • his end is drawing nearhet leven schenken aan • give birth toiemand het leven schenken • spare someone's lifezijn leven duur verkopen • sell one's life dearly, fight to the bitter endzijn leven wagen • risk one's lifebij leven en welzijn • if all is welliets in leven houden • keep something alivenog in leven zijn • be still alivein leven blijven • stay/keep aliveiemand naar het leven staan • be after someone's bloodom het leven komen • lose one's life, be killediemand om het leven brengen • kill someoneop gewelddadige wijze om het leven komen • meet (with) a violent deathhet leven van alle dag • everyday liferennen alsof je leven ervan afhangt • run for one's lifezijn leven niet (meer) zeker zijn • be not safe here (anymore)als je leven je lief is • if you value your lifeeen organisatie in het leven roepen • set up an organizationtekenen/schilderen naar het leven • draw/paint from life/natureuit het leven gegrepen • true to life, taken/drawn from (real) lifezijn hele verdere leven • for the rest of his lifezijn leven slijten • spend one's daysdat heb ik nog nooit van mijn leven gezien • I have never seen that in my lifevan zijn leven niet • never (in all my life)heb je van je leven! • well, I never!hij is voor zijn leven invalide • he will be an invalid for the rest of his lifevoor het leven benoemd • appointed for lifeeen lidmaatschap voor het leven • a life membershipvoor het leven getekend • marked for lifeiemand het leven zuur maken • make someone's life a miseryzijn eigen leven leiden • lead one's own life〈 figuurlijk〉 zijn eigen leven gaan leiden • lead/assume a life of its own 〈bijvoorbeeld van verhaal/gerucht〉een gemakkelijk leven hebben • have an easy lifeeen nieuw leven beginnen • turn over a new leafzijn leven beteren • mend one's wayszij heeft geen leven bij die man • that man makes her life a miseryhoe staat het leven? • how's life?een losbandig leven leiden • lead a wild life6 mijn/hun leven lang • all my life/their livesbij/tijdens zijn leven • in/during his lifetime7 het maatschappelijk/het huiselijk leven • public/private lifein het volle leven staan • be in touch with things10 een onderneming nieuw leven inblazen • breathe/inject new life into a firmleven in de brouwerij brengen • stir/liven things up, get things goinger kwam leven in de brouwerij • things were beginning to liven upiets/iemand weer tot leven brengen • bring something/someone to life again¶ een bruin leven • a good/an easy lifehij heeft ook het eeuwige leven niet • he won't last for everde bescherming van het ongeboren leven • protection of the unborn child————————leven22 [met betrekking tot zaken/voorstellingen] live (on)3 [zich voeden] live on4 [zijn dagen doorbrengen] live5 [zich gedragen] live♦voorbeelden:mens, durf te leven • come on, live a littlehij heeft niet lang meer te leven • he has not long to liveeeuwig leven • live eternallyen zij leefden nog lang en gelukkig • and they lived happily ever afterlanger leven dan iemand • outlive someonehaar ouders leven niet meer • her parents are no longer aliveleef je nog? • are you still alive?in leven en sterven • till death do us part〈 figuurlijk〉 te weinig om te leven en te veel om te sterven • hardly sufficient to keep body and soul togetherhij weet van voren niet dat hij van achteren leeft • 〈 aartsdom〉 he is not all there; 〈 de kluts kwijt〉 he's completely at sixes and sevensbij veel mensen leeft het idee … • many people still have the idea …leeft die vaas nog? • is that vase still in one piece?de kermis leeft niet meer bij de mensen • fun fairs no longer appeal to peoplewat er leeft binnen de organisatie • what is going on inside the organizationmet deze man is/valt niet te leven • you can't live with that manin angst leven • live in fearmet iemand in vrede leven • live in peace with someonewe leven toch in een vrij land? • it's a free country, isn't it?naar iets toe leven • look forward to somethingstil gaan leven • retirezij leven langs elkaar heen • they have little to say to each othergoed kunnen leven • be comfortably offzij kan er goed van leven • she can live well from itzij moet ervan leven • she has to live on ithij heeft genoeg om van te leven • he has enough to get byvan dit vak kun je niet leven • you can't make a living out of this tradeleve de koningin! • long live the Queen!deze romanpersonages leven • these characters are true to lifeweten wat er leeft onder de bevolking • know what people are thinkingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [een leven leiden] live♦voorbeelden:1 een eenzaam leven leven • lead a solitary/lonely life -
66 meng de suiker door de pap
meng de suiker door de papVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > meng de suiker door de pap
-
67 mengen
♦voorbeelden:1 kleuren mengen • mix/blend coloursthee mengen • blend teameng de suiker door de pap • stir the sugar into the porridgedoor elkaar mengen • mix together2 mijn naam wordt er ook in gemengd • my name was also brought in/dragged inII 〈wederkerend werkwoord; zich mengen〉♦voorbeelden:1 zich mengen in de politiek • get (oneself) involved/mixed up in politicszich in iemands zaken mengen • poke one's nose into someone's business -
68 omscheppen
♦voorbeelden:2 de badkamer was omgeschapen in/tot een doka • the bathroom had been converted/turned into a dark room -
69 onheil stichten
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onheil stichten
-
70 onrust stoken
onrust stokenstir up/make trouble -
71 onrust zaaien
-
72 opfokken
-
73 oploop
-
74 opporren
♦voorbeelden:2 iemand tot iets opporren • prod/goad someone into doing/on to do something -
75 oproer kraaien
oproer kraaien -
76 opruien
♦voorbeelden:het volk opruien • incite/stir up the people/masses -
77 opschudding veroorzaken
opschudding veroorzakencause/create a stir/commotionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > opschudding veroorzaken
-
78 opstoken
1 [sterker doen branden] poke/stir (up) ⇒ stoke (up)2 [verstoken] burn up♦voorbeelden:3 een kind tegen zijn ouders opstoken • set/turn a child against its parents -
79 opwekken
2 [doen ontstaan] arouse ⇒ excite 〈 belangstelling, gevoelens〉, stir 〈 belangstelling, gevoelens〉, rouse 〈 belangstelling, gevoelens〉, spark off 〈 rellen, enthousiasme〉, raise 〈 twijfel, hoop〉4 [weer levend maken] revive♦voorbeelden:de eetlust (van iemand) opwekken • whet (someone's) appetitewoede opwekken • provoke anger/rage -
80 opwinding
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
ştir — s.m. Nume dat la trei plante erbacee, dintre care una cu tulpina ramificată, cu flori verzi dispuse în ghemuleţe rotunde şi cu frunze comestibile (Amaranthus angustifolius), alta cu tulpina dreaptă, solidă şi păroasă, cu flori verzi, mărunte,… … Dicționar Român
Stir — Stir, v. t. [imp. & p. p. {Stirred}; p. pr. & vb. n. {Stirring}.] [OE. stiren, steren, sturen, AS. styrian; probably akin to D. storen to disturb, G. st[ o]ren, OHG. st[=o]ren to scatter, destroy. [root]166.] 1. To change the place of in any… … The Collaborative International Dictionary of English
stir — vb Stir, rouse, arouse, awaken, waken, rally can all mean to cause to shift from quiescence or torpor into activity. Stir, often followed by up, usually presupposes excitement to activity by something which disturbs or agitates and so brings to… … New Dictionary of Synonyms
stir — stir̃ interj. kartojant kojų kratymui stimpant, galuojantis nusakyti: Pelytė stir̃ stir̃ – ir gatava Ds. ║ viksnojimui nusakyti: Avelė su uodega stirena: stir̃ stir̃ stir̃ uodegėlė Ds … Dictionary of the Lithuanian Language
stir — [n] commotion, excitement activity, ado, agitation, backwash*, bustle, din, disorder, disquiet, disturbance, ferment, flap*, flurry, furor, fuss, movement, pandemonium, pother, racket, row, scene, to do*, tumult, turmoil, uproar, whirl,… … New thesaurus
stir — stir1 [stʉr] vt. stirred, stirring [ME stirien < OE styrian: see STORM] 1. to move, shake, agitate, etc., esp. slightly 2. to change the position of slightly; displace [to stir a log] 3. to rouse from sleep, lethargy, indifference, etc … English World dictionary
Stir — Stir, n. 1. The act or result of stirring; agitation; tumult; bustle; noise or various movements. [1913 Webster] Why all these words, this clamor, and this stir? Denham. [1913 Webster] Consider, after so much stir about genus and species, how few … The Collaborative International Dictionary of English
Stir — Stir, v. i. 1. To move; to change one s position. [1913 Webster] I had not power to stir or strive, But felt that I was still alive. Byron. [1913 Webster] 2. To be in motion; to be active or bustling; to exert or busy one s self. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
stir in — ˌstir ˈin [transitive] [present tense I/you/we/they stir in he/she/it stirs in past tense stirred in past participle … Useful english dictionary
Stir It Up — ist der Titel eines Lieds von Bob Marley aus dem Jahr 1972, siehe Stir It Up (Bob Marley Lied) Patti LaBelle aus dem Jahr 1985, siehe Stir It Up (Patti LaBelle Lied) Diese Seite ist eine Begriffsklärung zur Unterscheidu … Deutsch Wikipedia
stir — Ⅰ. stir [1] ► VERB (stirred, stirring) 1) move an implement round and round in (a liquid or other substance) to mix it thoroughly. 2) move slightly or begin to be active. 3) wake or rise from sleep. 4) (often stir up … English terms dictionary