-
1 een kwaad, slecht geweten hebben
een kwaad, slecht geweten hebbenDeens-Russisch woordenboek > een kwaad, slecht geweten hebben
-
2 een kwaad/slecht geweten hebben
een kwaad/slecht geweten hebbenhave a bad/guilty/uneasy conscienceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kwaad/slecht geweten hebben
-
3 geweten
♦voorbeelden:met een gerust geweten • la conscience tranquillezijn geweten geweld aandoen • violenter sa conscienceeen goed, rustig geweten hebben • avoir bonne consciencemet een knagend geweten • bourrelé de remordseen kwaad, slecht geweten hebben • avoir mauvaise consciencenaar plicht en geweten handelen • agir en son âme et conscienceiets op zijn geweten hebben • avoir qc. sur la conscienceiemand zonder geweten • une personne sans scrupuleshet met zijn geweten op een akkoordje gooien • composer avec sa consciencemet zijn geweten overhoop liggen • ne pas être en paix avec sa conscience -
4 geweten
♦voorbeelden:1 vrijheid van geweten • freedom/liberty of conscienceeen goed/rustig/zuiver geweten hebben • have a good/easy/clear conscienceeen kwaad/slecht geweten hebben • have a bad/guilty/uneasy consciencezijn geweten in slaap sussen/wiegen • ease/salve one's consciencegekweld door zijn geweten • conscience-strickeniets niet met zijn geweten in overeenstemming kunnen brengen • be unable to square something with one's consciencenaar eer en geweten • in good conscienceveel op zijn geweten hebben • have a lot to answer formijn geweten begon te spreken • my conscience was roused -
5 guilty conscience
slecht geweten -
6 Gewissen
Gewissen〈o.; Gewissens, Gewissen〉♦voorbeelden:sein Gewissen regte sich, 〈 formeel〉ihm schlug das Gewissen • zijn geweten sprak, hij had een slecht gewetenetwas, jemanden auf dem Gewissen haben • iets, iemand op zijn geweten hebbenjemandem etwas aufs Gewissen binden • iemand iets op het hart drukkenjemandem ins Gewissen reden • op iemands gemoed werken, er bij iemand op hamerenmit gutem Gewissen • met een goed gewetenvor seinem Gewissen bestehen • met zijn geweten in het reine zijn -
7 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/ -
8 conscience
conscience [kõsjãs]〈v.〉♦voorbeelden:avoir, prendre conscience de qc. • zich iets bewust zijn, wordenperdre conscience • 't bewustzijn verliezenexamen de conscience • gewetensonderzoekliberté de conscience • gewetens-, geloofsvrijheidmauvaise conscience • slecht gewetenavoir la conscience large • een ruim geweten hebbenavoir bonne conscience • een goed geweten hebbenopprimer les consciences • de gewetensvrijheid onderdrukkenen conscience • in alle oprechtheid3 conscience professionnelle • plichtsbesef, beroepsethiekf1) geweten2) besef, bewustzijn -
9 a guilty conscience
-
10 bad conscience
-
11 guilty
-
12 mauvaise conscience
mauvaise conscience -
13 bar
n. stang; tralie; tussenschot; wegversperring; salon; bar--------prep. zonder; behalve---------v. op slot doen, sluiten; versperrenbar1[ ba:]♦voorbeelden:bar of gold • baar goudbar of soap • stuk zeep4 a medal with a bar on the ribbon • een medaille met een balk/gesp op het lint→ horizontal horizontal/, parallel parallel/♦voorbeelden:be tried at (the) bar • in openbare terechtzitting berecht wordenIII 〈zelfstandig naamwoord; meestal Bar; the; werkwoord enkelvoud of meervoud〉♦voorbeelden:————————bar2〈werkwoord; barred〉♦voorbeelden:2 bar oneself in/out • zichzelf binnen/buitensluiten————————[ ba:ring] 〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:all bar one • alle(n) op één nabar none • zonder uitzondering
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский