-
1 exclamer
exclamer (s') [eksklaamee]〈 werkwoord〉1 uitroepen ⇒ uitschreeuwen, kreten slaken♦voorbeelden:exclamer sur qc. • z'n bewondering, verbazing uiten over ietsv( s'exclamer) uitroepen, kreten slaken -
2 pousser
pousser [poesee]1 duwen ⇒ drukken, (op)dringen3 zijn weg vervolgen ⇒ doorgaan, -rijden, -reizen♦voorbeelden:2 faire pousser • verbouwen, telen, kwekenlaisser pousser sa barbe • zijn baard laten staan4 faut pas pousser! • je moet niet zo overdrijven!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (voort)duwen ⇒ (voort)drijven, voortstuwen, schuiven2 aanzetten ⇒ aansporen, (aan)drijven4 uitstoten ⇒ slaken, uiten, zingen5 stimuleren ⇒ vooruitbrengen, bespoedigen6 vooruithelpen ⇒ begunstigen, steunen, pousseren8 voortgaan met ⇒ voortzetten, uitbreiden, verlengen♦voorbeelden:pousser la porte • de deur open-, dichtduwenpousser qn. dehors • iemand buiten (de deur) zettenpousser la plaisanterie trop loin • de scherts te ver drijvenpousser qc. à sa perfection • iets tot in de perfectie uitwerkenpousser l'amitié, la haine jusqu'à 〈+ onbepaalde wijs〉 • zover gaan met zijn vriendschap, zijn haat dat2 pousser un élève • een leerling vooruithelpen, stimulerenpousser des cris • een geschreeuw aanheffenpousser des gémissements • kermen, kreunen¶ pousser son avantage, ses succès • zijn voordeel uitbuiten, weten te benuttenpousser sa voix • zijn stem verheffen1 plaats maken ⇒ opschuiven, opschikken, opzij gaan3 zich opwerken ⇒ carrière, naam maken→ colv1) duwen, drukken2) groeien3) doorgaan4) overdrijven5) persen [bevalling]6) (voort)duwen7) aansporen8) uiten, slaken9) stimuleren10) krijgen [wortels]11) voortzetten -
3 cri
cri [krie]〈m.〉1 schreeuw ⇒ kreet, gil, uitroep♦voorbeelden:cri du nouveau-né • geboorteschreeuwà grands cris • luidkeelsjeter, pousser les hauts cris • moord en brand schreeuwenjeter, pousser des cris • kreten slaken→ cor¶ le dernier cri • het allernieuwste, de laatste modem1) schreeuw, kreet, roep2) gepiep, gekrijs3) stem [innerlijk] -
4 échapper
échapper [eesĵaapee]1 ontsnappen (aan) ⇒ ontvluchten, ontkomen (aan)♦voorbeelden:〈 onpersoonlijk〉 il lui échappa un cri • hij, zij zuchtte, kreunde (onwillekeurig)cela m' a échappé • dat is me ontgaanil n'y a pas moyen d'y échapper • we kunnen er niet onderuitéchapper à la règle • een uitzondering vormenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ l'échapper belle • er goed, heelhuids van afkomen2 ontsnappen 〈 van gas, stoom, zucht〉 ⇒ stromen, lopen (uit) 〈 van bloed, tranen〉 ⇒ komen (uit) 〈 van klank, geluid〉 ⇒ losgaan 〈 van steken〉♦voorbeelden:2 〈 onpersoonlijk〉 il s'échappait de la cuisine une odeur agréable • er kwam een heerlijke geur uit de keuken1. v2) ontglippen [woord]4) niet invallen [woord]5) opraken [geduld]2. s'échapperv1) ontsnappen3) vervliegen, in rook opgaan -
5 jeter
jeter [zĵətee]1 werpen ⇒ (naar beneden) gooien, neergooien♦voorbeelden:jeter un sourire à qn. • naar iemand glimlachenjeter bas • op, tegen de grond gooienjeter à bas, à terre • op, tegen de grond gooien1 zich werpen ⇒ springen, zich gooien♦voorbeelden:il s'est jeté contre un arbre • hij is tegen een boom aangevlogense jeter par la fenêtre • uit het raam springen→ eauv1) (weg)werpen, neergooien2) veroorzaken3) gieten [metaal]4) eruit gooien -
6 lancer
lancer1 [lãsee]〈m.〉————————lancer2 [lãsee]1 werpen ⇒ toewerpen, gooien, slingeren2 in beweging zetten ⇒ vaart geven aan, doen vertrekken, op gang brengen♦voorbeelden:des yeux lançant des éclairs • ogen die vuur schietenlancer un ultimatum • een ultimatum stellenlancer un mandat d'amener contre qn. • bevel tot aanhouding tegen iemand uitvaardigenlancer qn. dans une aventure • iemand in een avontuur stortenlancer son chien sur qn. • zijn hond op iemand afsturenlancer un moteur • een motor startenlancer un navire • een schip van stapel doen lopenlancer qn. sur un sujet • iemand over iets aan het praten krijgenune fois lancé, il ne s'arrête plus • als hij eenmaal op dreef is, houdt hij niet meer oplancer une fausse nouvelle • een onwaar bericht verspreiden1 zich werpen (op) ⇒ zich storten, afstormen (op)♦voorbeelden:1. m1) (het) loslaten [duiven]2) (het) opjagen [wild]4) worp2. v1) werpen, gooien3) op de markt brengen, lanceren4) bekendmaken -
7 soupirer
soupirer [soepieree]1 zuchten♦voorbeelden:1 soupirer après qc. • naar iets smachten, snakkensoupirer d' ennui • een zucht van verveling slakensoupirer pour qn. • hevig naar iemand verlangenII 〈 overgankelijk werkwoord〉v -
8 jeter des cris
jeter des cris -
9 laisser échapper
laisser échapper -
10 lancer un cri
lancer un cri -
11 jeter, pousser des cris
-
12 récrier
récrier (se) [reekrie.ee]〈 werkwoord〉 -
13 soupirer d' ennui
soupirer d' ennui
См. также в других словарях:
slaken — … Useful english dictionary
Slake — Slake, v. t. [imp. & p. p. {Slaked}; p. pr. & vb. n. {Slaking}.] [OE. slaken to render slack, to slake, AS. sleacian, fr. sleac slack. See {Slack}, v. & a.] 1. To allay; to quench; to extinguish; as, to slake thirst. And slake the heavenly fire.… … The Collaborative International Dictionary of English
Slaked — Slake Slake, v. t. [imp. & p. p. {Slaked}; p. pr. & vb. n. {Slaking}.] [OE. slaken to render slack, to slake, AS. sleacian, fr. sleac slack. See {Slack}, v. & a.] 1. To allay; to quench; to extinguish; as, to slake thirst. And slake the heavenly… … The Collaborative International Dictionary of English
Slaking — Slake Slake, v. t. [imp. & p. p. {Slaked}; p. pr. & vb. n. {Slaking}.] [OE. slaken to render slack, to slake, AS. sleacian, fr. sleac slack. See {Slack}, v. & a.] 1. To allay; to quench; to extinguish; as, to slake thirst. And slake the heavenly… … The Collaborative International Dictionary of English
Bruce Glover — (* 21. Mai 1932 in Chicago, Illinois) ist ein US amerikanischer Schauspieler, der vor allem für seine Darstellung als homosexueller Handlanger Mr. Wint in dem James Bond Film Diamantenfieber bekannt wurde. Außerdem ist er der Vater des… … Deutsch Wikipedia
slake — slakable, slakeable, adj. slakeless, adj. /slayk/, v., slaked, slaking. v.t. 1. to allay (thirst, desire, wrath, etc.) by satisfying. 2. to cool or refresh: He slaked his lips with ice. 3. to make less active, vigorous, intense, etc.: His calm… … Universalium
slake — [[t]sleɪk[/t]] v. slaked, slak•ing 1) to allay (thirst, desire, wrath, etc.) by satisfying; quench 2) to cool or refresh 3) chem. to cause disintegration of (lime) by treatment with water 4) chem. (of lime) to become slaked • Etymology: bef.… … From formal English to slang
slakin — variant of slacken * * * slakin see slaken n … Useful english dictionary