-
1 job-shop
• job shop -
2 winkel
• shop -
3 vloerplanbesturing
• shop floor control: SFCNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vloerplanbesturing
-
4 vloerplanbesturingssysteem
• shop floor control systemNederlands-Engels Technisch Woordenboek > vloerplanbesturingssysteem
-
5 werkplaatsbeheer
• shop floor control: SFC -
6 werkplaatsbesturing
• shop floor control: SFCNederlands-Engels Technisch Woordenboek > werkplaatsbesturing
-
7 werkplaatsbesturingssysteem
• shop floor control systemNederlands-Engels Technisch Woordenboek > werkplaatsbesturingssysteem
-
8 werkplaatsinrichting
• shop lay-outNederlands-Engels Technisch Woordenboek > werkplaatsinrichting
-
9 werkplaatskalender
• shop calenderNederlands-Engels Technisch Woordenboek > werkplaatskalender
-
10 werkplaatspakket
• shop packet -
11 werkplaatsplanning
• shop planningNederlands-Engels Technisch Woordenboek > werkplaatsplanning
-
12 werkvloer
• shop floor -
13 winkelopeningsuren
• shop hoursNederlands-Engels Technisch Woordenboek > winkelopeningsuren
-
14 winkelsluitingstijden
• shop closing hoursNederlands-Engels Technisch Woordenboek > winkelsluitingstijden
-
15 winkelvoorraad
• shop inventory -
16 winkel
1 shop, store♦voorbeelden:1 een winkel in modeartikelen • a boutique, a fashion storede winkels aflopen voor een plaat • scour the shops for a recordwinkels kijken • go window-shoppingeen winkel openen/hebben • open up/keep a shopeen rijdende winkel • a mobile shopwinkeltje spelen • play shops/shopkeeperzijn winkel wegdoen • sell up, shut up shopin een winkel staan • work in a shop -
17 toko
1 [winkel met Indonesische artikelen] Indonesian shop2 [winkel waar van alles te koop is] general shop/store♦voorbeelden:2 een toko houden • keep a general shop/store -
18 winkelen
1 [winkels bezoeken] shop, go shopping ⇒ do some/the shopping2 [etalages bekijken] window-shop/-gaze♦voorbeelden: -
19 winkelinrichting
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > winkelinrichting
-
20 zaak
8 [staatskwestie] affair9 [belang dat men behartigt] cause♦voorbeelden:1 het is de gewoonste zaak ter wereld om … • it is the most natural thing in the world to …algemene zaken • general affairszich met zijn eigen zaken bemoeien • mind one's own businessgemene zaak maken met iemand • be in league/collusion with someoneonverrichter zake terugkeren • return without having achieved one's aim; 〈 met niets verkregen〉 come back empty-handedhoe staan de zaken? • how are things?iemands zaken waarnemen/behartigen • look after someone's affairsdat is jouw zaak • that is your concerneen zaak van gewicht • a matter of (some) importanceeen zaak van ondergeschikt belang • a minor matter/pointde zaak in kwestie • the matter at hand3 goede zaken doen (met iemand) • do good business/trade (with someone)er worden goede zaken gedaan in … • trade is good in …zaken zijn zaken • business is businessin zaken gaan • go into businessover zaken spreken • talk businesshij is hier voor zaken • he is here on businesseen zaak runnen/hebben • run a businessik ben de hele dag op de zaak • I am at work all day; 〈 met betrekking tot een winkel〉 I am at the shop all dayeen auto van de zaak • a company carweten hoe de zaken ervoor staan • know how things stand/what the score isnu de zaken er zo voor staan • things being as they are, now things have come to this, such being the casewat is zijn rol in de zaak? • where does he fit/come in?de zaak is deze … • the point is …ter zake doen • 〈 belangrijk zijn〉 matter, be to the point; 〈 van invloed zijn〉 be significant; 〈 betrekking hebben〉 be relevantter zake komen • come to the pointdat doet hier niet(s) ter zake • that is irrelevant/beside the pointkennis van zaken hebben • know one's factszeker zijn van zijn zaak • be sure of what one's doingde zaak Menten • the Menten case8 Binnenlandse Zaken • Domestic/Internal AffairsBuitenlandse Zaken • Foreign Affairslopende zaken • current business, business in handvechten voor een verloren/hopeloze zaak • fight for a lost cause, fight a losing battle¶ het is zaak om … • the thing is to …niet veel zaaks zijn • be not up to much, be not a lot of good, be poor/indifferent, be a poor show/affair
См. также в других словарях:
shop — shop … Dictionnaire des rimes
Shop — Shop, n. [OE. shoppe, schoppe, AS. sceoppa a treasury, a storehouse, stall, booth; akin to scypen a shed, LG. schup a shed, G. schoppen, schuppen, a shed, a coachhouse, OHG. scopf.] 1. A building or an apartment in which goods, wares, drugs, etc … The Collaborative International Dictionary of English
shop — n: a business establishment: a place of employment see also closed shop, open shop, union shop Merriam Webster’s Dictionary of Law. Merriam Webster. 1996 … Law dictionary
shop — /shop/, n., v., shopped, shopping, interj. n. 1. a retail store, esp. a small one. 2. a small store or department in a large store selling a specific or select type of goods: the ski shop at Smith s. 3. the workshop of a craftsperson or artisan.… … Universalium
shop — [shäp] n. [ME schoppe < OE sceoppa, booth, stall, akin to Ger schopf, porch < IE base * (s)keup , a bundle, sheaf of straw: prob. basic meaning “roof made of straw thatch”] 1. a) a place where certain goods or services are offered for sale; … English World dictionary
.shop — Introduced 2000 TLD type Proposed generic top level domain Status Pending Registry CommercialConnect.net Sponsor None Intended use e commer … Wikipedia
Shop — may refer to:*A retail shop or store *An online shop *A workshop *A machine shop *A paint shop * To shop to go to a store or stores to buy goods * Shop class , an industrial arts educational program *The Shopi, a subgroup of the Bulgarians, Serbs … Wikipedia
Shop — 〈[ ʃɔ̣p] m. 6〉 Geschäft, Laden (SexShop) [engl.] * * * Shop [ʃɔp ], der; s, s [engl. shop, über das Afrz. < mniederd. schoppe = Schuppen]: Laden, Geschäft. * * * Shop [dt. »Kaufladen«], Electronic Shopping. * * * Shop [ʃɔp], der; s, s [engl … Universal-Lexikon
shop — SHOP, shopuri, s.n. Magazin în care se vând mărfuri cu plata în valută. [pr.: şop] – Din engl. [tourist] shop. Trimis de LauraGellner, 22.07.2004. Sursa: DEX 98 SHOP s.n. (Anglicism) Magazin, prăvălie. [< engl. shop]. Trimis de LauraGellner … Dicționar Român
Shop — bezeichnet im Allgemeinen ein kleineres Einzelhandelsgeschäft oder einen virtuellen Marktplatz (E Shop). Spezielle Shops sind unter anderem: Coffee Shops, siehe Café Convenience Shops Coffee Shops (Niederlande), Headshops, Smartshops und… … Deutsch Wikipedia
shop — ► NOUN 1) a building or part of a building where goods or services are sold. 2) a place where things are manufactured or repaired; a workshop. ► VERB (shopped, shopping) 1) go to a shop or shops to buy goods. 2) (shop around) … English terms dictionary