-
1 fag
n. sloven, hard werken; manusje-van-alles zijn (voor oudere leerling op Eng. school); vervelend/geestdodend werk; sigaret (sl.); flikker (sl.)--------v. zich afsloven, uitputten, afmatten; als schooljongen die een oudere leerling diensten moet bewijzenfag1[ fæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vervelend/saai/geestdodend werk2 〈Brits-Engels; school(wezen)〉 knechtje ⇒ werkezel 〈 jongerejaars die karweitjes moet doen voor ouderejaars〉♦voorbeelden:————————fag2〈werkwoord; fagged〉1 sloven ⇒ zich afmatten, hard werken♦voorbeelden: -
2 condition
n. voorwaarde; situatie, toestand; lichamelijke conditie; klasse--------v. voorwaarde bepaling; africhten; in conditie brengencondition1[ kəndisjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (lichamelijke) toestand ⇒ staat, conditie2 voorwaarde ⇒ conditie, beding4 (maatschappelijke) rang ⇒ stand, positie6 〈Amerikaans-Engels; school(wezen)〉 cijfer op grond waarvan men voorwaardelijk overgaat 〈 met herexamen of taak〉♦voorbeelden:1 this machine is in good/poor condition • deze machine verkeert in goede/slechte staatin a condition of weightlessness • in een toestand van gewichtloosheidshe's in no condition to work • ze is niet in staat om te werkenin/out of condition • in/niet in conditie/vormon condition that • op voorwaarde dat, mitson no condition • op geen enkele voorwaarde, nooithe made it a condition that • hij stelde als voorwaarde dat————————condition2〈 werkwoord〉1 bepalen ⇒ vaststellen, afhangen (van)2 in conditie brengen ⇒ in een gewenste toestand brengen, verzorgen4 〈Amerikaans-Engels; school(wezen)〉herexamen/taak geven aan♦voorbeelden:1 a nation's expenditure is conditioned by its income • de bestedingsmogelijkheden van een land worden bepaald door het nationale inkomen -
3 fail
n. onvoldoende (schoolexamen), falen--------v. mislukken, (laten) zakken; nalaten; in de steek laten; oprakenfail1♦voorbeelden:¶ without fail • zonder mankeren/falen, stellig————————fail21 tekortschieten ⇒ ontbreken, het begeven2 afnemen ⇒ op raken, verzwakken4 mislukken ⇒ het niet halen, het laten afweten♦voorbeelden:words failed me • ik kon geen woorden vindenthe crops will fail this year • de oogst zal dit jaar mislukkenhe failed in his duty • hij deed zijn plicht nietII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 nalaten ⇒ niet in staat zijn/er niet in slagen♦voorbeelden: -
4 grader
n. leerling uit de.....e klas; geclassificeerd[ greedə]1 〈steeds met rangtelwoord; Amerikaans-Engels; school(wezen)〉leerling uit de … klas ⇒ … jaars♦voorbeelden: -
5 correctie
2 [met betrekking tot schoolwerk/drukproeven] correction ⇒ 〈 school(wezen) ook〉 marking, 〈 drukwezen ook〉 proofreading4 [terechtwijzing] reproof, reprimand♦voorbeelden:2 correctie van drukproeven • correction of proofs, proofreadingcorrectie vervalt • stet -
6 bovenbouw
1 [bovenste gedeelte van een bouwwerk] superstructure2 [school(wezen)] 〈 last 2 or 3 classes of secondary school〉 -
7 cijferlijst
-
8 eindrapport
1 [school(wezen)] 〈 overgangsrapport〉 end-of-year report; 〈 laatste schoolrapport〉 (school) leaving report2 [met betrekking tot een onderzoek] final report -
9 opstel
-
10 palmares
-
11 rapport
2 [school(wezen)] (school) report3 [leger] report♦voorbeelden:rapport van iets maken • report somethingrapport uitbrengen/opmaken (over) • produce/make a report (on) -
12 Higher
[ hajjə] 〈Schotland; school(wezen)〉 -
13 absentee
-
14 assignment
-
15 b
n. b (muzikale toon)b, B[ bie:] 〈meervoud: b's, B's〉1 b, B -
16 careers master
-
17 civics
n. leer v. burgerrechten en -plichten[ sivviks] -
18 comprehension
-
19 compulsory
adj. gedwongen; verplicht[ kəmpulsrie] 〈 compulsorily〉2 dwingend ⇒ onontkoombaar, noodzakelijk♦voorbeelden:compulsory military service • dienstplicht2 compulsory purchase • dwingende koop, onteigening -
20 credit
n. krediet, afbetaling; vertrouwen; recht, voorrecht; waardering; eer; in zijn voordeel--------v. geloven; crediterencredit1[ kreddit]♦voorbeelden:1 krediet3 tegoed ⇒ spaarbanktegoed, positief saldo♦voorbeelden:1 unlimited credit • onbeperkt/blanco kredietbuy on credit • op krediet/afbetaling kopen2 eer ⇒ lof, verdienste3 krediet(waardigheid) ⇒ solventie, goede naam♦voorbeelden:do you give credit to that story? • hecht jij enig geloof aan dat verhaal?lend credit to • bevestigen, geloofwaardig maken2 it does you credit, it is to your credit, it reflects credit on you • het siert je, het strekt je tot eerhe took the credit for it • hij ging met de eer strijkenthey have 30 albums to their credit • ze hebben 30 elpees op hun naamIV 〈 meervoud〉————————credit2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:2 credit an amount to someone/to someone's account, credit someone with an amount • iemand voor een bedrag crediteren
См. также в других словарях:
Jacob Israël de Haan — Not to be confused with the composer Jacob de Haan. Jacob Israël de Haan (December 31, 1881, Smilde, Drenthe June 30, 1924) was a Dutch Jewish literary writer and journalist who was assassinated in Jerusalem by the Jewish paramilitary… … Wikipedia
Nieuwleusen — Town Coordinates … Wikipedia
Simon Vestdijk — (Harlingen, países bajos, 17 de octubre de 1898 Utrecht, 23 de marzo de 1971 ) era un escritor, poeta, ensayista, traductor, crítico musical y medico neerlandés. Vestdijk estudio medicina en Ámsterdam, pero luego de unos años como doctor paso a… … Wikipedia Español
Nooteboom, Cees — ▪ Dutch author in full Cornelis Johannes Jacobus Maria Nooteboom born July 31, 1933, The Hague, Neth. Dutch writer known for his novels and travel writing. Nooteboom was educated at an Augustinian monastery school at Eindhoven,… … Universalium