-
1 scheef
1 [niet recht] crooked 〈 rug, boomstam〉 ⇒ 〈 schuin〉 oblique, leaning 〈 toren〉, slanting 〈 oppervlak〉, sloping 〈 oppervlak〉2 [asymmetrisch] crooked♦voorbeelden:iemand scheef aankijken • look enviously at someonehet schilderij hangt scheef • the picture is crookedje houdt het scheef! • you're not holding it level/straightiets scheef snijden/knippen • cut something slantwiseeen scheve neus hebben • have a crooked noseeen scheve voorstelling van iets geven • misrepresent somethingde zaak gaat/loopt scheef • things are going wrong -
2 scheef
adj. oblique, wry, awry, slanting, slantwise, skew, splay, lop sided, crooked, cockeyed--------adv. awry, slantwise, aslope, askew, acock, criss cross--------n. line -
3 scheef
• oblique• out of alignment• out of true• skew -
4 het schilderij hangt scheef
het schilderij hangt scheef————————het schilderij hangt scheefVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het schilderij hangt scheef
-
5 de zaak gaat/loopt scheef
de zaak gaat/loopt scheefVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de zaak gaat/loopt scheef
-
6 een scheve mond/een scheef gezicht trekken
een scheve mond/een scheef gezicht trekkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een scheve mond/een scheef gezicht trekken
-
7 het zit los/scheef
het zit los/scheefit is loose/crookedVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het zit los/scheef
-
8 iemand scheef aankijken
iemand scheef aankijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand scheef aankijken
-
9 iets scheef snijden/knippen
iets scheef snijden/knippenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iets scheef snijden/knippen
-
10 je houdt het scheef!
je houdt het scheef!you're not holding it level/straightVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je houdt het scheef!
-
11 met een scheef oog kijken naar
met een scheef oog kijken naarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met een scheef oog kijken naar
-
12 schots en scheef
schots en scheefhiggledy-piggledy, topsy-turvyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > schots en scheef
-
13 negatief scheef
• negatively skew -
14 positief scheef
• positively skew -
15 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
16 hij
hij1〈de〉1 he♦voorbeelden:————————hij21 he ⇒ 〈 op voorwerp slaand〉 it♦voorbeelden:1 iedereen is trots op het werk dat hij zelf doet • everyone is proud of the work they do themselveshij staat scheef, die toren • it's leaning, that towerhij daar • him over therehij die … • he who …, whoever … -
17 oog
1 [gezichtsorgaan, ook figuurlijk] eye4 [opening] eye5 [met betrekking tot kledingstukken] eye(let)7 [plantkunde] eye♦voorbeelden:een blauw oog • a black eyegoede ogen hebben • have good eyes/eyesighteen lui oog • a lazy/wandering eyezijn ogen bederven • ruin one's eyesgeen oog dichtdoen • not sleep a winkzijn ogen geloven/vertrouwen • believe/trust one's eyeshij had alleen oog voor haar • he only had eyes for herheb jij geen ogen? • haven't you got eyes in your head?ogen hebben van voren en van achteren • have eyes in the back of one's head〈 figuurlijk〉 dat heeft mij de ogen geopend • that opened my eyes/was an eye-opener for mezij maakte haar ogen op • she made up her eyesde ogen sluiten voor iets • close one's eyes to somethingzijn ogen uitkijken (aan iets) • stare one's eyes out (on something)iemand de ogen uitsteken • make someone jealous/green with envyzich de ogen uitwrijven • rub one's eyesaan één oog blind • blind in one eyeiemand iets onder vier ogen zeggen • say something to someone in privateik kan niet meer uit mijn ogen zien (van vermoeidheid) • I can't keep my eyes open (any more)〈 figuurlijk〉 kun je niet uit je ogen kijken? • can't you look where you're going?voor iemands ogen • in front of someone's (very) eyeszijn ogen de kost geven • take it all inzijn ogen zijn groter dan zijn maag • his eyes are bigger than his stomachzijn ogen in zijn zak hebben • not use one's eyes〈 spreekwoord〉 oog om oog, tand om tand • an eye for an eye, a tooth for a toothmet een scheef oog kijken naar • look askance atzij kon haar ogen niet van hem afhouden • she couldn't take/keep her eyes off himzijn ogen laten gaan over • run one's eye overmet de ogen verslinden • devour with one's eyeseen gevaar onder ogen zien • recognise a dangeronder het waakzame oog van • under the watchful eye of(zo) op het oog • on the face of itiets/iemand op het oog hebben • 〈 figuurlijk, denken aan〉 have something/someone in mind, have one's eye on something/someone〈 figuurlijk〉 iets voor ogen houden • keep/bear something in mindzijn oog viel op haar • his eye fell on her3 aan het oog onttrokken • hidden/concealed from view/sightzo ver het oog reikt • as far as the eye can seein het oog lopen/springen • catch the eyein het oog lopend • conspicuous, noticeablein het oog krijgen • catch sight ofuit mijn ogen! • get out of my sight!uit het oog raken • disappear from sightiets uit het oog verliezen • lose sight of something〈 spreekwoord〉 uit het oog, uit het hart • out of sight, out of mindin hun ogen betekent hij niet veel • he doesn't amount to much in their eyesoog in oog staan met • come face to face within mijn ogen • in my opinion/view -
18 recht
recht1〈 het〉2 [rechtsregels; rechtsgeleerdheid] law3 [rechtspraak] justice4 [proces] court5 [bevoegdheid, voorrecht] right6 [meervoud] [bevoegdheden behorend bij een stand/positie] rights8 [meervoud] [bevoegdheid tot reproductie van een boek/film enz.] (copy)right(s)9 [belasting] duty♦voorbeelden:recht doen aan iets • do justice to something〈 figuurlijk〉 iemand/iets geen recht doen • be unfair to someone/somethinghet recht handhaven • uphold the lawhet recht met voeten treden • trample justice underfootin zijn recht zijn/staan • be within one's rightsje kan je met recht afvragen wat … • you may well wonder what …met recht razend zijn • have good reason to be furiousagrarisch/fiscaal/militair recht • agrarian/fiscal/military lawburgerlijk recht • civil lawhet geschreven recht • written/statute lawhet ongeschreven recht • unwritten/common lawpubliek en privaat recht • public and private lawRomeins recht • Roman lawhet recht in eigen handen nemen • take the law into one's own handsrechten studeren • read/study lawmeester in de rechten • Master of Lawskrachtens recht en gewoonte • by right and customkrachtens/volgens Engels recht • under English lawnaar Nederlands recht • according to Dutch lawrecht doen in een zaak • decide on a caserecht vorderen/zoeken • demand/seek justice4 in rechte iets afdwingen/eisen/vorderen • enforce/demand something in a court of lawhet recht van de sterkste • the law of the jungleaangeboren en verworven rechten • birthrights and acquired rightsdat is mijn goed recht • that is my righthet volste recht hebben om … • have every right to …zijn graad geeft hem het recht om … • his degree qualifies him to …het recht hebben om zijn kinderen te zien • have access to one's childrenniet het recht hebben iets te doen • have no right to do somethingiemand het recht ontzeggen om … • deny someone the right to …evenveel recht van spreken hebben als de rest • have an equal voice with the restgeen recht van spreken hebben • have no right to speakdoor dat te doen had hij geen recht van spreken meer • by doing that he put himself out of courtiedereen heeft het recht om … • everyone has the right to …op zijn recht(en) staan • insist on one's right(s)〈 figuurlijk〉 zijn kwaliteiten komen daar veel beter tot hun recht • he can make far better use of his talents there〈 figuurlijk〉 iemand/iets (niet) tot zijn recht laten komen • do (no) justice to someone/somethingvoor zijn recht(en) opkomen • defend one's right(s)de rechten van de vrouw • women's rightsburgerlijke/politieke rechten • civil/political rightsde oudste rechten hebben • have first claimgeen recht hebben op • have no right/claim tozijn rechten laten gelden • exercise one's rightsrecht hebben/geven op iets • have/give the right to somethingalle rechten voorbehouden • all rights reservedvrij van rechten • free of duties————————recht21 [niet gebogen/bochtig; niet scheef/schuin] straight2 [rechtop] straight (up), upright3 [normaal] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 right 〈 kant van stof〉; direct 〈 evenredigheid〉; 〈 bijwoord〉 directly 〈 evenredig〉♦voorbeelden:op het laatste rechte stuk • on the home straightje bord moet je wel recht houden • you must keep your plate straightde auto kwam recht op ons af • the car was coming straight at usiets recht leggen • put something straightrecht op iemand/iets afgaan • go straight for someone/somethingiets recht snijden • cut something (off) straightrecht omhoog/omlaag • straight up/downiemand recht in de ogen kijken • look someone straight in the eyerecht op zijn doel afgaan • go straight for one's goalrecht van lijf en leden • straight-limbedrecht voor zich uitkijken • look/stare straight aheadrecht op zijn benen staan • stand up straightrecht zitten/staan • sit/stand up straightrecht overeind • straight up, bolt uprightrecht evenredig zijn met • be directly proportional to〈 breien〉 eerst drie averecht, dan drie recht • first three purl, then three plainhet rechte van iets weten • know the ins and outs of somethingII 〈 bijwoord〉1 [formeel] [echt] really2 [precies] straight♦voorbeelden:2 hangt/zit mijn jurk recht? • is my dress straight?ze reden recht op elkaar in • they collided head-onhij woont recht tegenover mij • he lives straight across from merecht tegenover elkaar • face-to-face -
19 rechttrekken
1 [goedmaken, verbeteren] set/put right -
20 scheeflopen
1 [door lopen scheef maken] wear out/down on one side♦voorbeelden:1 [dreigen te mislukken] go wrong
- 1
- 2
См. также в других словарях:
scheef — kron … Woordenlijst Sranan
Adolf Scheef — Grab von Adolf Scheef; Tübingen, Stadtfriedhof Gottlob Adolf Scheef (* 3. März 1874 in Nürtingen; † 8. Januar 1944 in Tübingen) war ein deutscher Politiker. Er war von 1912 bis 1932 Mitglied des württembergischen Landtags und von 1927 bis 1939… … Deutsch Wikipedia
Emil Schulz-Sorau — (* 8. Juni 1901 in Reinswalde bei Sorau, Niederlausitz; † 3. November 1989 in Bad Salzuflen) war ein überregional bekannter Kunstmaler und Grafiker. Malerei am Wohnhaus von Emil Schulz Sorau Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Emil Zeiß — Selbstbildnis aus seiner Studienzeit Emil Zeiß (* 2. Juli 1833 in Stapelage, heute ein Ortsteil von Hörste, einem Stadtteil von Lage; † 14. April 1910 in Schwalenberg) war ein deutscher evangelischer Pfarrer und Maler. Sein Gesamtwerk… … Deutsch Wikipedia
Ernst Rötteken — (* 2. März 1882 in Detmold; † 2. April 1945 ebenda) war Kunstmaler und Grafiker aus Detmold. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Werk 3 Literatur … Deutsch Wikipedia
Ernst Weinmann — (* 16. April 1907 in Frommenhausen; † 20. Januar 1947 in Belgrad) war ein deutscher Zahnarzt, SS Obersturmbannführer und Oberbürgermeister von Tübingen zur Zeit des Nationalsozialismus. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Literatur … Deutsch Wikipedia
Gustav Quentell — Johann Hermann Holler und seine Ehefrau Emma Sophie beim Ausritt in Oberneuland. Ölgemälde, 1853, Focke Museum Bremen. Gustav Quentell (* 1816 in Bremen; † 1896) war ein in Bremen geborener, dann in Detmold arbeitendender Maler von Porträts und… … Deutsch Wikipedia
Ludwig Menke (Maler) — Selbstbildnis Ludwig Menkes (1822–1882) Ludwig Menke (* 11. April 1822 in Detmold; † 9. Oktober 1882 ebenda) war Kunstmaler und Zeichenlehrer und wurde durch die detaillierte Darstellung lippischer Landschaften und Bauwerke des 19. Jahrhunderts… … Deutsch Wikipedia
Stadtfriedhof Tübingen — Der Stadtfriedhof Tübingen ist einer von elf städtischen Friedhöfen und befindet sich im Stadtteil Universität der Universitätsstadt Tübingen. Der ungefähr drei Hektar umfassende Friedhof wurde 1829 nach den Vorstellungen des damaligen… … Deutsch Wikipedia
Skew — Skew, adv. [Cf. D. scheef. Dan. ski?v, Sw. skef, Icel. skeifr, G. schief, also E. shy, a. & v. i.] Awry; obliquely; askew. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Null Device — Genres Electronic Years active 1995–present Website http://www.nulldevice.com Members … Wikipedia