-
1 rotzooi
♦voorbeelden: -
2 rotzooi
n. disorder, shambles -
3 rotzooi trappen
rotzooi trappenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > rotzooi trappen
-
4 rotzooi ervan maken
v. make a mess of -
5 ik rotzooi maar wat aan
ik rotzooi maar wat aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik rotzooi maar wat aan
-
6 aan
aan11 [zich aan het lichaam bevindend] on3 [in werking, brandend] on4 [aan de gang] on♦voorbeelden:daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with itII 〈 bijwoord〉1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉♦voorbeelden:daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet2 stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!3 rustig aan! • calm down!, take it easy!¶ er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad wayvan nu af aan • from now onvan voren af aan • from the beginningvan jongs af aan • from childhoodjij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …————————aan2〈 voorzetsel〉1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to4 [tengevolge van] of, from5 [wat betreft] of6 [in de macht van] up to♦voorbeelden:aan een krant werken • work on a newspaperKoen stond aan het raam • Koen stood at the windowaan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canaldoen aan • do, go in fortwee aan twee • two by twohij geeft les aan de universiteit • he lectures at the universityer is geen beginnen aan • that's impossibleaan wal gaan • go ashoreaan het werk gaan aan iets • go to work on somethinghoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?6 het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …hij heeft het aan zijn hart • he's got heart troublehij is aan het joggen • he's out jogginghij is aan het strijken • he's (busy) ironingze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday -
7 puinhoop
1 [bouwval] heap of rubble/rubbish2 [figuurlijk] [rotzooi] mess♦voorbeelden:1 op de puinhopen van de oude stad werd een nieuwe gebouwd • a new city was built on the ruins of the old onejij hebt er een puinhoop van gemaakt • you have made a mess of it -
8 rommel
-
9 snert
1 [erwtensoep] pea soup♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Dutch profanity — can be divided into several categories. Often, the words used in profanity are based around various names for diseases. In many cases, these words have evolved into slang, and many euphemisms for diseases are in common use.[1] Additionally, a… … Wikipedia