-
1 geworteld
♦voorbeelden:1 een vast geworteld vooroordeel • a firmly rooted/ingrained prejudice -
2 ingeworteld
♦voorbeelden:een ingeworteld vooroordeel • a deep-rooted prejudice -
3 aartsleugenaar
n. deeply rooted liar -
4 ingekankerd
adj. inveterate, ingrained, deeply rooted, firmly established -
5 ingeworteld
adj. deep rooted, anchored, inveterate, ingrained -
6 als aan de grond genageld staan
als aan de grond genageld staanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als aan de grond genageld staan
-
7 dat vooroordeel is diep geworteld
dat vooroordeel is diep geworteldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat vooroordeel is diep geworteld
-
8 diep verankerd
diep verankerd〈 ook〉 firmly-fixed, deep-rooted -
9 diep
diep1〈 het〉2 [vaargeul] channel3 [vaart] canal————————diep22 [zich ver naar beneden/achteren uitstrekkend] deep3 [met betrekking tot geluiden] deep♦voorbeelden:1 met diepe eerbied • with deep/profound respectdiep medelijden met iemand hebben • deeply sympathize with someonediepe minachting • profound contempt2 een diep bord • a deep/soup plateeen diepe kast/kamer • a deep cupboard, a long room〈 figuurlijk〉 er gaapt een diepe kloof tussen die twee • there is a deep rift between the two of themtwee meter diep • two metres deephet water is hier diep • the water is deep herehet diepe • the deep endII 〈 bijvoeglijk naamwoord, bijwoord〉2 [ver naar achteren gelegen] deep3 [met betrekking tot kleuren] deep♦voorbeelden:in diepe gedachten/ diep gepeins verzonken • (sunk) deep in thoughteen diepe indruk maken/achterlaten • make/leave a deep impressionalles was in diepe rust • everything was utterly peacefuleen diepe slaap • a deep sleepeen diep stilzwijgen bewaren • maintain complete silencein zijn diepste wezen • in the depths of one's beingeen diepe zucht • a deep sighdiep in iets doordringen • penetrate something deeplydiep nadenken • think hardhet zit niet erg diep bij hem • 〈 met betrekking tot verdriet, geloof enz.〉 his sadness (belief etc.) doesn't go very deepdiep in zijn hart • deep (down) in one's heartdiep in het bos • in the depths of the forestuit het diepste van zijn hart • from the bottom of one's hearttot in het diepste van zijn ziel geroerd • moved to the depths of one's soul2 [zeer] deeply♦voorbeelden:dat vooroordeel is diep geworteld • it's a deep-rooted prejudicete diep in het glaasje hebben gekeken • have had one too manydeze boot ligt vier voet diep • this ship draws four feet of waterdiep onder de dekens kruipen • creep right down under the blanketshij is diep verontwaardigd • he is deeply indignantdiep in de schulden zitten • be deep in debttot diep in de nacht • deep into the night -
10 een ingeworteld vooroordeel
een ingeworteld vooroordeelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ingeworteld vooroordeel
-
11 een rotsvaste overtuiging
een rotsvaste overtuigingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een rotsvaste overtuiging
-
12 een vast geworteld vooroordeel
een vast geworteld vooroordeela firmly rooted/ingrained prejudiceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vast geworteld vooroordeel
-
13 grond
4 [bodem onder water] bottom♦voorbeelden:een stuk grond • a plot of landbraakliggende grond • waste landlaag bij de grond • 〈 figuurlijk〉 commonplace, pedestrian, triteiemand tegen de grond slaan • knock someone flattegen de grond gaan • fall down〈 figuurlijk〉 zij heeft haar bedrijf van de grond af opgebouwd • she built up her firm up from scratch2 〈 schertsend〉 een kunstenaar van de koude grond • a third-rate/would-be artist, an artist of sortsschrale/onvruchtbare grond • barren/poor soilvaste grond onder de voeten hebben • 〈 ook figuurlijk〉 be on firm/solid groundgewijde grond • consecrated groundiemand nog verder de grond in trappen • kick someone when he's downtoen de grond hem te heet onder de voeten werd • when things got too hot for him〈 figuurlijk〉 iemand/iets de grond in prijzen • praise someone/something to the skiesals aan de grond genageld staan • be rooted to the spotdoor de grond (kunnen) gaan/zinken van schaamte • not know where to put oneself for embarrassmentop de grond zitten • sit on the ground/floor〈 figuurlijk〉 iemand de grond in boren • crush someone; 〈 (ernstig) bekritiseren〉 crucify someone, tear/pull someone to pieces/shreds〈 figuurlijk〉 iemand/iets te gronde richten • ruin someone/somethingzichzelf te gronde richten • dig one's own gravegoede grond hebben iets aan te nemen • have good grounds/reason for somethingop medische gronden • for medical reasons, on medical groundsgronden aanvoeren voor • advance arguments fordie bewering mist alle grond • that assertion is without (any) foundation/is groundlessop grond van zijn huidskleur • because of/on account of his colourop grond van artikel 26 • on the basis of/by virtue of section 26op grond waarvan • on the basis of whichop grond van het feit dat … • on the basis of/by reason of the fact that …6 in de grond van de zaak • at bottom, basicallydat komt uit de grond van zijn hart • that comes from the bottom of his heart -
14 hij stond (als) aan de grond genageld
hij stond (als) aan de grond genageldVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij stond (als) aan de grond genageld
-
15 in vooroordelen vastgeroest zijn
in vooroordelen vastgeroest zijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in vooroordelen vastgeroest zijn
-
16 ingeroeste vooroordelen
ingeroeste vooroordelen(deeply) ingrained/deep-rooted prejudicesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ingeroeste vooroordelen
-
17 innestelen
〈wederkerend werkwoord; zich innestelen〉1 [zich ergens vestigen] become rooted/implanted2 [met betrekking tot eicel] become implanted -
18 inroesten
-
19 nagelen
-
20 rotsvast
♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
rooted — , rooted out (less commonly rooted pup or rooted sucker). Colloquial, referring to a sucker (or offset) previously removed from a ‘mother’ plant for the purpose of vegetative propagation and now fully re established and ready for sale or re… … Expanded glossary of Cycad terms
Rooted — Root ed, a. Having taken root; firmly implanted; fixed in the heart. A rooted sorrow. Shak. [1913 Webster] {Root ed*ly}, adv. {Root ed*ness}, n. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
rooted — rooted; un·rooted; … English syllables
rooted — index firm, fixed (settled), habitual, immutable, indelible, ingrained, inveterate, organic … Law dictionary
rooted — adj. 1) deeply rooted 2) rooted in (rooted in poverty) 3) rooted to (rooted to the spot) * * * [ ruːtɪd] deeply rooted rooted in (rooted in poverty) rooted to (rooted to the spot) … Combinatory dictionary
rooted — [[t]ru͟ːtɪd[/t]] 1) ADJ: v link ADJ in n If you say that one thing is rooted in another, you mean that it is strongly influenced by it or has developed from it. The crisis is rooted in deep rivalries between the two groups. ...powerful songs… … English dictionary
rooted — root|ed [ rutəd ] adjective 1. ) rooted in if one thing is rooted in another, it is based on it, has developed from it, or is influenced by it: The conflict in the area was rooted in history and religion. a traditional university with values… … Usage of the words and phrases in modern English
rooted — UK [ˈruːtɪd] / US [ˈrutəd] adjective 1) if one thing is rooted in another, it is based on it, has developed from it, or is influenced by it rooted in: The conflict in the area was rooted in history and religion. a traditional university with… … English dictionary
rooted — [ˈruːtɪd] adj rooted in sth if one thing is rooted in another, it is based on it or it has developed from it • be rooted to the spot to be unable to move because you are suddenly very frightened or surprised[/ex] … Dictionary for writing and speaking English
rooted — /ˈrutəd / (say roohtuhd) adjective 1. having roots: rooted plant cuttings. 2. firmly implanted: deeply rooted beliefs. 3. Colloquial exhausted. 4. Colloquial frustrated; thwarted. 5. Colloquial broken; ruined. –phrase 6. get rooted, ( …
rooted — adjective a) Fixed in one position; immobile; unable to move. She stayed rooted in place. b) Of a tree, having a root. I am absolutely rooted if Ferris finds out about this … Wiktionary